trouw en verraad tijdens de nederlandse opstand
5
stellen tegen aanvallen uit het zuiden
dus9). Ook uit zulke verschillen in visie
kwamen tal van tegenstellingen in de
Nederlanden voort.
Naast, en deels verweven met deze poli
tieke en bestuurlijke kwesties kwamen
de religieuze problemen. Nog in het be
gin van de 1 6e eeuw bestond er in West-
Europa slechts één kerk, die van Rome,
en vielen kerk en samenleving volledig
samen. Wie als ketter buiten de kerk was
geplaatst bevond zich tevens buiten de
maatschappij. Een drastische verande
ring kwam in deze situatie ten gevolge
van de Reformatie. Buiten de kerk van
Rome ontstonden nieuwe stromingen,
die geleidelijkaan kerkelijke vormen
zouden aannemen: lutheranen en do
pers eerst en, vanaf circa 1 560, de calvi
nisten.
Voor vorst en onderdaan deed zich on
vermijdelijk de vraag voor, of binnen de
staat de oude situatie met één kerk
moest worden gehandhaafd, dan wel of
er diverse kerken naast elkaar zouden
kunnen bestaan. Voor vrijwel alle vor
sten in Europa was dit laatste uitgeslo
ten. Zoals nagenoeg al hun tijdgenoten
waren zij er in hun geweten van over
tuigd dat slechts één leer de ware kon
zijn. Bovendien hadden zij politieke re
denen om in hun staat maar één kerk toe
te laten. Al eeuwenlang, en in versterkte
mate sinds de 1 5e eeuw, bestond in de
Europese landen een nauwe samenwer
king tussen staat en kerk. De vorst be
schermde de kerk binnen de grenzen
van zijn rijk, de kerk steunde het vorste
lijk beleid. In Duitsland werd in 1555
besloten, het principe van één kerk per
staat vast te leggen in het adagium
„Cuius regio, eius religio" - wiens land,
diens godsdienst. Ook elders volgden
vorsten deze lijn. Alleen was in Europa
niet bepaald, dat iedere vorst dezelf
de religie diende voor te schrijven. Re
sultaat van deze situatie was, dat iedere
onderdaan die afweek van de officieel
aangewezen leer niet alleen een ketter
was maar, wegens ongehoorzaamheid
aan de vorst, tegelijk een rebel. Slechts
in Frankrijk zou in de loop der jaren zes
tig een nieuwe situatie tot ontwikkeling
komen: hier kregen calvinistische min
derheden ook enige rechten.
Voor de onderdanen deed zich echter
het probleem voor dat zij niet dezelfde
vrije keuze voor de ene religie of de an
dere hadden als de vorst. Dwongen hun
gewetens of de omstandigheden hen tot
een andere beslissing, dan dreigden ver
volging en zware straf of vrijwillige bal
lingschap. Zo was het ook in de Neder
landen waar de Habsburgers alleen de
orthodoxie van Rome toestonden en
vanaf 1520 andersdenkenden lieten
vervolgen. Naar de huidige schattingen
werden er in de loop der eeuw over de
zen circa 3.000 doodvonnissen voltrok
ken. De samenleving was echter zo open
dat alle nieuwe stromingen er toch aan
hang kregen en zich tussen de leerstelli-
Hart van Antwerpen, 1 565.