koning lodewijk napoleon bezocht zeeland in mei 1809 49 vertelt in zijn dagboek24), dat de gehele stad in beide gevallen geïllumineerd was. In 1810 echter, vrij sierlijk, doch veel minder dan voor de koning. Ook weten wij hierdoor dat de grote ere poort, die voor Lodewijk Napoleon ge diend had weer op de Dam stond en die van het huis van Schorer toen op de Varkensmarkt werd geplaatst. De 1 1 e mei verleende de vorst een au diëntie aan diverse autoriteiten, een aantal collegiën en commissies. Op die dag werden de lokalen van het land drostambt („Statenzaal" en „Kamer van Gecommitteerde Raden", nu vergader zalen van het Departementaal Bestuur; deze ruimten bevonden zich op de ver dieping van het gebouw tussen de zo genaamde WitteToren en het stadhou derlijk kwartier, op de plattegrond van 1 809 aangeduid respectievelijk met de nummers 25 en 26) bezocht. Ook het Departementaal Gerechtshof (op de zelfde plattegrond aangeduid met nummer 21 hun vergaderzaal), daarna de Nieuwe Kerk en het stadhuis. Na een inspectie van het garnizoen, de ge wapende burgerwacht, de „guardes ku rassiers" en de erewacht op de Grote Markt werd een bezoek gebracht aan het praalgraf van de gebroeders Evert- sen in de Oude Kerk. De 1 2e en 1 3e mei 1 809 werden be steed aan bezoeken op Walcheren. Zo weten wij bijvoorbeeld van een artille rie-oefening op fort Den Haak, waarbij op een vaartuig aan het einde van het Veerse Gat geschoten moest wor den25). De 12e mei was er na een lange tocht op het eiland nog een officiële ontvangst ten huize van de burgemees ter, waarbij de vorst ook aanwezig was. Uit de stukken blijkt, dat de landdrost het gevoel had toch niet achter te kun nen blijven bij al hetgeen de heerScho- rer deed. Hij zou een bal aanbieden op de dag van aankomst, een zeer kostbare aangelegenheid, zoals hij schreef aan zijn zoon26). Deze festiviteit, waarvoor alle autoriteiten met hun echtgenoten uitgenodigd waren, heeft toen niet plaats gehad, waarschijnlijk gezien het late tijdstip van het arriveren in Middel burg (de wijze waarop men zich in die dagen van het ene eiland naar het ande re verplaatste maakte een zeer strak reisprogramma nu eenmaal onmoge lijk). De landdrost inviteerde de 1 3e mei hetzelfde gezelschap, dat op de vorige dag door de burgemeester was geïnvi teerd, op een prachtig souper en bal in het Departementaal Gerechtshof en in de lokalen van het landdrostambt27). De omstandigheid dat er sprake was van de kostbaarheid van deze aangele genheid duidt er mogelijk op, dat spe ciale voorzieningen nodig waren voor het omtoveren van de oude vergader zaal in een danszaal. Zo kunnen wij ons voorstellen dat Abraham Voerman, de architect van het gewestelijk onroe rend bezit, waartoe de abdij ook be hoorde, of wellicht zijn collega de stadsbouwmeester van Middelburg een tribune heeft moeten vervaardigen voor het orkest; mogelijk zijn toen ook een troonzetel en een loge gebouwd voor dit evenement. Aan de decoratie van de wanden van de oude Statenzaal zal toen nietveelten koste zijn gelegd.Daarhin- gen immers de beroemde tapijten, die meer dan twee euwen tevoren vervaar digd waren. In elk geval was de zaal waardig ingericht. Mevrouw C. M. van Doorn-Steengracht28), de tweede echt genote van de landdrost, die de super visie over de aankleding van deze ver trekken had, was tevreden over de wijze waarop dit gebeurd was. Het is jammer, dat wij niet beschikken over een prent waarop deze gebeurtenis, die uniek is in dit deel van de abdijgebouwen, is afge beeld. Wij weten dus niet hoe die kort stondige pracht in Middelburg er pre cies heeft uitgezien. Op de 14e mei kwamen enige departe mentale zaken in Middelburg aan de or de. De koning gaf „bevel", dat de nieu we haven aldaar zich tot Veere zou uit strekken, waardoor Oostindische sche pen beide steden zouden kunnen aan doen; hierdoor zouden zij, naar hij meende, bij de algemene vrede hun ou de welvaart kunnen herkrijgen. Toen de nieuwe Middelburgse haven in 1817 onder Koning Willem I werd gereali seerd was er evenwel geen aftakking naar Veere; die kwam eerst tot stand bij het kanaal door Walcheren uit 1870. De 1 5e mei werden vele openbare ge bouwen en enige fabrieken bezichtigd. Vertrek Op de 16e mei werd met een klein ge volg een bezoek gebracht aan Vlissin- gen. Lodewijk Napoleon arriveerde op diezelfde dag via Middelburg wederom te Goes. Hij logeerde toen weer in het huis van de heer A. van Tilburgh. Er hadden ten tweedemale sierlijke illumi- natiën plaats. Uit een rekening blijkt, dat er een erepoort op de Vlasmarkt ge staan heeft. Op het stadhuis was een concert met „musikanten" uit Middel burg; de koning woonde dit evenement niet bij door zijn late aankomst in de stad. De 17e mei trok de vorst door Oostelijk Zuid-Beveland via Kloetinge, Kapel Ie, Kruiningen naar het forth Bath. Vandaar werd aan boord van zijn jacht de reis gemaakt naar Bergen op Zoom om vandaar naar Amsterdam te reizen, waar het gezelschap op 20 mei 1809 arriveerde. In Middelburg werd een „paleis" in gericht Het lag voor de hand dat in Middelburg de abdij in aanmerking zou komen als de plaats waar Lodewijk Napoleon zou verblijven. Van oudsher was daar im mers een pied a terre voor de landsheer aanwezig. De in de middeleeuwen machtige abdij was meermalen door de landsheer begunstigd. Wanneer de graaf in de Zeeuwse hoofdstad vertoef de kon hij daar gebruik maken van een onderdeel van het omvangrijke abdij complex, namelijk gebouwen gelegen aan het zuidwestelijk deel van het Ab dijplein, ook wel Nederhof genoemd. Na de reformatie ging dit verblijf voor de landsheer dienst doen als stadhou derlijk kwartier, thans is het ambtswo ning van de Commissaris van de Ko ningin29). Van een grondige vernieuwing van het eens als kloostercomplex fungerende gebouwenbestand is in de tijd na 1 574 geen sprake geweest. Dit geldt ook voor het stadhouderlijk kwartier. De hieraan bestede aandacht wisselde met de ups en downs van de positie van de Oranje's in de 17e en 18e eeuw. Na 1795 be stond er in het geheel geen aanleiding iets te doen aan de verbetering of ver fraaiing van het stadhouderlijk onder komen in de abdij, in tegendeel. In 1 802 werd besloten het oude stadhou derlijke kwartier, ook wel het voormali ge Princenhuis genoemd, per 1 mei 1803 te verhuren30). In de correspon dentie van de landdrost met zijn zoon mr. H. J. van Doorn op 24 april 1 80931)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1983 | | pagina 9