WATER RONDOM EN VLEUGELS (6
(ongedateerd)"'
Lieve Johanna,
Is het vandaag nu ook lente bij jou, Zeeuwse lente met alle kleuren en geu
ren van een nieuw begin? Lente zoals op ons hele Noordelijke Halfrond bij
voorbeeld als hier in Amerika? Ik neem aan, dat de vreemde postzegel op
mijn enveloppe rond deze zevende brief een verrassing voor je betekende.
Wel: eigenlijk ook wat verrassend voor mijzelf zit ik in deze lente ineens op
een boerderij in de heuvels drie uur benoorden New York, waar het voorjaar
voorlopig nog maar één kleur heeft Wit. De sneeuw ligt hier hoog.
Ik bedoel maar, dat het woord 'lente' veel verschillends betekenen kan
net zoals alle andere woorden, maar dat zal je als dichteres al lang bekend
zijn. En gelukkig maar, want anders viel er weinig meer te dichten. Domme
denkers hebben wel gezegd, dat schrijvers allengs best met hun werk zou
den kunnen uitscheiden omdat alles toch al lang gezegd is, en vaak ook. Dat
klonk dan zinvol maar het was natuurlijk onzin. Om de eenvoudige reden,
dat alle woorden altijd en overal van betekenis veranderden. Vondel dacht bij
'lente', of'God' of'Amsterdam' en zijn andere woorden heel andere dingen
dan wie er drie eeuwen later de kracht van een voor het eerst bedachte waar
heid krijgen. Een uur later ook, want feitelijk is ieder herhaald woord al niet
meer waar. Dichtbundels zullen dus mogen, ja moeten blijven verschijnen.
Gelukkig maar.
Enfin, ik ben dan hier bij mijn dochter. Daar heb je nu zo'n hoogst origi
nele regel. Er zijn in de wereldgeschiedenis wel vaker vaders bij dochters
geweest. Daarvan kun je al in hiëroglyfen lezen op Egyptische tempels van
vijftig eeuwen her. Ook de Griekse, de Romeinse schrijvers de Watergeuzen
en de Eskimovaders hebben al meegedeeld, dat ze hun dochters bezocht
hadden. Maar bij niemand van hen betekend dat, dat ze bij een vrouw waren
gaan logeren, met wie ze tien jaar rond de aardbol hadden gevlogen, toen ze
nog vliegtuigstewardess was. Met 'dochter' bied ik je dus een woord aan,
De brief is begin maart
1983 geschreven.
33 Zeeuws Tijdschrift 2000/6