het verdwijnen van de karakteristieke bebouwing op het zeeuwse platteland
68
tussen de bestaande kuituur-historisch
waardevolle bebouwing en de nieuwe
bedrijfstechnisch verantwoorde ge
bouwen.
De nieuwbouw bij boerderijen betreft
niet alleen de schuren maar ook de be
drijfswoning. Ook hier volgt de onder
nemer het huidige marktaanbod, en
kiest voor de standaard bungalow in
gele bezande steen. Hierdoor ontstaat
een disharmonie tussen bestaande en
nieuwe bebouwing, nu voornamelijk
door afwijkend materiaalgebruik en een
andere gevelindeling.
Veranderingen van kleine boerderij
en en landarbeiderswoningen.
De kleine boerderijen en landarbeiders
woningen dreigden in de jaren vijftig en
zestig te vervallen en te verdwijnen,
omdat er geen bewoners meer voor wa
ren. Door de mechanisatie en schaal
vergroting in de landbouw waren velen
van het platteland naar de stad getrok
ken. In met name de jaren zeventig zijn
echter de kleinste boerderijen en de
landarbeiderswoningen in groten geta
le door rekreanten gekocht en ver
bouwd tot tweede woningen. De kleine
boerderijen en vrijstaande boerenwo
ningen worden ook door stedelingen
gekocht, die graag buiten willen gaan
wonen. Deze woningen worden ver
bouwd tot komfortabele eerste wo
ningen. In deze ontwikkeling is een per-
spektief aanwezig om de kultuurhisto-
risch vaak waardevolle bebouwing te
behouden.
Bij de kleinere woningen blijkt echteral
gauw, dat deze niet voldoen aan de hui
dige normen van hygiëne en komfort.
Uiteraard moet worden toegestaan dat
deze woningen binnen bepaalde gren
zen worden aangepast aan de huidige
normen: douche, toilet binnen, slaapka
mers in plaats van bedsteden, meer
ruimte en meer licht, isolatie e.d. Daar
toe dienen deze woningen vaak te wor
den uitgebreid met aanbouwen die
soms niet in verhouding zijn met de be
staande woning. In veel gevallen blijkt
de kap te laag voor slaapkamers, voor
welk doel het dakvlak wordt opgelicht
of dakkapellen worden toegevoegd.
Het zal duidelijk zijn, dat hierdoor het
karakter van de oorspronkelijke platte
landswoning vaak danig is aangetast.
Dit wordt nog versterkt doordat er be
halve funktionele aanpassingen ook
veranderingen aangebracht worden,
die meer met luxe en fantasie te maken
hebben zoals grote ramen, hardhout,
gele steen of smeedwerk en glas-in-
lood.
De kleine boerderijen lenen zich over
het algemeen goed voor verbouwing
tot eerste woning omdat het geheel
vaak onder één kap is gebouwd. De
schuur wordt dan meestal bij de woning
getrokken zodat de woonruimte kan
worden vergroot en toch de uitwendige
vorm intakt kan blijven. Van dergelijke
verbouwingen bestaan goede voor
beelden. Modieuze en individualisti
sche toevoegingen, zoals ramen met
een fijne roede-verdeling en bont ge
schilderde luiken, doen echter vaak veel
van de eenheid in stijl van de typisch
zeeuwse agrarische bebouwing verlo
ren gaan.
Afstemming op bestaande kuituur-
historische waarden.
In de voorgaande beschrijving van de
veranderingen van en toevoegingen
Het dakvlak wordt opgelicht.
Het oorspronkelijke gebouw is onherkenbaai