ik begin pas
225
Guido Metsers, op de achtergrond (nog niet vol
tooid) Rebecca. Olieverf.
straatfestival. Guido stelde zeer recent
aankoop door de gemeente Vlissingen
voor, hetgeen op procedurele gronden
werd afgewezen.
Onlangs voltooide hij de surrealistische
schilderijen Stervende Badplaats en Her
rezen Badplaats en op dit moment werkt
hij aan De Sluiswachter, een zuiver fi
guratief beeldje dat in Cadzand-Bad zal
komen te staan.
Zoutelande 1987
Sinds enkele jaren wonen Guido en Re
becca inderdaad in Zoutelande. Op een
afgelegen plekje, in een karakteristiek
huis met een atelier en een grote tuin.
Groede kun je niet aan de overkant zien
liggen, maar dat is ook niet meer nodig:
Het verleden heeft zijn plaats gekregen
in Guido's ontwikkelingsproces.
Ik begin pas, zegt Guido Metsers, omdat
hij daar nu de volledige vrijheid voor
heeft.
Als vakman rijp voor hij dat als mens
was, dat verklaart waarom bezieling in
zijn technisch zo volmaakte jeugdwer
ken het onderspit heeft moeten delven
van agressie - elk wonderkind moet een
total loss overwinnen.
Dat dat onder vaderlijke druk gepaard
kan gaan met branieschopperij, lijkt niet
verwonderlijk. En dat op zijn beurt het
positieve aspect van die druk pas blijkt
bij het wegvallen ervan, zal ook niemand
verbazen. Eveneens zal het duidelijk zijn
dat dit in de eerste plaats voor Guido's
ontwikkeling als schilder geldt; als
beeldhouwer kon hij zich van meet af
aan, zonder een te grote druk, ook emo
tioneel ontplooien.
Op schilderwerk wil Guido zich in de na
bije toekomst voornamelijk toeleggen.
Wat ik allemaal zou willen, daar is het
leven te kort voor, maar met lieflijkheid
zou ik willen beginnen.
Dat sluit voor mij direct aan bij de eerste
schilderwerken van Guido Metsers die
mij door hun bezieling, hun weemoedige
karakter, bewogen: het terecht be
kroonde schilderij van zijn moeder, het
portret van zijn vader en het schilderij
van zijn neefje Hugo.
Die werken stammen uit 1 973 en 1 974;
met des te meer verwachting kijk ik uit
naar de werken die nog zullen komen.
Libel
Zoals de libel blauw trilt
zo teer zou het moeten lijken
- Een luchtbel met waterjuffers
spat, te licht bevonden, uiteen,
de rimpeling onvermoed: ons
verdampen weet niet van wijken
bij tijdelijkheid op vleugels
die als een ademspoor
langs 't hardste strijken -
zo ragfijn zou het moeten zijn
haar luchtruim, onze zorg daarvoor.
Francisca van Vloten