geestelijke gezondheid en religie
3) J. D. van Scheyen: Verbijstering, vertrouwen
en geloof. Zeeuws Tijdschrift, 1 978, 3.
4) A. Elshout: Balans van het calvinisme in Zee
land. Zeeuws Tijdschrift, 1 975, 3 en 5.
5) J. D. van Scheyen: Bericht aan een theoloog.
Zeeuws Tijdschrift, 1978, 6.
6) F. van Ree: Psychologie en religie. Tijdschrift
voor psychiatrie, 1982, 1.
7) M. Zeegers: Moeilijk in de omgang. Leven met
zenuwzieken. Nijkerk, 1976.
8) Joseph Lortz en Erwin Iserloh: Beknopte ge
schiedenis van de Reformatie. Haarlem, 1971.
9) N. J. Hommes: Misère en grootheid van Cal-
vijn. Delft, z.j.
10) K. Dijk: Korte dogmatiek. Kampen, z.j.
n) P. J. Bouman: Van renaissance tot wereldoor
log. Groningen, z.j.
,2) J. van Genderen e.a.: Zicht op Calvijn. Amster
dam, 1 965.
MEERTENS (Piet), In het voetspoor
van Henriëtte Roland Holst. Radica
len en religieuze socialisten in Ne
derland. ingeleid door Ger Harmsen.
Alphen aan den Rijn, z.j. (1982).
Onder deze titel stelde de redactie van
het Jaarboek voor de geschiedenis van
socialisme en arbeidersbeweging een
bundel samen van opstellen door Dr. P.
J. Meertens over verschillende sociaal
historische onderwerpen. Opgenomen
werden negen biografische artikelen,
die naar de mening van inleider G.
Harmsen reeds lang moeilijk vindbaar
zijn. Over de vraag of de titel nu wel
goed gekozen is, kan men twisten. On
tegenzeggelijk heeft Henriëtte Roland
Holst op P. J. Meertens een geweldige
invloed gehad. Hijzelf getuigt ervan in
een rede over haar gehouden in 1969
voor de Maatschappij der Nederlandse
Letterkunde. Haar werk is hem in de
moeilijkste ogenblikken van zijn leven
tot een onvergetelijke steun geweest.
De manier waarop zij christendom en
socialisme aan elkaar verbond sprak
hem zeer aan. Toch kan ik hem In de
biografieën, die hier worden afgedrukt,
zelden betrappen op onwetenschappe
lijke, subjectieve oordelen, waardoor
Henriëtte in haar literair biografisch
werk zo uitblonk. Als Meertens in haar
voetspoor is getreden, dan beperkt dit
zich hier tot de gekozen onderwerpen.
Als hij al een enkele keer door de
woordkeus zijn eigen politieke voorkeur
laat blijken, verandert dit niets aan het
altijd op precieze feitelijkheden stoe
lende beeld. Daardoorzullen zijn artike
len nog zeer lang voor historici interes
sant blijven, ook wanneer de biogra
fieën geschreven door Henriëtte Roland
Holst nog slechts van literair belang zul
len zijn.
Drie der afgedrukte bijdragen behande
len Zeeuwse onderwerpen. Alle drie zijn
ze reeds eerder herdrukt, namelijk in
Meertens over de Zeeuwen (Middel
burg, Fanoy, 1979). „De opkomst van
het socialisme in Middelburg" en „Mul-
tatuli in Zeeland" werden oorspronke
lijk (in 1961 en 1965) in het Zeeuws
Tijdschrift gepubliceerd, terwijl „Een
Middelburgse burgerfamilie. Kornelis
Baart en zijn dochters" in 1970 ver
scheen in het Archief Zeeuwsch Genoot
schap.
In de „Middelburgse familie" wordt
eerst de levensloop van Elize Baart ge
schetst, het excentrieke meisje dat, in
strijd met alle wijze adviezen van haar
vriendin Mina Kruseman, in 1879
trouwde met de nog veel excentrieker
B. P. Korteweg. Acht maanden na hun
huwelijk pleegden ze gezamenlijk zelf
moord. Ook haar zuster Lucy behoorde
tot de intimi van Mina Kruseman (ten
onrechte door Meertens een mannen-
haatster genoemd), ook zij schreef no
vellen, veel minder larmoyant dan die
van haar zuster. Beiden speelden een
kleine rol in de socialistische beweging.
Evenmin als hun vader, de progressief-
liberaal Kornelis Baart, komen ze in
aanmerking voor het predicaat reli
gieus-socialist of radicaal, zoals de on
dertitel van de bundel doet verwachten.
Dit geldt evenzeer voor de personen die
figureren in het artikel „Multatuli in
Zeeland". Alleen in „De opkomst van
het socialismekomen we de beloof
de radicalen en socialisten tegen.
Al met al is de door Harmsen in het
vooruitzicht gestelde rode draad, die de
artikelen verbindt, hier nogal dun. Deze
draad zou bestaan uit „de wijze waarop
christendom en socialisme in Neder
land zich vanaf de vroege negentiende
eeuw tot in het heden eerst vooral vijan
dig of later ook meer vriendschappelijk
ten opzichte van elkaar verhouden".
Hopelijk wek ik hierdoor niet de indruk
dat de bundel beter niet gekocht kan
worden. Ook de niet-Zeeuwse artikelen
van Meertens zijn de moeite van het le
zen meer dan waard. Gaat het de lezer
van deze recensie slechts om de drie
Zeeuwse bijdragen, dan adviseer ik het
duurdere Meertens over de Zeeuwen
aan te schaffen. Daarin is men tenmin
ste zo kies geweest ook de bij de artike
len behorende annotatie af te drukken.
Juist voor „Moeilijk vindbare" opstellen
over Middelburg, een stad waarvan de
sociale geschiedenis toch al nooit meer
volledig geschreven zal kunnen worden
door de ramp van mei 1940, is het
noodzakelijk dat ze geheel herdrukt
worden. Dat de redactie van het Jaar
boek voor de geschiedenisenz. Meer
tens een hommage heeft willen bren
gen valt te waarderen, maar het had
best een wat zorgvuldiger gepresen
teerd eerbetoon moqen zijn.
A. C. M.