DECEMBERNUMMER kadastrering van de zeeuwse wateren en het territoriale zeegebied 166 tweetal beneden de gemiddelde hoog- waterlijn gelegen percelen aan te ko pen. Het betreft de percelen 455 en 457, al is door het feit dat de GLW door de oude percelen heen liep nog 10 ha door afslag aan de riviereigenaar geko men. Ook het tussen deze percelen ge legen gedeelte (456) is door het toen malige Waterschap van een particulier gekocht. Hiervoor geldt dus hetzelfde; door afslag is dit perceel 14 ha in op pervlakte verminderd. Aanwas rivier- waarts van de oude perceelsgrens is niet meer mogelijk, althans de rivier eigenaar erkent dit niet (behalve als de GHW rivierwaarts van de oude per ceelsgrens komt te liggen). In de oude gemeente Zaamslag beston den wel ambachtsheerlijke rechten. Het perceel, thans 458, is eveneens door Rijkswaterstaat aangekocht van een particulier, inclusief het recht van aan was. Aanwas buiten de oude perceels grens is, hier in tegenstelling tot bij de percelen 455, 456 en 457, daarom wel mogelijk. Van het gedeelte, thans 459, gelegen voor de Othene- en Margare- thapolders, is de ambachtsheer de N.V. Van Hattum en Blankevoort te Bever wijk. Bij dit perceel is sprake van een aanwas van 6,24 ha en een afslag van 0,34 ha ten opzichte van de GLW van 1976. De ambachtsheer voor het meest oos telijke deel van de Margarethapolder tot aan de Griete is het Waterschap. De aanwas bedroeg 2,09 ha. Van de Griete tot aan de Schenkeldijk, gelegen op de grens tussen de Kleine Huissenspolder en de Eendragtpolder, heeft het Water schap Axeler Ambacht in 1975 het toenmalige perceel aangekocht met „alle rechten en plichten" van de erven Van Hoeve uit Zuid-Afrika. Van Hoeve had het perceel in 1951 middels een akte van scheiding verkregen van P. Dieleman en consorten, die am bachtsheer was. Hoewel in de schei dingsakte uit 1 951 over het ambachts heerlijke recht van aanwas niets expli ciet is vermeld, is toch aangenomen dat het Axeler Ambacht het recht heeft ver worven. Bij dit perceel is nog 1,6 ha aangewassen en 0,88 ha afgeslagen. Het recht van aanwas voor het westelijk gedeelte van de Eendragtpolder over een lengte van ongeveer 800 meter is van mevrouw O. S. M. Boerbooms-de Moor (thans perceel 462). Van het oor spronkelijk gekadastreerde gedeelte is ±43 ha rivierinwaarts van de GLW ge legen en derhalve door afslag naar de eigenaar van de rivier gegaan. Oostelijk van het perceel 462 is de N.V. Van Hattum en Blankevoort weer am bachtsheer. In het gedeelte wat nog in de gemeente Terneuzen is gelegen be droeg de afslag 24,27 ha. In de huidige gemeente Hontenisse be staat alleen in het gedeelte dat afkom stig is uit de oude gemeente Zaamslag nog het recht van aanwas. Een aantal grenzen in dit gedeelte zijn vast en on veranderlijk, omdat ze in een notariële akte tussen partijen als zodanig zijn om schreven. Dit geldt voor de grillige grens tussen de percelen 956/464 enerzijds en 958/463 anderzijds en voor de grenzen van het oude perceel 904 (eigenaar de Staat) waarvan de oo stelijke begrenzing samenviel met de gemeentegrens tussen Zaamslag en Ossenisse. Het perceel 958 is afkomstig uit het oude perceel 551, met als ambachts heer weer de N.V. Van Hattum en Blan kevoort. Een aanzienlijk deel van dit perceel namelijk ±140 ha (77%) is door afslag aan de Staat gekomen. Ook het ten name van een particulier staan de oude perceel 550, groot 4,73,60 ha, is in zijn geheel door afslag aan de Staat vervallen. Eventuele aanwas in de toe komst voor de ambachtsheer Van Hat tum en Blankevoort kan geen betrek king hebben op het gedeelte afkomstig uit het oude perceel 904 en wordt aan de noordzijde begrensd door de grens tussen de oude percelen 550 en 551. Vanaf de Hellegatspolder tot aan de nol van Ossenisse ligt de GHW langs de teen van de Zeedijk. De buitendijks ge kadastreerde percelen zijn door afslag alle aan de Staat gekomen. Het water schap „Hulster Ambacht" had een vier tal percelen met een totale oppervlakte van ±62 ha op naam. Eventuele toe komstige aanwas is voor de oevereige naar. Evenwel kan de aanwas nooit zo ver gaan dat die afkomstig kan zijn uit het oude perceel 904. Geraadpleegde literatuur: Ir. G. Homan: „De ambachtsheerlijke rechten in Zeeland en het recht van aanwas in het bijzonder". F. C. J. Ketelaar: „Oude zakelijke rechten". In het volgende nummer komt uitvoerig de Norbertijnendag te Middelburg aan de orde en het artikel van drs. W. Punt over Nicolaas de Castro. Het artikel van dr. J. D. van Scheyen heeft reacties uitgelokt. Opgenomen wordt het weerwoord van drs. H. Paul en ir. P. A. Walhout. Verder is er het artikel van drs. A. J. Rot te over de Afscheiding op Schouwen- Duiveland. Te verwachten valt het artikel van G. A. de Kok over de pers in Zeeland.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1983 | | pagina 14