zonneveld 1909-1984
86
In 1919 werd Lize van den Broecke op
genomen in het bestuur van de op 7 mei
1913 in de sociëteit „De Vergenoe
ging" te Middelburg opgerichte Provin
ciale Zeeuwsche Vereeniging tot be
strijding der tuberculose. Deze vereni
ging kreeg in 1 914 de arts Hoorweg tot
secretaris, dezelfde die in 1 929 zo sym
pathiek over het werk van de opricht
ster van Zonneveld had geschreven.
Tussen de besturen van de genoemde
Zeeuwsche Vereeniging en de stichting
Zonneveld bestond een sterke persone
le unie. De artsen Orbaan en Hoorweg,
secretaris en districtsarts van de Ver
eeniging traden toe tot het bestuur van
Zonneveld, evenals jhr. W. Z. van Tey-
lingen, de burgemeester van Oostka-
pelle, sedert het begin van Zonneveld
een grote steun voor het werk van Lize
van den Broecke. Verder maakten de
dames Van Woelderen en A. G. van der
Have-Lucieer, arts te Kapelle, deel uit
van het bestuur der stichting.
C. A. van Woelderen, burgemeester van
Vlissingen en voorzitter van de Zeeuw
sche Vereeniging tot bestrijding der tu
berculose heeft in een gedenkschrift de
band tussen Zonneveld en de Vereeni
ging beschreven. „De doktoren Orbaan
en Hoorweg hebben dadelijk in 1 929 al
hunne bekwaamheid, ervaring en werk
kracht in dienst van Zonneveld gesteld,
om hiervan eene modelinrichting te
maken, daarbij krachtdadig geassis
teerd door hunne collega's Van der Ha
ve en Vaandrager, den behandelenden
geneesheer en aan Mevrouw van der
Have komt daarbij onze zeer bijzondere
dank toe voor hare zeer bekwame en
getrouwe zorgen als secretaresse-pen-
ningmeesteresse der Stichting. Zonne
veld werd door nieuwbouw belangrijk
vergroot waarvan de officiële inge
bruikstelling met een onthulling van
een gedenkplaat ter nagedachtenis van
de stichtster op 25 Maart 1935 plaats
had door Mevrouw Quarles van Ufford,
geb. Baronesse Mulert tot de Leemcule.
Zonneveld bezit thans eene capaciteit
van 70 kinderbedden". Aldus het ge
denkschrift van 1938.
Intussen was de stichtster, Elisabeth Di-
na van den Broecke, op 23 oktober
1 932 overleden. Altijd attent schreef zij
kort voor haar dood aan een nichtje een
briefje als dank voor een geschenk, „ik
moet je toch met een enkel woord dan
ken voor wat je voor mij gedaan hebt.
Het is niet gemakkelijk onze innigste en
met strijd gewonnen overtuiging mee te
deelen en daarom weet ik, dat je het
deed uit liefde voor mij en om mij te hel
pen. Het boekje wordt eiken dag open
geslagen, soms 's nachts, als ik niet sla
pen kan. Soms geeft het mij rust. Maar
wat is het moeilijk iets te bereiken in de
hoogere dingen; tenminste voor mij is
het strijden tot nu toe".
Op portretten toont haar gezicht een
mengeling van vriendelijkheid en ge
strengheid. Haar optreden wat betreft
Zonneveld als inrichting maakt een be
sliste indruk, maar haar houding tegen
over zelfbewuste verpleegsters ver
toont aarzeling en onzekerheid. „Haar"
kinderen, haar „gezin", waren het mid
delpunt, maar tot kort voor haar dood
worstelt zij om zekerheid in haar gees
telijk leven.
De periode tot aan het
veertigjarig jubileum
(1949)
Het is frappant dat het zeehospitium
„Zonneveld" al de jaren door een goede
publiciteit heeft gehad. Dat lag voor een
deel aan de aard van de instelling, maar
ook aan de wijze waarop het bestuur
naar buiten optrad; het schuwde de pu
bliciteit niet, integendeel. Een voor
beeld hiervan is het veertigjarig jubi
leum in februari 1949, dat ruim aan
dacht in regionale en landelijke kranten
kreeg. Natuurlijk kwam hier ook uitvoe
rig de rol die Lize van den Broecke in het
geheel had gespeeld ter sprake. Het zijn
vooral de secretaresse-penningmees-
teresse van de stichting, mevrouw Van
der Have-Lucieer, en de geneesheer
van „Zonneveld", dr. B. Vaandrager, die
in uitvoerige interviews de geschiede
nis en betekenis van de instelling naar
voren brachten. Dr. Vaandrager kreeg
ter gelegenheid van het jubileum het
ridderschap van de Orde van Oranje-
Nassau, mevrouw Van der Have kreeg
deze onderscheiding een jaar eerder.
De jaren 1 935 tot 1 949 zijn de jaren
van expansie. Nauwelijks was de uit
breiding in maart 1935 een feit of de
eerste groep van dertig kinderen uit
Rotterdam kwam in „Zonneveld" aan.
Dit was het gevolg van een overeen-