„MOEDELOOS EN WANHOPEND
rpfc 2u,ke
Sociale onrust in Zeeland, 1845-1846
Paul Kroes
Een geval van sociaal protest
West Zeeuwsch-Vlaanderen, 23 no
vember 1 845 om elf uur 's avonds. De
hofstede van landbouwer en gemeente
raadslid Izaak Nortier, eenzaam gelegen
op een kwartier gaans van Oostburg, is
in diepe rust. Zoals op het platteland ge
bruikelijk is, liggen de bewoners op dit
tijdstip in de bedstede. Dan wordt de
rust ruw verstoord doordat ongeveer
twintig personen, waaronder twee vrou
wen, met een boomstam één der deuren
openrammen en de woning binnendrin
gen.
De gemaskerde bendeleden, bijna allen
arbeiders, sommeren de verschrikte be
woners om zich stil te houden en gaan
op zoek naar buit. Het meubilair wordt
aan diggelen geslagen. Linnengoed,
geldstukken en een gouden horloge ver
wisselen van eigenaar, terwijl enkele
bendeleden hoofdbewoner Nortier met
een geweerkolf en een fles zwaar mis
handelen. Volgens de aanwezige mede
bewoners heeft hij zijn leven alleen te
danken aan de opmerking „laat de man
leven" van één van de overvallers. Ten
slotte verdwijnt de bende onder het
meenemen van de buit.
Op het eerste gezicht gaat het hier om
een ernstig geval van een gewapende
roofoverval zoals die soms plaatsvonden
op het platteland. Na een gerechtelijk
vooronderzoek van de officier van justi
tie uit Middelburg bleek er volgens zijn
rapport echter meer aan de hand te zijn.
De overval had te maken met een vete
tussen landarbeiders en deze landbou
wer. Nortier behandelde volgens de offi
cier zijn arbeiders op heerszuchtige wij
ze. Bovendien had hij, in functie van ge
meenteraadslid, een voorstel ingediend
om de armen als voedsel paardebonen
(tuinbonen) te verstrekken. Tijdens zijn
mishandeling was Nortier toegevoegd:
„dit zijn nu paardebonen en dat is ger-
stemeel". Paardebonen werden als vee
voeder beschouwd. Tenslotte speelde
een rol dat Nortier in de zomervan 1 845
vooral Belgische arbeiders in dienst had
genomen, terwijl op dat moment de
Zeeuwsvlaamse arbeiders werkloos
rondliepen.
Hier is duidelijk sprake van sociaal pro
test van een groep landarbeiders. Het
ging bij de overval niet alléén om gelde
lijk gewin: men protesteerde tegen een
bestaande maatschappelijke situatie.
Zeeland kende in de jaren 1 845 en 1 846
meer protestacties van de bevolking. Dit
sociaal protest richtte zich vaak tegen
particulieren maar ook wel tegen de
overheid. Enkele voorbeelden: in Co-
lijnsplaat sprak een menigte de burge
meester op dreigende wijze aan, omdat
men vond dat de bedelingen niet vol
doende waren. In Hulst kwamen samen
scholingen voor tegen de plaatselijke
bakkers, toen zij prijsverhogingen aan
kondigden. In Zierikzee vonden volks
oplopen plaats, nadat er deurwaarders
begonnen met de openbare verkoop van
inboedels van belastingschuldigen.
Daarnaast bevrijdde een menigte twee
bedelaarsters uit het huis van arrest te
Breskens, omdat zij vond datdetweeten
onrechte waren gearresteerd.
Sociaal-economische achtergrond
De ongeregeldheden kwamen niet uit de
lucht vallen. Sociaal-economische oor
zaken zijn duidelijk aan te wijzen.
De economie in Zeeland bevond zich in
de eerste helft van de 19e eeuw bijna
voortdurend in een crisissituatie. De
landbouw, de belangrijkste inkomsten
bron, maakte moeilijke tijden mee. Door
concurrentie uit het buitenland ontvin
gen de landbouwers extreem lage be
dragen voor geproduceerde landbouw-
produkten als graan en meekrap. Het
landbouwbedrijf was in deze jaren nau
welijks lonend.
De Zeeuwse boeren zochten een oplos
sing om het hoofd boven water te hou
den. De landbouwers lieten de grond
minder intensief bewerken, zodat men
minder arbeidskosten aan arbeiders
hoefde te betalen. Zij verlichtten hier
mee hun lasten, maar voor de arbeiden
de bevolking was deze situatie funest.
Juist op een moment dat de bevolking
gestaag groeide, kromp de werkgele
genheid. Vaak liepen arbeiders werkloos
rond waardoor een groot deel van de be
volking in toenemende mate verarmde.
Een ambtenaar rapporteerde dat deze
situatie de werkwillige arbeider „moe
deloos en wanhopend" maakte.
Vanaf 1845 nam de ramp nog grotere
vormen aan omdat in deze jaren voor het
eerst de aardappelziekte uitbrak. Hele
oogsten mislukten en er werd massaal
honger geleden. Volgens schattingen
stierven in de periode 1846-1849 in
Zeeland 3362 personen door gebrek
aan voedsel.
In kringen van de in 1843 opgerichte
Zeeuwsche Landbouw Maatschappij
groeide de bezorgdheid en wel zodanig
dat men een onderzoek liet instellen
naar de situatie op het Zeeuwse platte
land. In het rapport wordt de uitvoering
van het onderzoek als volgt gerecht
vaardigd:
„Wanneer wij eenen aandachtigen
blik slaan op de uitwendige gesteld
heid der bevolking ten plattelande,
en, voornamelijk in sommige distric-
Berichten over sociale onrust in de Middelburgsche Courant 1 845-1 846.
v,e4'»V-w!'voOt'«" 4et 'U.e'.u lV'.v-e rot eene gevangen isscrat van One jaren, retreating va:
vjeosc 4° fi.Ts patent als bakker, met ontzeggi ng van de bevoegd
vV\i 6e^urenc*e den c'-'d zijner gevangenisstraf dergelij)
„fa. ^,0/^ vp&e° orlancren: en voorts in de kosten van het proces.
■5» «s <t£
c\ etc -mers die iets doen kur sw hoonr Ant a zooaanigen ontrustenden sarA j
"°êtanS V' h" "men "orden" ten ST"' m"treeEle" sullen'ge'
boter, 1200 turven en 300 mutsaards. 1 den, met intrekking tevens van ucü.... r
vergunning aan de commissie door alle gever:
Men schrnr"'««de ontoereikend vare ter WU tnonen melden dat na langdurige en on.fge
je; 'J,c ons V3 - ,-.n ais men onderzoekingen, dc justitie is gekomen ophetspoo
t strel- n JnsP!aat a ^er daders vtn de menigvuldige nachtelijke aanrandingen
'Uur dl ,T'°' *«r' W ersingen en dieverijen, op de hof-steden onder Oost
)ia ezer Phacs deC^C" te *unneu Ct nabuJ"'&e gemeenten in het'4de district dezer pro
d° "««e de„,
dat door geheele soms van wapenen voorziene, bendei
*Dkni°Ikioe dezer" aa"s'3a''iden 1?^ aa" den w°°rd» in het naïaar vaa ,845. en dat dientengevolgi
aan,'!"5 VCr°rden/ein,?e':re te 'n de h"g ttn-veertigtal beklaagden zich in het hui* ^cr