„moedeloos en wanhopend" 57 ten, zoo weinigen aantreffen, die, door uiterlijke kenteekenen van kracht en gezondheid, zich doen op merken; wanneer wij daarentegen ons oog zien aangetrokken door zoo menig bleek gelaat en uitgeteerd voorkomen, en men daarbij de me nigte van zwakke en ziekelijke we zens aanschouwt, die, ofschoon niet overal in gelijke mate, toch in vele streken onzer Provincie, en vooral in de Vlaamsche districten, U, in aan zienlijke getale, op de dorpen en langs de wegen ontmoeten, dan voorzeker moeten wij erkennen, dat de materiële toestand der arbeiden de klasse een onderzoek als het on derhavige meer dan noodzakelijk maakt, en tot het uitzien naar midde len van herstel dringend noopt." Maar niet alleen op het platteland was de toestand van de bevolking kommer vol. In de steden was de nood nog hoger. Zo bestond in Middelburg een overschot aan ongeschoold personeel. Grote groe pen arbeiders hingen dagelijks in ledig heid op straat rond, terwijl zij wachtten op een tijdelijk baantje als sjouwer of kruier. De arts Coronel bespeurde bij deze arbeiders een zekere mate van traagheid en afwezigheid van werklust, die volgens hem voortkwam uit een ge brek aan fysieke kracht. De voeding was dermate karig (men leefde enkel op brood, aardappelen met azijn en mos terd en soms meelpap), dat zij onge schikt waren voor zware arbeid. Vele werknemers werden ziek tijdens de ar beid en moesten het werk verlaten. Geen wonder dat in de jaren veertig van de 1 9e eeuw de emigratie naar Amerika massale vormen begon aan te nemen. Onrustige tijden In de jaren veertig van de 19e eeuw vormde het handhaven van de openbare orde steeds meer een probleem. Het be waren van de rust was vooral de taak van de gouverneur van de provincie baron Ewoud van Vredenburch. Hij eiste van de burgemeesters in Zeeland dat ze elke ongeregeldheid bij hem meldden.Zono dig verleende hij bijstand door het zen den van een detachement soldaten of marechaussees. Klachten over bedelarij werden in deze tijd steeds veelvuldiger. Afzonderlijke bedelaars waren niet gevaarlijk, hoewel hun grote aantallen op den duur be zwaarlijk werden voor de beurzen van de boeren. De tijdgenoot Bachiene meldde dat hij in de winter wel eens tweehon derd bedelaars op één dag aan de deur had gekregen en dat zelfs 's zomers het bedelen niet geheel ophield. Bedreigender werd het bedelen wan neer het in groepsverband plaatsvond. Dit gebeurde wel bij het traditionele nieuwjaarswensen, waarbij het de ge woonte was, dat de armen bij de boeren aan huis kwamen en daarbij liefdadig heidsgeschenken overhandigd kregen. Met de slechte tijdsomstandigheden liep dit in West Zeeuwsch-Vlaanderen steeds meer uit de hand. Vreemdelingen werden op nieuwjaarsdag aangetrokken en in grote groepen zwierf men van de ene boerderij naar de andere, wat aan leiding gaf tot „losbandigheid". Gevolg was dat in vele plaatsen het „bedelen onder voorwendsel van nieuwjaarswen sen" werd verboden, vreemdelingen werden die dag uit de dorpen geweerd en de hele dag liet men patrouilles rond gaan. Om de armen hun giften niet te ontnemen gingen er intekenlijsten bij de boeren rond, waarna de hierbij toege zegde giften later konden worden afge haald. Een ander verschijnsel op het platteland was dat van de „nachtelijke bedelarijen". Het gebeurde dat in het holst van de nacht bij landbouwers op afgelegen hof steden werd aangeklopt, waarbij om voedsel of geld werd gevraagd. Al werd daarbij vaak geen (soms echter wel) po ging tot afpersing gedaan, toch werd dit door de boeren vanwege het nachtelijke tijdstip en het verzamelde aantal perso nen als bedreigend ervaren. Na het voorgaande is het niet meer ver wonderlijk dat de criminaliteitscijfers in de jaren veertig een sterke stijging te zien gaven. Vooral het aantal veroorde lingen wegens diefstal dat uit armoede werd begaan, nam schrikwekkend toe. Aard van de sociale onrust Zoals eerder aangegeven kwamen ook acties voor van sociaal protest. Vaak was de overheid hierbij betrokken, ook wan neer de ongeregeldheden tegen particu lieren waren gericht. Zo protesteerden in de zomer van 1 845 Zeeuwsvlaamse lan darbeiders tegen het in dienst nemen van grote aantallen (goedkopere) Belgi sche arbeiders door Nederlandse boe ren. Door het aannemen van de Belgen liepen de Nederlandse werknemers

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 19