kadastrering van de zeeuwse wateren en het territoriale zeegebied 164 -1- Fig. 1Gemeentelijke indeling van Zeeland. Met een dikke lijn is aangegeven op welke plaatsen het recht van aanwas is toegepast. de aanpalende gemeente zijn overge bracht Ook was in de gemeente Veere, op grond van de wet van 28 juni 1 881 maar in tegenspraak met het Volken recht, 2745 ha buiten de territoriale driemijlsgrens gekadastreerd. In de herverkaveling Tholen waren 175 ha buitendijks gelegen percelen opgenomen; in de herverkaveling De Zak van Zuid-Beveland 123 ha. Wijzi ging in de tenaamstelling heeft voor deze percelen, evenals trouwens voor het verdronken land, niet plaats gevon den. Wel zijn de grenzen vast en onver anderlijk geworden. b. Ligging van de grenzen Naast de normale gegevens, voorname lijk in de vorm van meetgetallen, die in het kadastrale archief over de ligging van grenzen aanwezig zijn, komen in buitendijkse gebieden een aantal be weeglijke grenzen voor, die afhangen van de diepte. Om de plaats van de hoog- en laagwa- terlijn te bepalen is gebruik gemaakt van de gegevens van de Rijkswater staat, directie Waterhuishouding en Waterbeweging. De lijnen van gemid deld hoogwater (GHW) en gemiddeld laagwater (GLW), die hier zijn gehan teerd, zijn afhankelijk van de plaats waar men zich bevindt. Voor elke plaats, voor zover nog sprake is van eb en vloed, wordt aan de hand van gemid delde getijgegevens over een periode van tien jaar (i.e. 1961-1 970) de GHW en de GLW ten opzichte van NAP be paald. Jaarlijks verrichten de aangren zende waterschappen oeverpeilingen. Dit cijfermateriaal wordt op oeverkaar- ten, schaal 1 5000, van de Rijkswater staat verwerkt. Daarna kunnen (jaar lijks) de GHW en de GLW op de oever- kaarten worden ingetekend. Omdat de GHW en de GLW beweeglijke lijnen zijn is de kadastrale perceelsvorming, voor zover de grenzen hiermee samenvallen, een momentopname. In bepaalde ge vallen (vlak voorland) kan vooral de plaats van de GLW in korte tijd aanmer kelijke verschillen opleveren. Voor zover de eigendomssituatie af hankelijk is van een aanwas of afslag, die natuurlijk, langzamerhand en onge merkt plaats vindt, zal het Kadaster pe riodiekzijn gegevens dienen aan te pas sen aan de gewijzigde situatie. Dit doet zich nu en in de toekomst overigens al leen nog voor in de Westerschelde en langs de Noordzeekust. Het is de be doeling om deze aanpassing, aan de hand van de gegevens van de Rijkswa terstaat, om de tien jaar uit te voeren. De schaal van de nieuwe kadastrale kaarten, allen afgebeeld in het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting, varieert van 1 2000 tot 1 25.000. Ter bevor dering van de leesbaarheid van de kaar ten is de GLW niet alleen langs de kust, maar ook bij de platen afgebeeld. c. Voorbeelden Voorbeeld 1 (zie figuur 2), waarbij het ambachtsheerlijke recht van aanwas en buitendijks gelegen percelen, die in een herverkavelingsblok hebben gelegen, een rol spelen is het gedeelte van de ge meente Borsele nabij Ellewoutsdijk en Baarland. Ambachtsheer van het haventje van El lewoutsdijk tot aan de Vijfzoodijk was in 1 978 Mr. Van Hattum uit Santpoort. In dit gedeelte was een aantal percelen in de herverkaveling de Zak van Zuid- Beveland opgenomen met een opper vlakte van ±96 ha. De lijn van gemid deld laag water lag in 1976 rivierwaarts van de blokgrens, zodat sprake was van een aanwas van +60 ha. De blokgrens is door de titelzuiverende werking van de herverkavelingsakte een vaste en onveranderlijke grens geworden, zodat moet worden geconcludeerd dat de ambachtsheer hier wel recht kan doen gelden op de aanwas vóór de blok-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1983 | | pagina 12