bron en stroom - ontmoeting met de norbertijnen 202 roeping, inspiratie en zending. De bron was uitgedroogd, de stroom op sterven na dood. Door de verruiming van finan- cieel-economische rijkdom, grondbezit en politieke macht, was de abdij een centrum geworden van wereldlijk ge zag en macht over mensen. Er was geen wel-dadige zelfcorrectie. Diezelfde abdij had enkele eeuwen heel veel goed gedaan voor dit land en zijn bewoners; ze was een centrum van geestelijke verdieping en gebedsleven, waaruit een christianiserende stroom vloeide naar de mensen in Middelburg en de vele parochies. De abdij heeft cul tureel, sociaal en economisch een zeke re welvaart gegeven aan dit land; ze heeft de mensen geleerd en geholpen, land te winnen op de dreigende zee. Moeten wij stenen werpen? Hebben wij niet genoeg stenen geworpen in de voorbije eeuwen? Sereen terugblik kend, kunnen wij ook dankbaar zijn om al het goede dat hier en van hieruit ge beurde. Wij mensen vellen zo graag oordelen. God alleen velt zijn oordeel over de mensen die hier leefden, gebe den en gewerkt hebben, over hun po gen en falen. Belangrijker voor ons is de vraag, wat wij samengekomen op deze plaats, met bron en stroom gaan doen. 7. Middelburg 1983 Op deze plaats hebben gedurende 446 jaar Norbertijnen geleefd en gebeden. Op deze plaats bidden christenen van de Reformatie sedert 409 jaar, om van uit dat gebed te leven. Vandaag ontmoeten we elkaar bij de bron die ons gemeenschappelijk is, de levende Heer, het Woord Gods, dat ons broeders en zusters maakt. Zo is het al tijd geweest, maar we hebben eeuwen geleefd alsof het niet zo was. Moge deze dag een boodschap zijn voor ons allen hier aanwezig: dat wij de zelfde Bron hebben om van te leven - zij het dat we er met andere bekers van drinken -, dat wij samen verantwoorde lijk zijn, dat uit die bron levend water blijft stromen voor velen; geve God dat wij ooit dezelfde bedding mogen vor men voor deze stroom. Een boodschap moge hier klinken voor alle christenen van deze stad en dit eiland, om in elkaar de levende Jezus te herkennen en te erkennen, om zich al tijd weer te blijven hervormen en be keren tot het evangelie, om zich bij deze bron met elkaar te verzoenen, om het beste wat in hen leeft samen te bunde len, opdat de Naam van Jezus moge verkondigd worden in deze streek. Mogen zij samen gestalte geven aan de levende Heer die vandaag in dit land weldoende moet rondgaan. Een boodschap moge klinken voor ons, Norbertijnen en Norbertinessen: om trouw te blijven aan onze evangelische roeping en zending, om bekeringsbe- reide mensen te zijn, om ons ervoor te hoeden dat onze gemeenschappen niet méér centra van macht, aanzien, rijk dom en zelfhandhaving worden, dan centra van diepe menselijkheid, reli gieuze diepgang, dienende en delende liefde met hen die het in Gods naam van ons mogen verwachten. Moge de Heer Jezus in ons allen en in onze kerken Bron en Stroom zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1983 | | pagina 10