over boeken
222
G. F. Sandberg - Kruiningen, heerlijk
heid en gemeente. Uitg.: gemeente
Reimerswaal; druk: Van derPeyl, 1 982.
Het is misschien niet helemaal eerlijk
tegenover de auteur, maar deze bespre
king van „Kruiningen, heerlijkheid en
gemeente" - van jhr. dr. G. F. Sandberg
- wil ik met de foto's beginnen. Op pa
gina honderdachttien bijvoorbeeld: op
de vijfentwintigste maart 1915 - zo
meldt het onderschrift - landde een En
gels militair vliegtuig om negen uur op
het hooggelegen bouwland ten oosten
van de Moolweg, nabij de oude koren
molen. Een exact onderschrift: de tijd
van de landing wordt nauwkeurig ge
noemd, zo ook de plaats. Op de foto
staat een aantal mensen, van wie er
drie, met name worden vermeld: burge
meester Dominicus, diens dochter, plus
veldwachter De Nooijer.
Zo'n foto is een wereld op zichzelf. Ja
cobus Henricus Onco Dominicus was
sinds 1905 burgemeester van Kruinin
gen, een rustige, maar bloeiende platte
landsgemeente. In 1914 brak de Eerste
Wereldoorlog uit, een krijg die in grote
delen van Zeeland direct merkbaar was:
Belgische vluchtelingen, maar ook het
zware geluid van de kanonnen tijdens
de verbitterde slagen in het Vlaamse
land. In die tijd begonnen vliegtuigen
een belangrijke rol te spelen en menig
maal verdwaalde een machine van één
der belligerenten boven Zeeland. Een
enkele maal ook zouden ze hun bom-
menlast loslaten, zoals in Sluis, Zierik-
zee en Goes. Op die vijfentwintigste
maart 1915 was er de confrontatie in
Kruiningen. Hoe zou dat gegaan zijn?
Veldwachter Jacobus de Nooijer - in
1919 zou hij ambtenaar ter secretarie
worden - heeft het mogelijk de burge
meester gemeld. Om negen uur in de
ochtend: zou de burgemeester nog
thuis zijn geweest? Vermoedelijk wel,
want zijn dochter staat op de foto - wel
licht is zij met hem meegegaan. De au
teur deelde mij mee: „Ze sprak Engels
en de burgemeester niet". Ook de be
volking is uitgelopen, maar zij wordt
keurig op een afstand gehouden. Niet
door veldwachter De Nooijer overigens,
want die is op de onderste vleugel van
de tweedekker - zo te zien een Avro
504, die de Engelsen voor lichte bom
bardementen gebruikten - geklommen
en aanschouwt het interieur van de
cockpit: kennelijk wenst hij te ontdek
ken hoe zo'n masjien wordt bestuurd.
Vagelijk zijn ook militairen te zien. In
Kruiningen - zo blijkt uit mededelingen
van Sandberg en uit andere foto's in het
boek - waren nogal wat militairen in
gekwartierd. Het nieuwe gemeentehuis
- in 1 914 juist gereed gekomen - moet
zelfs eerst voor hun huisvesting dienst
doen en in een loods van Filius en een
oude landbouwschuur van Van Iwaar-
den stonden mitrailleurs met trekhon
den. Ook daarvan is een foto in het boek
opgenomen, waarbij één der begelei
dende militairen met name wordt ge
noemd: „Willem Boekhout, ingekwar
tierd bij dhr. Job Sinke in de Nieuw-
straat". Willem is, gelet op de banan-
schillen opzijn mouw, duidelijk een ser
geant: misschien zijn de „Krunigers"
onder zijn leiding wel op een afstand
van de Avro 504 gehouden.
Die landing moet een groot evenement
zijn geweest. Een echt vliegmachien in
het dorp. Gelukkig, de burgemeester -
een man van onmiskenbare autoriteit -
vergezeld van zijn veldwachter, was er
bij. De Kruiningers moet dat een gevoel
van geruststelling hebben gegeven:
hun civiel gezag was paraat! Dat alles
nu vertelt één foto. En dan te weten dat
er enige tientallen van dergelijke illu
straties in het boek zijn opgenomen.
Het bestuur van de buurtvereniging „De
Harmonie" bijvoorbeeld bij de installa
tie van burgemeester De Mul in 1 932,
de brandweer in actie op 7 juli 1 928 en
Jan Ie Bleu, koopman in ongeregelde
goederen voor zijn woning op de
„Schotte". En niet te vergeten de foto's
van verenigingen en van schoolklassen,
zowel van Kruiningen als van Hans-
weert. Elke afbeelding is een verhaal,
waarover men uren kan peinzen, over
kleine mensjes van het Zeeuwse platte
land, met de schoolmeesters van toen.
Sommige onderschriften zijn in meer
dan één opzicht tekenend. Vermoede
lijk heeft Sandberg die toegeleverd ge
kregen van oude („echte") Kruiningers
en af en toe hebben deze vermeldingen
daardoor een karakteristiek nevenef
fect gekregen, dat veel van de sfeer
destijds verraadt. Bijvoorbeeld de „ge
slaagde" opname van de hervormde
meisjesvereniging „Philadelphia" in de
kerk van Kruiningen, ca. 1 928. De leden
worden stuk voor stuk genoemd: Diena
de Bel, Sien van de Velde, Keetje Won-
dergem, Kee van Paaschen, wie al niet.
Evenwel, bij de opsomming duikt plot
seling een „Juffr. Seepers" op, géén
voornaam dit keer, maar het wat bur
gerlijke „juffrouw". Waarom? Ik gis
maar wat: juffrouw Seepers zal de leid
ster zijn geweest en mocht daarom niet
met de voornaam worden aangeduid.
Misschien was ze onderwijzeres, mis
schien getrouwd, maar dan niet in de