het verdwijnen van de karakteristieke bebouwing op het zeeuwse platteland
70
van het zeeuwse landschap aan het
verdwijnen is: de karakteristieke agrari
sche bebouwing. Dit geldt niet alleen
voor Zeeland, ook in andere delen van
ons land verdwijnen de oude karakte
ristieke plaatsgebonden bouwwijzen
uit het landschap. Schuren worden ver
vangen door overal in Nederland toege
paste bedrijfsgebouwen. Bij verbou
wingen van woningen is de oorspronke
lijke woning vaak niet meer herkenbaar
en bij nieuwbouw verschijnen de stan
daard bungalows. Deze ontwikkeling
leidt tot een vervlakking van het Neder
landse landschap en tot vermindering
van de toeristische aantrekkelijkheid
van de verschillende streken, die mede
door hun specifieke bebouwing hun ei
gen karakter hebben.
Wanneer men het uit kultuurhistorisch
en toeristisch oogpunt waardevol vindt
dat ieder gebied méér van zijn streekei
gen bebouwing in stand houdt dan dié
gebouwen, die onder de Monumenten
wet vallen, is het nu tijd om wegen te
zoeken om de karakteristieke kuituur-
historisch waardevolle bebouwing be
ter te beschermen.
Hiervoor zijn twee mogelijkheden be
schikbaar die beide het toetsingskader
kunnen zijn voor het verlenen van de
bouwvergunning en beide het belang
rijke voordeel hebben dat de partikulie-
ren reeds van te voren op de hoogte zijn
van randvoorwaarden ten aanzien van
verbouwingen en nieuwbouw. Deze
twee instrumenten zijn het bestem
mingsplan en de gemeentelijke monu
mentenverordening.
In het bestemmingsplan is het mogelijk
de karakteristieke bebouwing door
middel van een bestemmingsregeling
te beschermen. H iertoe zal deze bebou
wing geïnventariseerd moeten worden,
waarbij aangegeven wordt om welke
karakteristieke elementen het bij deze
gebouwen gaat, bijvoorbeeld bouw
massa, nokrichting, dakhelling, gevel
indeling enz. Verbouwingen en nieuw
bouw zijn mogelijk mits deze in over
eenstemming zijn met de bestaande ka
rakteristieken.
Het opnemen van een dergelijke be
stemmingsregeling in het bestem
mingsplan is op zijn plaats omdat een
bestemmingsplan de bescherming van
vele vergelijkbare waarden beoogt. Bij
het projekteren van bouwmogelijkhe-
Grote ramen en gele steen.
den ter plaatse van bestaande kuituur-
historisch waardevolle bebouwing, die
bescherming behoeft, kan door middel
van bestemmingsregelingen ingrijpen
de verandering of afbraak zoveel moge
lijk worden voorkomen. Tevens kan de
ze regeling een belangrijke onderbou
wing vormen van het beleid dat door
welstandstoezicht gevoerd wordt.
Een nadeel van het opnemen van een
dergelijke regeling in het bestem
mingsplan is echter dat de regeling
slechts het plangebied betreft en niet
het hele gemeentelijke grondgebied.
Voor karakteristieke boerderijen en
woonhuizen die in andere bestem
mingsplannen vallen zal een afzonder
lijke doch identieke regeling gemaakt
moeten worden.
In Zuid-Holland hebben een aantal ge
meenten") een dergelijke regeling in
hun bestemmingsplannen opgenomen.
Deze regeling is goedgekeurd en wordt
sterk aanbevolen door het provinciaal
bestuur. Ook recente kroonjurispruden-
tie"*) geeft aan dat een dergelijke rege
ling in het bestemmingsplan - mits
goed onderbouwd - tot de mogelijkhe
den behoort.
Een andere mogelijkheid is het maken
van een gemeentelijke monumenten
verordening voor het hele grondgebied
van de gemeente, dit is uiteraard tijdro
vender dan alleen voor een bepaald be
stemmingsplangebied. Bij een dergelij
ke verordening behoort eenzelfde in
ventarisatie van karakteristieke bebou
wing en worden ook de karakteristieken
van de gebouwen aangegeven. Door
middel van de beide instrumenten die
instandhouding van de kultuurhisto
risch waardevolle bebouwing beogen,
wordt voorkomen dat door partikulie-
ren achteraf kosten gemaakt moeten
worden om nieuwbouw en verbouw aan
te passen. Dergelijke aangepaste
bouwwijzen zullen echter vrijwel altijd
ekstra kosten met zich brengen door
het gebruik van duurdere materialen
(b.v. baksteen) en aangepaste vormge
ving (b.v. hoge kap). Het valt dan ook te
verwachten dat een beleid, dat gericht
is op instandhouden van de kultuurhis
torisch waardevolle bebouwing, ook
verlangt dat de gemeente een fonds
vormt waaruit tegemoet kan worden
gekomen in een gedeelte van de meer
kosten die noodzakelijk zijn voor de
aangepaste bouw.
- gemeente Nieuwkoop - bestemmingsplan
Dorpskern;
- gemeente Leimuiden - bestemmingsplan
Drechtoevers;
- gemeente Alkemade - bestemmingsplan
Kaag en bestemmingsplan Oude Wetering.
- Een voorbeeld hiervan is opgenomen in
Jaarboek 1981 van Stad en Landschap (Rot
terdam - Middelburg -Zwolle).
K.B. Den Dungen - nr. 70 d.d. 5-8-1982.
Foto's van de schrijfster.