Hemel en hel; tien jaar tijdgeest in onderhuids Hulst
Kamerbreed podium
Music-Hall ambiance
voorstellingen en tentoonstellingen van
artiestiek werk uit eigen kring.
Als vanzelfsprekend gingen we met
Open Jongerencentrum NU' een
samenwerkingsrelatie aan.
Tot de gangmakers van dat 'open
jongeren centrum NU' behoorde, begin
jaren tachtig, een trio raddraaiers, dat
als Baader Pop Gruppe het land in
trok. Met de lijfspreuk 'als het geluid
maar hard genoeg is, horen we niet
hoe de wereld in elkaar stort' speelde
het drietal 'terroristische dansmuziek'.
Deze 'nieuwe Zeeuws-Vlaamse disco
formatie', zoals de band zich sarcastisch
noemde, manifesteerde zich met een
opruiend, verbitterd, soms wanhopig
klinkend geluid, in jongerencentra en
kraakpanden, tijdens solidariteitsacties
voor dienstweigeraars en bij betogingen
tegen rechts-radicalisme, kernwapens
en kernenergie.
De loodzware, mokerharde en
rauwe klanken van de Baader Pop
Gruppe hadden niets gemeen met de
gladde geluiden uit de commerciële
muziekindustrie die het nette uitgaans
publiek van toen spontaan de zater
dagavond-koorts bezorgde. De Baader
Pop Gruppe was eerder controversieel,
dan muzikaal. Driekwart jaar na de
oprichting was het trio al doorgedrongen
tot de VPRO-radio, de Amsterdamse
piraten-tv en werd een een single in
het land verspreid als bijlage in het
radicaal-anarchistisch tijdschrift
Gramschap.
De Baader Pop Gruppe dreef in de
eerste plaats op het ruige drumwerk
van Paul Mahu, dat door Simon van
Leeuwen en Edwin van Hecke werd
aangevuld met gitaargeweld, synthe-
sizerlawaai en Duitstalige tekstfrag
menten. Simon van Leeuwen destijds:
„Wij geloven niet in dogma's en kreten,
noch van links noch van rechts. Onze
muziek vertolkt de woede en de
gevoelens van jonge mensen die niet
meer geloven in een maatschappij van
werkloosheid en woningnood, kern
energie en kernwapens. Daar confron
teren we de mensen mee in de hoop
dat de geestelijke werkloosheid
verdwijnt."
Grimmiger nog dan het geluid van de
Baader Pop Gruppe was het optreden
van de Hulster autoriteiten, toen
welzijnsminister Til Gardeniers in Hulst
een overdekt zwembad opende. Twee
muzikanten van de Pop Gruppe werden
opgepakt en in een politiebusje
afgevoerd omdat ze - temidden van
een gemêleerd groepje protesterende
jongelui - aanstalten maakten een
spandoek te ontrollen met daarop de
eis dat er nu toch ook eens wat geld
moest komen voor een open jongeren
centrum NU. Het zou twee jaar duren
alvorens die eis werd ingelost. In acti
viteitencentrum, 't Houtenkwartier kon
een bescheiden eigen, gesubsidieerde
ruimte in gebruik worden genomen.
Open Jongeren Centrum NU noemde
zich vanaf dat moment Kontrast. Dit ter
onderscheiding 'van de rest van de
openbare gelegenheden, waar nooit
iets te beleven valt'.
Tegelijkertijd honoreerden de
Hulster autoriteiten ons pleidooi voor
een multi-functioneel theater- en
concertzaaltje in 't Houtenkwartier,
waarin zowel de vaste gebruikers van
dit activiteitencentrum als anderen hun
podiumactiviteiten konden oganiseren.
Tot op de dag van vandaag wordt die
ruimte 'podiumzaal' genoemd. Een mis
leidende benaming, want schriftelijk
toegezegde podiumvoorzieningen (ons
idee was een eenvoudige, flexibel te
gebruiken inrichting met een capaciteit
van maximaal 150 bezoekers) werden
nimmer gerealiseerd. De Hulster
'podiumzaal' is een kale ruimte, waarin
een kunststof kantoorplafond mistroostig
neerkijkt op kamerbreed tapijt.
Niettemin waren hiermee voor
waarden geschapen die ons, materieel
geholpen door uiteenlopende Hulster
instanties en individuen, in staat
stelden om een relatief groot en divers
samengesteld publiek te interesseren
voor confrontaties met uiteenlopende,
vaak tegengestelde opvattingen en
vormen van 'nieuwe, nog onder de
oppervlakte verborgen, dan wel ter
plaatse nog onaangeroerde uitingen
van Kunst'.
„PLOTS
binnen de kring van haar
moedeloosheid
begon de stad te
LEVEN.
Music Hall ligt
vol
vaag
verlangen"
Met die regels begint het grafisch
dichtwerk Music Hall van de Antwerpe
naar Paul van Ostaijen, de 'dichter van
de metafiziese jazz', die in 1928 op
32-jarige leeftijd stierf. Naar de geest
van dit gedicht werden podiumzaal en
jongerencentrum negen keer in een
'music-hall-achtige ambiance'
getransformeerd.
Onder motto's als 'Thermo Nuclear
Sweat', 'Soirée Africaine', 'Rond de
Stem', en 'Jazz Literatuur' mani
festeerden zich, winter 1983/84, in die
ambiance muzikanten uit Gambia met
klanken uit het voormalig Mandingo-
keizerrijk, naast artiesten als de
Zwitserse 'Feminist Improving'-pianiste
Irene Schweiz en Nederlandse jazz
vernieuwers, onder wie de Groningse
Baader Pop Gruppe. Amsterdam 1981. VInr Simon van Leeuwen, Edwin van
Hecke en Paul Mahu.
207