waar toorop is, daar is ruimte 67 Nederlander en één van de zeer weinige buitenlanders in dit gezelschap geko zen. Voor de exposities, omlijst met le zingen, concerten (Toorop was een zeer begaafd pianist) en voordrachten, wer den wél veel (buitenlandse) gasten uit genodigd. Toorop had zich inmiddels in het landelijke Machelen, ten Noorden van Brussel, gevestigd. Hij was bevriend met James Ensor en Henry van de Velde, bezocht met William Degouve de Nunc- ques en Henry de Groux Parijs, ging met de kunstcritici Jules en Georges Destrée naar de Borinage, was in Londen met Georges Destrée en Emile Verhaeren en werkte al die tijd nog steeds voorname lijk impressionistisch. In navolging van Ensor ging hij het paletmes gebruiken en werd zijn kleurgebruik lichter en tegelij kertijd gewaagder. In 1 886 trouwde Toorop met de Ierse Annie Hall, die hij in Brussel had leren kennen. Het jaar ervoor had Toorop weer enkele maanden in Engeland doorge bracht; hij leerde er onder meer Whist- Ier, aan wie hij zich zeer verwant voelde, kennen. Whistier hield net als hij van zachte kleuren, van een speciaal soort wit, van fijntjes opgezette portretten. In dat jaar ontstonden prachtige werken als Dame in het wit, Annie Hall in Lissa- dell, Het einde van de maaltijd en Trio Fleuri, het laatste wel een bijzondere mengeling van impressionisme en vroe ge Art Nouveau. B/oembol/envelden bij Oegstgeest, ook uit hetzelfde jaar, is al duidelijk pointillistisch. In 1 886 maakte Toorop onder meer Interieur met drie vrouwen, impressionistisch maar met al een zweem van symbolisme, en Brug in Londen, pointillistisch. Hij was nu volop aan het experimente ren, zijn inspiratiebronnen leken onuit puttelijk tot een verwaarloosde veneri sche ziekte hem enige tijd velde. Hij her stelde vrij snel, maar zou de gevolgen van de ziekte zijn leven lang meedragen. Na hun huwelijk hadden deTooropszich in Nederland gevestigd, in Den Haag. Ze verhuisden tijdelijk naar Amerongen, waar hun eerste kind, een dochtertje, kort na de geboorte in november 1 887 stierf. Toorop, steeds bezig contacten te leggen en exposities samen te stellen (een tentoonstelling van Les XX in 1 889 in Amsterdam vormde het begin van een hele reeks), werd al snel beschouwd als de leider van de vernieuwing in de Ne derlandse kunst. In 1 889 bracht hij weer enkele maanden met Annie in Engeland door, dit maal leerde hij er William Mor ris kennen. Deze voorman van „het aes- thetische handwerk" maakte grote in druk op hem, meer dan de Prerafaëlie- ten, die erten dele de basisvoor hadden gevormd. Van hen zou Toorop alleen het languissante en de weelderige haarmas sa's overnemen. Het symbolisme mani festeerde zich in die dagen al op de ach tergrond van zijn werk, maar voor het naar voren trad, maakte Toorop nog schitterende stukken als De Verleiding (1887De Dame met de Parasol (1 888) en De Kastanjeboom (1889). Het is niet eenvoudig het symbolisme te omschrijven. Iedere kunstenaar die zich erdoor liet beïnvloeden, deed dat op een eigen wijze. De letterkunde fungeerde zoals vaak ook hier weer als voorloper van een bepaalde stroming in de kunst. Misschien wel te meer omdat woorden het latent aanwezige gemakkelijk lijken te kunnen aanduiden. Het symbolisme heeft eigenlijk meer van een geestesge steldheid dan van een theorie: het waar neembare moest worden vervangen dooreen symbool dat het erin verborgen diepere en hogere geleidelijk moest weergeven. Voor de vrouw als onder werp had dit een weergave in uitersten tot gevolg: de reine onschuld naast de Trio Fleuri, olie op doek (1885/86).

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1989 | | pagina 29