Het is een cliché, maar daarom niet minder waar: de werkelijkheid is soms eigenaardiger dan de fantasie.
Want het zal je maar overkomen dat je, rustig wandelend naar de bushalte, plotseling een spectaculair
goudschat vindt. En dat die goudschat vervolgens leidt tot een hoop heisa, ergernis, getouwtrek en jaren
lang gehakketak. Zoiets gebeurde meer dan een halve eeuw geleden
A.C.J. Willeboordse
We schrijven Sluis, 18 januari 1946. Een grijze en koude
vrijdagmiddag. Na een dag hard werken wandelt grond
werker Frans Kaijser, 55 jaar en woonachtig te Hulst,
naar de bushalte aan de Zuiddijkstraat. Straks vertrekt
daar de bus die hem naar huis, naar de andere kant
van Zeeuws-Vlaanderen zal brengen. Het loopt tegen
vijven en hij moet dus wat voortmaken. Om zich heen
kijkend valt hem opnieuw op hoe vaal en troosteloos
het stadje er deze winterdag uitziet. De reden van die
troosteloosheid, nog versterkt door de invallende
schemer, is hem natuurlijk bekend. Nog geen vijftien
maanden geleden werd het eeuwenoude, schilderach
tige Sluis in een paar dagen veranderd in een rokende
puinhoop. Vooral de beschieting van 11 oktober 1944
had een verschrikkelijk effect. Verreweg de meeste
huizen, kerken en openbare gebouwen werden zwaar
beschadigd of verwoest. Een kleine drie weken later
werd het stadje weliswaar bevrijd, maar veel behoefte
aan vreugdefeesten en vrolijkheid hadden de Sluizenaars
niet gehad. Daarvoor was de oorlogsellende, de doden,
gewonden en verwoestingen te groot geweest. Het leed
van toen drukt nog altijd zwaar en het zal nog wel
even duren voor alle puin geruimd is en de gebouwen
weer opgebouwd zijn.
Mijmerend slentert Frans Kaijser langs het belfort,
het oude iqde-eeuwse stadhuis aan de Markt. Of liever:
wat er van over is, want het eens zo statige gebouw is
veranderd in weinig meer dan een plompe, vervallen
ruïne. Ernaast, wist hij, was het rijke oudheidkundige
museum gevestigd geweest, met zijn fraaie verzame
ling schilderijen, kaarten, manuscripten en penningen
- ook al geheel verwoest.
14 Zeeuws Tijdschrift 2000/6