de verhouding van zeeland tot de protestanten van de XVIe tot de XlXe eeuw (II)
65
volgens het eenen veertichsten articul
van den Vreede, dien aengaende eenich
belet mach werden toegebracht, direc-
telyck noch indirectelyck".
De Staten Generaal verzoeken de aarts
bisschop ernstiglijk „dat de twee per-
soonen van de gedane citatie mogen
worden bevrijt, ende voorts gene vexa
tie (geplaag) ofte moeyte meer (worde)
aengedaen".
De Staten Generaal spreken de hoop uit
dat de verhoudingen goed mogen we
zen en blijven, „om alsoo de naebuyr-
lycke vruntschap en correspondentie te
beter te mogen cultiveren". Maar zon
der enige dreiging kan deze brief blijk
baar toch niet eindigen. Er wordt herin
nerd aan het „miscontentement en
ernst veroorsaeckt als onlancx in see-
ckere saecke van eenen Joan Stoet is
voorgevallen, wiens kinderen hem lan
ge tyt wierden onthouden en gewey-
gert doch eyndelyck gerestitueert (te
rug gegeven) naer dat daertoe van dese
syde middelen van naedruck waren ge-
bruyckt ende effectivelyck in twerck
gestelt". Op deze zaak komen we nog
terug. De aartsbisschop heeft toen bak
zeil moeten halen.
In het archief van het aartsbisdom Me-
chelen heeft E. Hubert een authentieke
acte gevonden van iemand die zich ook
burger van Sas van Gent heeft laten ma
ken en aldaar wettelijk getrouwd is. In
1 663 bericht de bisschop van Doornik
aan de koning dat verscheidene inwo
ners van Herlies (nu Frans-Vlaanderen)
zich burger van Sas van Gent hebben
laten maken. Terug in hun dorp, weige
ren zij hun religieuse plichten te vervul
len en verklaren openlijk dat zij calvinis
ten zijn. De bisschop acht het van be
lang dat onmiddellijk een grens wordt
gesteld aan deze „nouveauté", indien
men verderfelijke gevolgen wil vermij
den. Het authentieke stuk is aan de bis
schoppelijke brief toegevoegd. Het
luidt:
„Wy Bailliu, Burgemeester ende Sche
penen van Sas van Ghent, declareren
ende attesteren (verklaren) dat Jan
Hennequin, geboren van de parochie
van Herlie, Casselrye van Ryssele, is on
zen borger ende inwoonder alhier ende
zyne domicilie is houdend ten huyse
van Sr Maximilien van Ooyen ende zyne
burgerlycke lasten getrouwelick is vol
doende en dragende. Versoekende ter-
halven alle officieren en justicieren
(recht handhavers), soo politieke, mili
tairals geestelijcke alwaer deselve haer
domicilie ofte gouvernement souden
mogen hebben, den voorn. Jan Henne-
kin te erkennen voor onzen burger ende
inwoonder ende dien volgende het vol
komen effect van onse burgerlijcke pri
vilegie te laten genieten in teeken der
waerheit, hebben Wy Bailleu, burge
meester ende schepenen onse seghel
van stucken hierop doen drucken, ende
by onse secretaire doen onderteeke
nen. Actum thans voorn, desen 28 julij
1663".
De bisschop van Doornik doet een be
roep op de regering in Brussel om een
einde te maken aan een misbruik (abus)
dat steeds meer wordt gesignaleerd. I n-
woners van Doornik en Valencijn krij
gen steeds meer het burgerschap van
Sas van Gent, om hier dan hun huwelijk
te laten sluiten door een gereformeerde
predikant. Daarna komen zij terug in
hun woonplaats en gaan er publiekelijk
samenleven, terwijl zij hun kerk verla
ten en openlijk de ketterij aanhangen,
wat een doeltreffende propaganda be
tekent. (23 juli 1 664). De aartsbisschop
van Mechelen stelt voor dat er onder
handelingen moeten komen met de
Staten Generaal om een eind te maken
aan het misbruik van deze „prétendues
bourgeoisies". Men kan zich niet beper
ken tot een diplomatieke stap. Het gaat
om zaken die zeer ernstig moeten wor
den genomen namelijk om de geldig
heid van het huwelijk, de status van de
kinderen, de overdracht van goederen,
het maken van een testament. De voor
zichtigheid van de regering is te ver ge
dreven en dat brengt allerlei verwikke
lingen mee. Aldus de aartsbisschop in
een schrijven aan de regering van 30
aug. 1664. Hij herinnert aan de grote
lijn van de wet: alle huwelijk dat niet
conform is aan de regels van het conci
lie van Trente, zal zonder waarde zijn.
De zogenaamde echtgenoten zullen
moeten scheiden. Maar ook de aarts
bisschop wil weer geen interventie van
de Republiek.
Wat moet de regering in Brussel doen?
Ze is gebonden aan het koninklijk gezag
in Madrid. De koning wilde zelfs geen
gewetensvrijheid toestaan. Tegelijk
heeft de Republiek de middelen gevon
den om praktisch een zekere vrijheid
voor de protestanten in de Spaanse Ne
derlanden af te dwingen. De regering in
Brussel is machteloos. Zij komt in
steeds grotere verlegenheid en weet
niet welke kant zij op moet gaan. Het
blijkt steeds meer een vraag te zijn wat
de provinciale en lagere autoriteiten
zullen doen en dat ligt telkens weer an
ders in de verschillende delen van het
land.
Reeds op 1 3 dec. 1 656 had indertijd de
Spaanse gezant in Den Haag de Staten
Generaal uitgenodigd een reglement
samen te stellen, waarin precies staat
aangegeven „la bourgeoisie et I' ha bi -
tantage sur Ie territoire de la Républi-
que par des étrangers". Het systeem
door de protestanten in de Spaanse Ne
derlanden in praktijk gebracht, gaat ge
heel om buiten de bepalingen van het
vredesverdrag van Munster, hoewel
men zich daarop beroept. Dit is louter
een fictie. Het is openlijk bedrog.
De Staten Generaal antwoorden hem
dat de steden bepaalde rechten hebben
en daartoe behoort ook dat zij alleen het
recht hebben de titel van „burger" te
geven. De regering kan moeilijk deze
wezenlijke regel veranderen.
De gezant merkt daarna op dat zijn Ko
ning geen frauduleus domicilie kan
aanvaarden als „authentique". De Sta
ten Generaal houden verder de oren
doof. Het is hun wel goed. De Spaanse
gezant krijgt geen antwoord meer...
De betekenis van Sas van Gent is voor
de protestanten in Vlaanderen be-
lang-rijk geweest. Het zou, geloof ik, de
moeite waard zijn het archief van de
kerkeraad, met doop- en trouwboeken,
zo deze nog aanwezig zijn, na te gaan.
Hoezeer men in Zeeland zich direct be
trokken gevoelde bij hetgeen de protes
tanten in Vlaanderen werd aangedaan,
blijkt uit een resolutie van de Staten Ge
neraal in Den Haag op18jan.1674,aan
de Spaanse Gezant in Den Haag. Ze
luidde:
„Ons is onder het oog gebracht door de
afgevaardigden van Zeeland, dat enige
inwoners van Vlaanderen, onderdanen
van den Koning van Spanje, wonend in
de omgeving van Sas van Gent en in de
ze streken (quartiers) verontrust en ver
volgd zich gevoelen, omdatzij soms het
Woord Gods gaan horen en communi
ceren (avondmaal vieren) met hen die
van de gereformeerde religie zijn in