li
het kasteel van zaamslag (II)
210
Hoogtelijnenkaart van het kasteelcomplex. Legen
da: 1begrenzing van de opgravingsputten 1 987; 2)
oorspronkelijke bebouwing; 3) toegangspaden.
3. De oudste fase van de voorburcht
(Afb. 5)
In de opgravingsputten tekende zich een
omgracht voorburchtterrein af met een
globale afmeting van 75 bij 50 meter.
De gracht heeft een breedte van 1 5 tot
25 meter. In de gracht aan de noord
westzijde in de richting van het dorp be
vinden zich een aantal zware vierkante
eikenhouten palen: de restanten van een
brug. Inkepingen maken duidelijk dat de
palen eerst voor een ander doel dan als
brug zijn gebruikt. Dendrochronolo-
gisch onderzoek op een drietal palen le
verde een kapdatum van 1 1 93 op. Dit
jaartal is dus een datering post quem
voor de bouw van de brug.4)
Op het opgegraven gedeelte van de
voorbucht treffen we een vijftal grote
kuilen aan. De kuilen zijn niet a lie tegelij
kertijd in gebruik geweest. De vulling
bestaat voornamelijk uit plantenafval.
Verder werden dierenbotten en een ge
ringe hoeveelheid aardewerkscherven
aangetroffen. De meeste scherven zijn
afkomstig van grijze op de draaischijf
vervaardigde kookpotten. Daarnaast
komt ook vroeg rood aardewerk voor.
Geïmporteerd aardewerk is afkomstig
uit de omgeving van Andenne in België
en uit Pingsdorf in het Duitse Rijnland.
Op basis van deze samenstelling kan het
gebruik van de kuilen in de eerste helft
van de 13de eeuw worden geplaatst.5)
Mogelijk deden de kuilen dienst voor het
modderrooten van vlas. Aan de oostzijde
is een terpje opgeworpen omgeven door
een greppel. De veronderstelling is ge
wettigd dat op dit terpje de bijbehoren
de schuur of boerderij heeft gestaan. De
determinatie van de dierenbotten geeft
een levendig beeld van de vleescon
sumptie. (Tabel 1). Op het menu stond
rundvlees, gevolgd door schape- en var
kensvlees, aangevuld met wat wild en
gevogelte. Aan het in de tabel vermelde
ganzebotje is te zien dat de gans gekort
wiekt moet zijn geweest. Waarschijnlijk
liepen dus kippen en ganzen op het erf
los rond.
De conclusie kan zijn dat we in het begin
van de 1 3de eeuw temakenhebbenmet
een voorburcht met een in hout ge
bouwde boerderij en een houten brug. Er
mag worden verondersteld dat het voor
de brug gebruikte hout afkomstig is van
een bouwwerk op de top van de hoofd
versterking. Mogelijk werd deze verster-
1
Opgravingsplattegrond fase 1Ca. 1 200-1 250. Le
genda: 1) vaste grond, op het voorburchtterrein al
enigszons opgehoogd; 2) brugpalen; 3) mestkuilen;
4) terp/greppel; 5) gracht.
king, tegelijkertijd met de constructie
van de brug op het voorterrein, her
bouwd in tuf- of baksteen.
Over de ruimtelijke indeling van de
hoofdburcht van de Torenberg die, te
oordelen naar het hoogtelijnenpatroon,
Ssü
Opmetingstekening van de bebouwing. R. C. Hekker, voormalig Bureau Wederopbouw Boerderijen, dec. 1946.
0 M t 5 r I C L
1 w ill tl WUf ni 00H
nOOBDOOSTGtYtl