Zierikzee, plattegrond van de stad. Uit: Mattheus Smalleganghe,
Nieuwe Cronijck van ZeelandMiddelburg 1696.
volledig verklaarbaar zijn, ware het niet dat dit voorval
hier nooit heeft plaats gevonden. In 1468/1469 heeft Karei
de Stoute Middelburg inderdaad enkele keren bezocht,
maar niet om rechtszittingen te houden. Het gold veeleer
staatsiebezoeken waarbij veelvuldig gefeest werd. In de
stadsrekeningen staan de hoeveelheden wijn opgetekend
die ter gelegenheid van die bezoeken werden geschonken.
Van terechtstellingen die onder Kareis leiding te Middelburg
zouden zijn gebeurd wordt niet gesproken. Wel is
bekend dat Karei de Stoute op 3 februari 1473 Zierikzee
heeft bezocht naar aanleiding van een belastingoproer
dat eind 1472 had plaatsgevonden. Twaalf personen die
schuldig werden bevonden aan de moord op twee door
Karei aangestelde 'Gemagtigden' (commissarissen die
namens de landsheer extra accijnzen op bier, wijn, tarwe,
rogge en zout moesten invoeren) werden op de Gast-
huisbrug onthoofd. De 'Gemagtigden' waren in het
stadhuis van Zierikzee door de 'Ingezetenen' ter dood
gebracht waarna vervolgens hun lichamen door een
van de ramen naar buiten werden gesmeten. Karei de
Stoute is toen in Zierikzee persoonlijk orde op zaken
komen stellen: de poortdeuren van de stad werden uit
de hengsels genomen, de privileges werden verbeurd
verklaard, 24 vooraanstaande burgers werden als gijze
laars afgevoerd naar Brussel en bovendien moest er
door Zierikzee een boete van 30.000 Vlaamse ponden
worden betaald. Mogelijk vormen de gebeurtenissen te
Zierikzee de basis voor het door De Vos en Van Lennep
geschreven begeleidende commentaar van de olieverf-
schets. De achterliggende gedachte hiervan was mis
schien dat streng optreden in de hoofdplaats van het
gewest Zeeland meer indruk maakte dan in een stad
als Zierikzee. Zierikzee stond overigens bekend als een
broeinest van opstandigheid tegen het wettige gezag.
'Oud Middelburg', plattegrond van de oude stad. Uit: Mattheus
Smalleganghe, Nieuwe Cronyck van ZeelandMiddelburg 1696.
Met dit gegeven in het achterhoofd is het wellicht
voor de hand liggend in de hiernavolgende beschrij
ving van de olieverfschets in plaats van Middelburg, tel
kens Zierikzee te lezen.
De olieverfschets van Barend Wijnveld jr.
De olieverfschets 'Anno 1468. De kloekheid van Karei
de Stoute te Middelburg' is van de hand van Barend
Wijnveld jr. Wijnveld was leerling van de Amsterdamse
academie. In i860 werd hij er hulponderwijzer, twee
jaar later gevolgd door een benoeming tot directeur van
de schilderschool. In 1869 werd hij hoogleraar aan de
Rijksakademie van Beeldende Kunsten, waarna zijn
produktiviteit op schildergebied afnam. Vijfenvijftig
olieverfschetsen, meer dan eenvijfde deel van de 253
schilderijen tellende collectie 'Muzeum Vaderlandse
Geschiedenis' van de Amsterdamse kunstliefhebber
Jacob de Vos, heeft Wijnveld in tien jaar tijd geschilderd.
Het begeleidende commentaar bij de olieverfschets
vermeldt dat drie wegens manslag veroordeelde broers
in zijn tegenwoordigheid werden onthoofd. Dit had
een volksoploop tot gevolg. Karei wist met behulp van
een brandend stuk hout uit de haard de mensen tot
bedaren te brengen. Of hij bij dit doldrieste optreden
zijn vingers brandde, wordt niet vermeld. Negen jaar
later in de strijd tegen de Zwitsers bij Grandson en
Murten was dit namelijk wel het geval.
Het begeleidende commentaar en het schilderij
zijn niet met elkaar in overeenstemming. Midden in
het tafereel dat op het eerste gezicht wat bijbels aan
doet, en dat vermoedelijk de markt in Middelburg moet
voorstellen, staat Karei de Stoute bewegingsloos met
strakke blik te kijken. Hij draagt het ordeteken van het
Gulden Vlies op zijn borst. In zijn rechterhand houdt
49 Zeeuws Tijdschrift 2000/6