DE LAUREAAT VAN HET ABDIJPLEIN
een bijna vergeten bladzijde.
M. P. de Bruin kreeg Edo Bergsma-prijs
merkt, dat de prediking van Pieter van
Dijke een grote invloed heeft gehad. Al
tijdens het verblijf van Sterkenburg ver
lieten een aantal personen de pasopge
richte „diekse kerke" om zich meer
thuis te voelen onder het gehoor van
deze meer „bevindelijke" Sint-Philip-
landse oefenaar-landbouwer.
In grote lijnen hebben wij nu een tijd
spanne van anderhalve eeuw over
brugd. In die achterliggende periode is
enorm veel gebeurd! „Kleine luyden"
hebben zich doen kennen - ook hier -
als vrijgevochten mensen met liefde
voor hun kerken! Dat lang niet alles be
gripvol is verlopen, bewijst wel het sca
la van afsplitsingen vanaf het begin.
„De Afscheiding" is niet bij één gebeu
ren gebleven, maar heeft zich vele ma
len gerepeteerd. Het aanstaande „ge
denkjaar" 1 984 zal alle geestelijke na
zaten opnieuw bepalen bij de „oor
sprong" van de eigen gemeente. Moge
de herdenking van 150 jaar „Afschei
ding" een aanleiding worden tot nadere
bezinning aangaande de vraag „waar
toe" de Heere Zijn Kerk al die jaren - on
danks verdeeldheden door menselijk
misverstand - in stand heeft gehouden.
Wellicht om samen met een schok te
herinneren dat de Heer der Kerk eens
biddend heeft opgemerkt: opdat zij
allen één zijn ...opdat de wereld
gelove.(Johannes 17:21). Dankzij
„geloof-waardig" gemeente-zijn zal de
kerk steeds meer oog krijgen voor de
oorspronkelijke reden van haar be
staan: De mensen daar nog steeds bui
ten.
Geraadpleegde literatuur:
H. Algra: „Het wonder van de negentiende eeuw",
Franeker 1 965.
D. de Rijcke: „Huibert Jacobus Budding en zijn
kring", Middelburg 1906.
A. M. Wessels: „Een merkwaardig vijftal", Vianen
1969.
„Kerkelijk notelboek", handschrift van ouderling
Dirk van Farowé te Nieuwerkerk, waarin beschre
ven de „gemeente-vorming" der Afgescheidenen
op (Schouwen-)Duiveland gedurende de periode
oktober 1 836 tot april 1 845.
Tekening boerderij uit: Duiveland zoals het was
(1974); afb. Christ. Afgesch. Gem. Zierikzee uit:
Zierikzee zoals het was (1970); afscheidingsbrief
uit: Herv. kerkarchief Nieuwerkerk. Overig mate
riaal: Zeeuws Documentatiecentrum.
N.B.: Nadere bronvermeldingen kunt u aantreffen
in mijn uitvoerige studie aangaande dit onderwerp:
„Op zoek naar de kleine lettertjes" of: „De Afschei
ding op Duiveland en in de stad Zierikzee", Kampen
1981.
In de wandeling wordt hij M.P. ge
noemd. Volledig: Marinus Pieter de
Bruin, redacteur van dit Tijdschrift en
hoofd van het Zeeuws Documentatie-
centrun. M.P. torst een groot geheim
met zich mee: hij weet precies - terwijl
anderen slechts vermoeden - waar de
boom der Zeeuwse kennis op het Mid
delburgse Abdijplein staat. Al jaren
proeft hij van de vrucht zonder dat hem
dat slecht bekomt. Dit grote geheim
werd hem - vermoeden sommigen -
lang geleden toevertrouwd door Henk
Pieters, de vroegere bibliothecaris van
de Provinciale Bibliotheek. Destijds gaf
die - staande in de uitleen van zijn insti
tuut - mompelend, af en toe zijn gele
den knorrig-nasale stem verheffend, al
lerlei details weg uit de Zeeuwse historie
aan wie er maar om vroeg.
Evenwel, dit geheim is een zware last te
vens. ledereen in dit land die iets over
Zeeland wil weten - het zijn er zéér ve
len - belt M.P. op en eist inlichtingen. Hij
immers heeft van de vrucht gegeten en
moet nu anderen inlichten. Een soort pa
radijsvloek? Laten we zeggen: een Abdij
verplichting. Hij doet het zonder morren,
sluipt vermoedelijk op stille maannach
ten naar het Abdijplein om daar steeds
weer van die mysterieuze boom te eten.
Daardoor blijkt hij voortdurend meer te
weten en daarvan profiteren tallozen.
Daarvoor zijn hem nu dank en hulde ge
bracht: de ANWB verleende hem de Edo
Bergsma-prijs, samen met tien andere
Nederlanders die zich voor hun regionale
cultuur verdienstelijk hebben gemaakt.
Bij M.P. ging het vooral om zijn werk
voor de Zeeuwse Encyclopedie, dat in
drukwekkende oeuvre van een toege
wijd collectief, waarin hij een centrale fi
guur is zonder nadrukkelijk te zijn. Zijn
weg door de Zeeuwse historie is boven
dien gemarkeerd door een lange reeks
van publikaties, boeken en artikelen, ge
schreven in een gedegen stijl, maar altijd
doortrokken van een grote liefde voor de
provincie, waar hij geboren en getogen
is. Terecht kreeg hij deze prijs. In Den
Haag werd hem die op 10 november
1983 uitgereikt, na een barok-speelse
inleiding van de Groningse commissaris
der koningin Vonhoff en na voorlezing
van de overwegingen door jurysecretaris
Theo Kroon.
De Laureaat van het Abdijplein sprak
een gepast dankwoord, waarin hij zijn
relatie tot het boek in het algemeen aan
gaf met een uitlating van Hugo de Groots
dienstmaagd, Elsje van Houwen/ng, die
de boekenkist met het „Delfts Orakel" -
zoals Jan Romein het noemde - naar
Gorkum bracht. M.P. herinnerde ook nog
even aan Maria van Reigersbergh, de
vrouw die er voor zorgde dat de grote
Huigh met de benen op de grond bleef.
Een nuttige functie, vond M.P., daarbij
dankbaar op zijn echtgenote doelend. De
ANWB had haar met een grote bos bloe
men gehuldigd.
Aan het slot van de bijeenkomst werden
de glazen geheven en handen gedrukt.
Vele vrienden van M.P. uit het Zeeuwse
waren naar Den Haag getogen om hem
te kunnen gelukwensen.
De K.