EEN ANTIEK DESTILLEERAPPARAAT?
Industriële archeologie uit de bodem van Aardenburg J. A. Trimpe Burger
Het zijn niet uitsluitend bodemschatten
uit de Romeinse tijd en de middeleeu
wen die in Aardenburg aan het licht ko
men en een plaats krijgen in het Ge
meentelijk Museum. In 1984 schonk
mevrouw G. J. Verploeg-Moelaert aan
het Gemeentelijk Archeologisch Mu
seum van Aardenburg een merkwaardi
ge aardewerkcombinatie bestaande uit
een schotel als onderstel waarop een
hoog, stolpvormig bovenstel past. De
twee bij elkaar behorende stukken aar
dewerk werden enige jaren geleden in de
„Oude Stad" opgegraven tijdens werk
zaamheden van de PZEM door de inmid
dels overleden heer Verploeg. Het jaar
van vinden en de vondstomstandighe
den zijn niet meer bekend. Volgens een
mededeling van mevrouw Verploeg zou
dit soort apparaten vroeger in ziekenhui
zen gebruikt zijn, mogelijk voor het des
tilleren van water. Naar de aard van het
roodachtige baksel en het kleurloze gla
zuur te oordelen is het aardewerk zo'n
200 tot 300 jaar oud. De stolp is nogal
beschadigd. De knop bovenaan is niet
origineel; ontbrekende delen van de
wand zijn in recente tijd aangevuld met
cementachtig materiaal. Het geheel is
niet bepaald een fraai stuk sieraarde-
werk, maar het functionele dat er achter
schuilgaat intrigeert. Waarvoor kan dit
aardewerk vroeger gebruikt zijn?
De meningen lopen uiteen: ingenieuze
vogeldrinkbak, ouderwetse sapketel of
een apparaat voor het destilleren van
vloeistoffen. Het laatste zal waarschijn
lijk wel juist zijn. Toevallig kregen we on
langs een interessant artikel van de hand
van ir. R. J. Forbes onder ogen over
„Twintig eeuwen destillatie" (Voor
dracht gehouden voor de Afdeling voor
Petroleumtechniek van het Koninklijk
Instituut voor Ingenieurs op 1 1 juli
1946; Weekblad „De Ingenieur" 1947,
no. 24, p. 1 -7), waarin een reproduktie is
opgenomen van een tekening uit Brun-
schwygks Gross Distillierbuch van 1512
voorstellende een destillatieoven waar
op vier „Rozenhoeden". De afgebeelde
„rozenhoeden" gelijken sprekend op de
Aardenburgse bodemvondst. Het is nu
ook duidelijk dat de afgebroken tuit van
de Aardenburgse „rozenhoed" veel lan
ger is geweest en dat via deze tuit de
condensvloeistof kon worden opgevan
gen. Het stolpvormige bovendeel, de op
zet of „rozenhoed" had als belangrijke
functie het afkoelend oppervlak zo groot
mogelijkte maken. De „rozenhoed" werd
veel toegepast sedert het midden van de
1 5e eeuw. De opzet werd ook wel ge
koeld door hem in een met water gevulde
blaas of in een watertrog te sluiten. De
uit de „blaaskoeling" voortgekomen ty
pen werden „Moorenkoppen" genoemd.
De opwaarts gerichte binnenlijst van de
Aardenburgse rozenhoed (zie doorsnee
tekening) fungeerde waarschijnlijk als
een soort gootje om de condensvloeistof
afkomstig van de wand te verzamelen en
af te voeren naar de aftaptuit. We kun
nen er slechts naar gissen welke vloei
stoffen er met het Aardenburgse appa
raat werden gedestilleerd. Er zijn heel
wat mogelijkheden.
In het artikel „Twintig eeuwen destilla
tie" geeft Forbes een zeer lezenswaardig
overzicht van de ontwikkeling van de de
stillatietechnieken. We nemen er verkort
een en ander uit over. Het Latijnse „de-
stillatio" betekent letterlijk „afdruppe-
De twee delen van een vermoedelijk antiek destilleerapparaat uit Aardenburg. De schotel, onderstel, heeft een
brede sneb en wat we zouden kunnen noemen een dekselgeul in de bovenrand. Het stolpvormig bovendeel, de
opzet, bezit een afgebroken, naar beneden gerichte tuit. De rand van de stolp past precies in de dekselgeul
wanneer de tuit in de sneb van de schotel wordt geplaatst. (Foto: B. Oele).