ZEEUWS
riJDSCHRIFI
Mise en valeur van het cultuurgoed
Dit nummer is ongewild bijna uitgegroeid tot een
dubbelnummer en dat heeft alles te maken met het
onderwerp: cultureel erfgoed. Wie cultureel erfgoed
wil definiëren moet van goede huize komen. Eigenlijk
zou er alles onder verstaan kunnen worden, maar dat
zou het begrip totaal onhanteerbaar maken. Daarom
beperkt men zich in zijn definiëring meestal tot een
deelterrein of wordt een sprekend voorbeeld genoemd.
Zo is voor de een zo iets grijpbaar als de inlaag van
een dijk het voorbeeld bij uitstek van cultureel erfgoed
en voor de ander is het zoiets ongrijpbaars als de son
locale van een dorp.
Toch zou ik in mijn definitie van cultureel erfgoed
- en ik schreef pardoes cultuurgoed in de betekenis
van steengoed - een onderscheid
willen maken tussen dynamisch
en statisch cultuurgoed. Hoewel
niets statisch is, immers panta
rhei, is er voor mij toch een on
noemelijk groot verschil tussen
de oudste velocipede in het
Streekmuseum in Axel en dit
tijdschrift. De velo staat er en
iedereen zal die anders ervaren
en interpreteren, maar zelf doet
de velo weinig meer dan staan.
Hoe anders is iets wat nog steeds
in beweging is, dat nog steeds
aan verandering onderhevig is
en een oneindig gamma aan nieuwe betekenissen in
zich bergt.
In deze laatste aflevering van de vijftigste jaargang
komen een aantal personen aan het woord over wat ik
van nu af aan cultuurgoed noem. Zij doen dat naar
aanleiding van het ontstaan van de Stichting Cultureel
Erfgoed Zeeland (SceZ), die een bundeling is van een
aantal organisaties op het terrein van cultuurgoed, die
van deze nieuwe organisatie nieuwe impulsen ver
wachten. De SceZ presenteert zichzelf op 2 december
in Middelburg en hoopt in de nabije toekomst een
gezamenlijk onderdak te vinden. Voorlopig zal De Burg
in Middelburg als basis dienen en ook het Zeeuws
Tijdschrift heeft een plek onder het dak van de SceZ.
Het is een geluk dat geen van de geïnterviewde
personen het geschreven woord als voorbeeld van
cultuurgoed aanvoert, want dat kan ik nu doen. Op 30
november werd het boek Groot Zeeland. Vijftig jaar
Zeeuws Tijdschrift gepresenteerd in de Stadsschouw
burg in Middelburg. Dit boek bevat een impressionis
tische geschiedenis van het Zeeuws Tijdschrift waarin
stilgestaan wordt bij de voornaamste ontwikkelingen
van de afgelopen vijftig jaar. Uiteraard is die inleiding
geschreven door iemand die niet aan dit tijdschrift ge
lieerd is, maar de vijftig vignetten die het tweede deel
van het boek uitmaken heb ik grotendeels zelf geschre
ven, dikwijls zwaar leunend op artikelen van de vele
auteurs die het Zeeuws Tijdschrift gekend heeft.
Die exercitie heeft mij doordrongen van het grote
belang van herdenken en tot het besef van de waarde
van een tijdschrift. In de Franse
taal kennen ze daar een prachti
ge uitdrukking voor: mise en
valeur. De hoeveelheid en varië
teit aan onderwerpen die in het
Zeeuws Tijdschrift zijn behan
deld, verbaasde me. Niet dat ik
achterover sloeg maar in de toe
komst zal de redactie met behulp
van elektronische hulpmiddelen
het tijdschrift selectief toeganke
lijk maken met zogenoemde e-
dossiers. De eerste zijn gevormd
rond de vijftig vignetten van
Groot Zeeland. Binnenkort zal
begonnen worden met het scannen van de artikelen
die in de e-dossiers thuishoren en via onze website
zullen wij u van de voortgang daarvan op de hoogte
houden.
Ook zullen er volgend jaar een aantal zogenoemde
ZTeSerie-publicaties gerealiseerd worden, die bestaan
uit het achter elkaar zetten van bepaalde series uit het
tijdschrift zoals het Zeelandgevoel of de correspon
dentie Kruit-Viruly. Die ZTeSerie kan desgewenst on
demand worden gedrukt. Deze uitbreiding van het
productenpakket van het Zeeuws Tijdschrift zal zonder
meer een mise en valeur teweegbrengen van het cul
tuurgoed van dit tijdschrift.
Paul van der Velde
2 Zeeuws Tijdschrift 2000/6