Uit: Johanna Kruit, Voorheen te Orisande (Am sterdam, Uitgeverij Thomas Rap 1987). Dit gedicht werd onder de titel 'Der Himmel hangt voller Geigen' uitge bracht. Vogels bewonen zichzelf zonder angst om de tijd te verliezen misschien dat ze daarom wel vliegen: Zij komen en gaan vanzelf Zo dun als water lijkt leven voor hen die niet kunnen stijgen boven heimwee. Zelfs als je blijft zwijgen kijkt het om, en dan lacht het even. En nu hou ik op met steeds over poëzie te praten. Want het is een materie waar je toch nooit over uitgepraat raakt eigenlijk. Maar voor ik deze brief eindig wil ik je nog even zeggen dat ik het heel erg fijn heb gevonden, deze correspondentie tussen ons tweeën. En al moeten we er dan voorlopig een punt achter zetten, ik hoop dat, wanneer je weer terug zult zijn, we gewoon weer verder kunnen gaan met het gedachten uitwisselen op papier. Zoals we dat in dit laatste halfjaar hebben gedaan. Ik neem een beetje weemoedig afscheid eigenlijk. Want het zal vreemd zijn om geen brieven meer van je te ontvangen. En het zal nog vreemder zijn om niet meer te hoeven denken: dat moet ik Jons vertellen. Alsof je ineens een koude kamer instapt, en dacht dat de kachel aan was. Laat ik dus maar eindigen zoals we begonnen zijn, want ik kan nog heel veel zeggen. Maar beter is het misschien om te zwijgen en de woorden over te nemen uit dat kleine gedichtje dat jou ooit in Brugge zo trof dat je me daar later over schreef: Golven die komen nemen het water weer op van golven die gaan... Groetend en wuivend, Johanna lIS.Postage 40 Zeeuws Tijdschrift 2000/6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2000 | | pagina 42