zeeuwen en indië 184 liever dan dat dit blad zonder meer zijn gezonde politiek blijft handhaven. Ne derland helpt met gebed, gaven en krachten Indië. Wie dat niet doet is geen Nederlander". In de loop van de tijd werd steeds dui delijker dat de Nederlandse regering bij geen enkele grote mogendheid meer steun vond voor haar beleid. Vooral tij dens de tweede militaire actie bleek hoezeer Nederland in het verdomhoek je van de wereldopinie zat. In de resolu tie die de Veiligheidsraad eind januari 1 949 aannam stond dat Nederland alle militairen terug moest trekken. „Bar bertje moest hangen" aldus het Zeeuwsch Dagblad in een misplaatste vergelijking. De Veiligheidsraad mengt zich in interne aangelegenheden vol gens de PZC. „Ze miskennen opzettelijk de bedoelingen van een kleine staat. Dit kruist lijnrecht in tegen het zuivere rechtsgevoel van de gevonniste" (6 ja nuari 1949). Gevoelens van patriottis me vierden hoogtij in de krante-kolom- men.'Klaagzangen over het „wanbegrip van de gehele wereld" waren veelvuldig te beluisteren. Een meneer uit Goes voerde een opvallende éénmansactie tegen het buitenlandse onbegrip. Hij schreef een brief aan Dr. Jessup, de ver tegenwoordiger van de Verenigde Sta ten in de Verenigde Naties, waarin hij tot uitdrukking bracht hoezeer de Ne derlanders in hun nationaal bewustzijn en rechtsgevoel gekrenkt waren. De briefschrijver kreeg honderden adhe siebetuigingen in de vorm van kaarten, telegrammen en brieven. Hij riep op om ze allemaal naar het Witte Huis te stu ren. De Stem zegt trots te zijn op „deze fiere daad van een Zeeuw" 1 9 februari 1 949). Enige maanden later kreeg deze actie nog een staartje toen een Ameri kaans journalist de briefschrijver op zocht. Dat de Indonesische kwestie ook de plaatselijke afdelingen van politieke partijen niet onberoerd liet blijkt uit de volgende voorbeelden. Vlissingse VVD- ers eisten het aftreden van hun partijge noot minister D. U. Stikker wanneer het regeringsbeleid niet zou veranderen. Ze wilden een zelfbewustere Nederlandse politiek in Indonesië en afwijzing van in terventie door de Veiligheidsraad. (De Stem op 16 december 1948). De heer L. N. Palar, van Indonesische afkomst en kamerlid voor de PvdA, hield enkele dagen voor zijn aftreden bij het begin van de eerste politionele actie een kriti sche spreekbeurt in Middelburg. Alleen de PZC stuurde er een verslaggever heen (1 6 juli 1 947). Het Nationaal co mité handhaving Rijkseenheid hield be gin 1 947 een actie in Zaamslag en om geving. Als reactie hierop verspreidde de voorzitter van de plaatselijke PvdA- afdeling een gedicht waaruit het Zeeuwsch Dagblad enkele regels ci teerde: Dan tijgen wij aan 't banketteren de eerste toast is batig slot de tweede toast is Jezus Christus de laatste dronk aan Neerlands God En als de zon in 't Oosten opdaagt knielt elke Javaan voor Mohammed en dankt, dat hij het zachtste vo/k der aarde van Christenhonden heeft gered. Dit pamflet bewijst eens te meer dat er voor christenen geen plaats is in de Pv dA. Het is een schandelijk pamflet dat druipt van haat tegen het christendom en dat de zuivere bedoelingen van het comité in een kwaad daglicht plaatst, aldus het commentaar van de redactie op 7 juli 1 947. Noten: Citaat van J. Bruins Slot in: Rob Bosch, De AR- visie op de Indonesische revolutie. A.R. staat kunde (1979) 10, p. 380-284. 2) Jan Bank, Rubber, rijk en religie, in: Herrijzend Nederland, Den Haag, 1981. p. 78 e.v. 3) J. F. R. van Vogelpoel, De koninklijke land macht na de tweede wereldoorlog, deel II, 's- Gravenhage, 1 959. 4) B. C. Cats, LIB's in de Tropen, Maastricht, 1961. 5) Bank, a.w., p. 80. 6) J.A.A. van Doorn en W. J. Hendrix,Ontsporing van geweld, Rotterdam, 1970. 7) Bank, a.w., p. 78. Bronnen: Provinciale Zeeuwse Courant, De Stem en het Zeeuwsch Dagblad. L. G. W. van de Vrande, Ons groot avontuur: met 2- 14 Rl Bataljon „Zeeland" naar Indië", Tilburg, 1948. J. W. Hofwijk, De hitte van de dag, Heemstede, 1947 J. W. Hofwijk, Blubber, Heemstede, z.j.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1983 | | pagina 32