conservatorium: weinig wild allemaal. 'Her long red hair, made my hands itch, with dispair, hoe zou je dat vertalen?', vraagt Jacob aan Daan. 'Ze had lang rood haar, ik keek er naar, en kwam klaar', zegt Daan schouderophalend. Zulke jongens dus. 'Ik weet niet wat er nu zo wild is aan die mossels; ze blijven toch op dezelfde plek liggen,' zegt Daan terecht. En dat is het nu juist. De lamlendige sfeer, de gewoontes, de taal, het gebrek aan initiatief wekten wrevel op. Maar lag dat aan de film? Later bedacht ik me dat dat ook de dingen zijn die me ergeren sinds ik in Zeeland woon. Bespiegeling over mossels, Zeeland, wat dan ook, als ontwijking op vragen die echt ergens over gaan, het gedagdroom en dan niets doen om die droom werkelijkheid te maken: hoever mag je gaan in je generalisaties? De redenen waarom ik in Zeeland woon, komen ook voldoende aan bod: het landschap en de zee, de vergezichten en de ruimte, de rust en de vriendelijk heid van de Zeeuwen. Maar de film stemt niet opti mistisch. Op basis van deze film zou ik mijn hart vasthouden voor de kinderen die in Zeeland opgroei en: wat een uitzichtloosheid. Terwijl dat uitzicht; daar is nu juist niets mis mee. Mooie beelden dus; van de zee, van het land, van de dorpen met slierten kerkgan gers. Het beeld van een wedstrijd op de motor door een boomgaard: prachtig. Een duizelingwekkend tsjaktsjaktsjaktsjak van langs suizende bomen. Gelachen heb ik ook, zelfs hardop. Vooral Daan - gespeeld door Frank Lammers, die haast vlekkeloos Zeeuws spreekt, lekker vet zoals het hoort - is een komisch talent. Wat een prachtkop, een man uit één stuk en dan die breekbare uitdrukking. Iemand die lekker in zijn vel zit, het allemaal weinig kan schelen wat anderen denken, vol van droge humor, haast zon der het zelf te weten. 'Weet je wat een Zeeuw doet in de woestijn? Niks. Veels te warm.' Wilde Mossels won de CJP Jeugdprijs. Terecht vind ik. Eindelijk weer een Nederlandse film over (een stukje) Nederland. Een film met humor, drama, met oog voor eigenaardigheden en met zelfkritiek. De Bruyn is tenslotte zelf een Zeeuw. Maar toch bleef het een beetje knagen. Ik zal wel te veel import zijn om de werkelijke spirit te begrijpen. Jammer dat ik niet meer rook, anders zou ik de gedroogde mosselen eens kunnen proberen. - 24 Zeeuws Tijdschrift 2000/6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2000 | | pagina 26