zeeweringen en boulevards van vlissingen
106
Grand Hötel des Bains op het duin ca. 1900. Duidelijk is hier de De Muralt-trapjesglooiing te zien.
ken. Deze duinregel met de hierachter
gelegen gronden moeten in de loop der
tijden steeds meer uitgeschuurd en op
den duur geheel verdwenen zijn. Dat dit
juist in Zeeland en in mindere mate in
het noorden van Nederland plaats vond
komt vooral doordat op deze plaatsen
de normale gemiddelde hoogwater
stand hoger is dan noordelijker langs de
kust, dit weer als gevolg van de trech-
tervorm van de Noordzee.
Uit de citaten blijkt ook, dat de in het
verleden aangelegde waterkeringen
geregeld, als gevolg van stormvloeden,
werden doorbroken, waardoor land aan
de zee moest worden prijsgegeven.
Bedijkingen
In onze streken heeft stelselmatige be
dijking vanaf ongeveer de 12e eeuw
plaatsgevonden.
Het ging dan (nog) om defensieve be
dijking (beveiliging tegen de zee) ver
moedelijk naar aanleiding van de grote
vloed van 11 34, waardoor de opgewor
pen woonhoogten niet meer voldoende
waren 5).
Op last van wie en dóór wie de eerste
bedijkingen aangelegd zijn, is door de
schaarste aan bronnenmateriaal niet
meer exact te achterhalen. Wèl bekend
is dat Floris III, graaf van Holland
(1157-11 90) bij de bedijking op grote
schaal op de Zeeuwse eilanden een lei
dinggevende rol heeft gespeeld. Waar
schijnlijk heeft ook Filips van de Elzas,
graaf van Vlaanderen (1168-1191)
hier een rol gespeeld. (Het bestuur over
Zeeland vormde in die tijd een voortdu
rende twistappel tussen de graven van
Vlaanderen en van Holland.)
Het werk, aanleg zowel als onderhoud,
aan de dijken zal gebeurd zijn op bevel
van de graaf door nagenoeg de totale
bevolking (manschap plicht) door tus
senkomst van één of meer plaatselijke
grootheden6), in gelijke zin als men
destijds verplicht was om het land
tegen invallen van vijanden te verdedi
gen.
Op dezelfde manier en om dezelfde re
den, werd de totale bevolking verplicht
om financieel bij te dragen aan het on
derhoud van de dijken7) nadat pogin
gen, evenals elders, om elk alleen maar
voor zijn eigen stuk te laten zorgen mis
lukt waren. (Elke dijk was immers maar
zo sterk als het stuk dat het slechtste
verzorgd was).
Oudste periode tot 1439
De oudst bekende dijk, die van 1293,
liep van Dijkshoek Dishoek) waar hij
aansloot bij de duinen tot een punt in
het verlengde van het tegenwoordige
Roeiershoofd in een wijde boog daar
waar nu de zee stroomt. De afstand van
af het huidige badstrand tot aan die eer
ste dijk moet in rechte lijn ongeveer
1000 m bedragen hebben.
Diverse dijkdoorbraken en daarmee
verlies van land tussen 1326 en 1439
zijn er oorzaak van dat de laatst aange
legde slaperdijk uiteindelijk waker is
geworden.
In 1 366 en 1 367 is men zelfs met man
en macht uit Middelburg gekomen om
een slaperdijk te Vlissingen aan te leg
gen.
Een post in de Middelburgse stadsreke
ning van die tijd zegt daarover: „Item
Gemiddeld hoogwater en laagwater langs de Nederlandse kust.
Hieruit blijkt dat langs de Nederlandse kust te Vlissingen het tijverschil het grootst is, het neemt af tot onge
veer bij Den Helder, om daarna tot Delfzijl weer regelmatig toe te nemen.
200 202
200