In Memoriam Jan van Geelen (1935-2000) 1 'Ik was gisteren bij Jan. In veer tien dagen tijd was hij behoor lijk achteruit ge gaan. Het vrese lijke is dat hij nu ook zijn handen en vingers niet meer bewegen kan. waardoor hij zich niet alleen erg verveeld maar ook nauwelijks nog kan communiceren: zijn spreekapparaatje werkt ook met toetsen. Dus gaat Carla [zijn vrouw] met engelengeduld langs de rij toet sen tot ze denkt dat het de juiste letter is. Lastig hoor. Soms kan Jan er zelf nog een beetje om lachen, maar vaak genoeg is hij wat kribbig. Niet verwonderlijk natuurlijk. Jan is ook erg afgevallen. Hij krijgt deze week nog een apparaat waarmee hij met hoofdbewe gingen toetsen kan aanwijzen en zo kan praten en schrijven. Ik ben benieuwd. Intussen is zijn nieuwe stoel er nog steeds niet, dus zit hij heel ongemakke lijk, een beetje in elkaar. Echt alles wat een normaal mens vanzelfsprekend vindt, kan Jan niet meer. Hij noemde het heel kernachtig: klem. Ik was behoorlijk geschrokken. Wat een rotziekte.' Het bovenstaande e-mailde onze redactrice Karen Kroese, die als afgevaardigde van de redactie (en net als Van Geelen in Veere woonachtig) Jan sinds medio dit jaar minstens een keer per week opzocht. Haar bericht stamt van woensdag i november. Een week later bezocht ik Jan en het drong tot mij door dat Jan inderdaad klem zat. Op n november blies hij zijn laat ste adem uit en op 15 november werd hij te Middelburg gecremeerd. Uiteraard tooide een krans van het Zeeuws Tijdschrift zijn kist want die had hij in de drie jaar van zijn redacteurschap dubbel en dwars verdiend. Hij werd lid van de redactie in 1997 nadat hij zijn officiële loopbaan als uitgever had beëindigd. Daarin gaf hij onder andere een door hem zelf samengestelde encyclopedie van de wereldliteratuur uit. Ik kwam dat toevallig aan de weet want Jan was bepaald niet iemand die met zijn prestaties te koop liep. Hij was meer een doener en was geen man om stil te zitten. Zo was hij nog tot kort voor zijn dood hoofdredacteur van het tijdschrift De Beeldenaar, een tijdschrift voor numis matiek en pen ningkunst, waarin hij zijn grote expertise op dat terrein kwijt kon. Hij was al enige jaren bezig de autobiografische tekst van de beeldhouwer en medailleur V.P.S. (Piet) Esser te bezorgen. 'Enerzijds omdat ik de tekst van literair belang vind, anderzijds ook omdat zijn tekst kunsthis torisch en voor de penningkunst van belang is. Ilc hecht eraan dat de wijze van uitgave harmonieert met alles wat ik in de tekst bewonder.' schreef hij aan Monique van Hootegem, de vormgeefster van het Zeeuws Tijd schrift. Het kwam er niet van. Wij hebben Jan leren kennen als een bijzonder geestig man die wars was van alle schijn of gewichtig heid. Dat bewees hij in de praktijk door het adverten tievolume van het Zeeuws Tijdschrift op een niveau te brengen zoals dat nog nooit eerder gerealiseerd was. In zijn rubriek Signalementen zette hij de boeken trefzeker neer waarbij hij lof noch kritiek schuwde. Soms schreef hij ook langere boekbesprekingen zoals in dit nummer - zijn laatste - over een wandelgids. Maar ook schreef hij andere bijdragen zoals zijn magistrale impressie van het inhoudsopgavediner van het Zeeuws Tijdschrift in het eerste nummer van deze jaargang. Dit artikel gaf hem de gelegenheid een aantal van zijn favoriete bezigheden te combineren: Jan at graag en schreef er bijna net zo graag over. Tegelijkertijd paarde hij een grote mensenkennis aan een even groot observatievermogen dat zijn weerslag in taal vond. Zo schreef hij: 'De gesprekken gaan dieper: hoe was onze jeugd, hoe zullen we over twintig jaar zijn, wat willen we eigenlijk?' Nuchter als Jan was, wist hij dat er voor hem geen over twintig jaar meer was, hooguit twintig maanden. De vreselijke spierziekte die hem in minder dan een jaar lichamelijk sloopte, kreeg echter geen grip op zijn geest. Hij bleef tot het laatste moment helder en gede cideerd. Wij zullen hem erg missen. Paul van der Velde 52 Zeeuws Tijdschrift 2000/6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2000 | | pagina 54