worden zeeuwen veel ouder? 84 Tabel 3: Gestandaardiseerd sterftecijfer (°/oo) per geslacht in Nederland en Zeeland in de periode 1983-1986. Zeeland mannen vrouwen Nederland mannen vrouwen 1983 8,2 7,0 1984 8,0 7,0 1985 7,7 7,3 1986 8,4 7,9 Bron: CBS. Bewerking: PvdD. 1983 9,0 7,4 1984 9,2 7,5 1985 9,2 7,8 1986 9,2 8,0 werken. De vraag die nu opkomt is: „Hoe komt het hoogste percentage ouderen in Zeeland terecht?". Naspeuringen in on- derandereCBS-materiaal en het rapport „Bevolkingsprognose Zeeland" (1987) van de Zeeuwse Planologische Dienst4), wijzen op afwijkende sterftepatronen. Met andere woorden: de hogere leef tijdsgroepen in Zeeland - vooral de man nen - leven langer dan andere Nederlan ders. Bij de vrouwen is die afwijking min der frappant. Over de mogelijke oorza ken van dit in tabel 3 gesignaleerde sterftecijfer tasten we min of meer in het duister. Het rustige woon- en leefmilieu (maar 200 inwoners per km2; vrijwel het laagste van Nederland) aangevuld met de bevolkingsaard die vrij conservatief en religieus is, hebben waarschijnlijk hierbij een rol van betekenis gespeeld. Recentelijk werd ook het „Florida-ef fect"5) genoemd als faktor van beteke nis. Hierdoor zou het aantal ouderen kunnen toenemen omdat er uit andere provincies pensioenmigranten - meest al gezond en welvarend - de herfst van hun leven in deze contreien wensen door te brengen. Uit cijfermateriaal blijkt ech ter dat deze aantallen van beperkte om vang zijn, wat echter niet wegneemt dat deze stroom kan aangroeien door verde re vergrijzing van de samenleving. Aansluitend hierop is het rapport „Ou deren in rurale woonmilieus"6) interes sant. Een van de conclusies hieruit is dat de grote plattelandskernen bij de oude ren het meest populair zijn, vooral als de ouderen hoogbejaard zijn. Veel ouderen - vooral de importouderen - voelen zich in de kleine kernen sociaal geïsoleerd en achten de voorzieningen en het sociale netwerk ver onder de maat. Verder valt op dat veel autochtonen in hun geboor tedorp blijven wonen wegens de verbon denheid met vrienden, buren en familie (sociale inertie). Intraregionale verschillen Als we Zeeland vanuit duidelijk afgeba kende delen beschouwen, namelijk Schouwen en Duiveland, Tholen, de Be- velanden, Walcheren en Zeeuws-Vlaan- deren, kunnen we het vergrijzingsproces nog beter nuanceren7). We nemen de vergrijzingsgraad van het jaar 1981 en vergelijken dit met het Zeeuwse gemid delde (tabel 4). We zien dan dat Schou wen, Zeeuws-Vlaanderen en de Beve- landen het sterkst vergrijsd zijn: het cij fer ligt boven het percentage van 1 4,2 in Zeeland. Zes jaar later in 1 987 is dit Tabel 4: Intra-regionale vergrijzing in de periode 1981-1987. Het percentage 65-plussers van de bevolking, regio 1981 1987 verschil vergrijzingsgraad Schouwen 15,1 16,2% 1,1 hoger Tholen 14,2 14,5% 0,3% lager Beveland 14,8% 15,4% 0,6% lager Walcheren 13,2% 13,9% 0,7% lager Zeeuws-Vlaanderen 14,7% 15,9% 1,2% hoger Zeeland 14,2% 15,1% 0,9% Nederland 11,6% 12,3% 0,7% Bron: CBS. Bewerking: PvdD. nog zo, met dien verstande dat vooral de Bevelanden qua tempo minder snel zijn vergrijsd. De situatie vooral in Zeeuws- Vlaanderen en in mindere mate op Schouwen is qua aantal èn vergrijzings tempo zorgwekkend. Als we de nuance ring nog verder doortrekken en de 30 Zeeuwse gemeenten over de bovenge noemde 5 regio's uitsmeren, zien we ook daar weer verschillen. Zo blijkt het hier voor geschetste beeld voor bijvoorbeeld Zeeuws-Vlaanderen voor vrijwel alle ge meenten te gelden. Absolute koplopers zijn Aardenburg (1 8,8 in 1987), Oost burg (1 9,7 Sluis (20,9 enTerneu- zen (qua aantal laag, 13,5%, maar qua tempo hoog). De andere gemeenten lig gen iets boven het gemiddelde en al leen Hulst vormt een uitzondering met een vergrijzingstempo onder het Zeeuw se gemiddelde. Het Kessen-effect8) is voor Hontenisse in de cijfers van 1987 nog niet te traceren. Op Schouwen is de situatie iets rooskleuriger. Alleen Wes- terschouwen vertoont een opvallende vergrijzing, de andere gemeenten liggen weliswaar boven het Zeeuwse gemid delde, maar het tempo van vergrijzing is niet zorgwekkend. Terwijl Westerschou- wen met een vergrijzing van 22,1 in 1987 het hoogste scoort van alle Zeeuwse gemeenten, zijn er twee ge meenten op Schouwen, namelijk Brou wershaven en Duiveland, die in de perio de 1979-1987 zelfs een „ontgrijzing" vertonen. Dit laatste verschijnsel zien we ook op treden in de gemeenten Arnemuiden (van 10,8 naar 9,1 Mariekerke (van 1 1,2 naar 11,1 Veere (van 1 5,2 naar 14,9%) en Westkapelle (van 15,5 naar 1 5,1 en dit dan in de periode 1 979- 1987. Toekomstvoorspellingen Het is altijd moeilijk goede voorspellin gen te doen op lange termijn. Vele fakto- ren spelen een rol bij de dynamiek van de bevolking. Toch is het noodzakelijk enige mogelijke varianten te bedenken tenein de in te kunnen spelen op toekomstige ontwikkelingen. Er zullen zich mutaties voordoen in de collectieve uitgaven voor sociale zekerheid, onderwijs, gezond heidszorg en maatschappelijke dienst verlening. Het Centraal Planbureau ver wacht tot 2004 een bescheiden groei

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1989 | | pagina 6