de positie van de protestanten in Vlaanderen
56
waren de omstandigheden op het ge
bied van de godsdienst toch ook wel
een ietsje milder geworden. Maar na
zijn dood, op 1 nov. 1 700, brak al spoe
dig de Spaanse Successieoorlog uit
(1701-1713/14). Bij de vrede van Ut
recht werden de Spaanse Nederlanden
Oostenrijkse Nederlanden, waarover de
keizer uit Wenen regeerde. De onder
handelingen over de godsdienst zijn
wederom zeer moeilijk geweest. Het
vredesverdrag in dezen van 171 3 werd
uitgewerkt in het Barrièretractaat van
16 nov. 1 71 5 en later nader gecomple
teerd door de artikelen van 22 dec.
1718.
De gevolmachtigden van de Staten Ge
neraal eisten gewetensvrijheid voor alle
inwoners van de Oostenrijkse Neder
landen. De gevolmachtigde van Karei
VI, die inmiddels keizer van Duitsland
was geworden, zei dat zijn vorst dit
nooit zou dulden. De Staten Generaal
weken tenslotte. Het artikel van 11 nov.
1718 luidde tenslotte: De keizer stemt
toe in de uitoefening van de godsdienst
aan de troepen der Staten Generaal
overal waar zij in garnizoen liggen en op
particuliere plaatsen die de magistraten
zullen aanwijzen en onderhouden. Aan
deze plaatsen mag geen uiterlijk kente
ken van een kerk worden gegeven. Offi
cieren, militairen en geestelijken van de
garnizoenenen zullen alle schandaal
vermijden en wanneer er moeilijkheden
komen, moeten deze minzaam worden
geregeld. „Wat betreft de inwoners van
het land, alle zaken die de Religie be
treffen, zullen blijven op dezelfde voet
als zij waren gedurende de regering van
Karei II."
Die Barrièretractaten hebben natuurlijk
oneindig veel moeilijkheden gegeven.
De gereformeerden die een sluiks be
staan leidden, durfden weer openlijk
voor de dag te komen en bezochten de
kerkdiensten van de garnizoenen in de
Barrièresteden. Met Pasen kwamen er
bijv. in Doornik een 1 200 protestanten
uit de omgeving en ver uit Frankrijk, om
er het avondmaal te vieren. Dat heeft in
die bisschopsstad heel wat heibel ge
geven. De militairen van het garnizoen
hebben hen moeten beschermen toen
zij uit Doornik vertrokken.
In deze tijd nu, tussen de twee fazen van
het Barrièretractaat in, heeft de com
mandant van Sas van Gent zijn brief ge
schreven aan de pastoor van St Maria
Horebeke en in deze brief zit iets van de
verademing voor de gereformeerden
rondom Oudenaarde. Waarschijnlijk
hebben zij er te veel van verwacht.
We vervolgen nu de brief. ende om
dat meenighmaeigebeurt, dat door mis
verstanden van oncundige en ongema-
nieerde menschen eerst cleyne en nader-
handt aangroeyende grooten onheyien
ontstaan, 't weick door persoonen van
aansien, authoriteyt en respect, en wel
insonderheyt door geeste/ycke persoo
nen, aan wien door haar onderhebbende
gemeyten (gemeente") veel gediffe-
reert" wordt, ongehoorde ontmoetinge,
quade toespreekingen, schelden en an
dere feytelyckheeden, die van nadeelige
gevolgen bennen, door haar goedt exem
pel en tussenspraeck cunnen voorgecoo-
men, verhindert, vernietight ende uytde
wegh gelegt worden
Bijna anderhalve eeuw heeft men met
de protestanten in de Zuidelijke Neder
landen kunnen doen wat men wilde.
Wie het boek, eveneens van prof. E. Hu-
bert: Les Pays-Bas Espagnol et la Repu-
blique des Provinces-Unies depuis la
paix de Munster, inziet, krijgt een indruk
hoezeer de protestanten hier een speel
bal zijn geweest van de „persoonen van
aansien, authoriteyt en respect en wel
insonderheyt door geestelycke persoo
nen". Zij hebben geleefd onder voort
durende druk, altijd met de vraag wat
men nu weer tegen hen zou beramen.
Daaraan herinnert de brief uit Sas van
Gent. Zij kunnen de toestand waarin de
protestanten leven verlichten en ver
zwaren. Helaas is dit laatste nogal eens
het geval geweest. Die personen van
aanzien enz. wisten maar al te goed dat
de autoriteiten van het land achter hen
stonden, wat er ook door hen ten op
zichte tegen de protestanten werd be
raamd. De plakkaten van keizer Karei V
en van de aartshertogen Albertus en
Isabella waren nooit ingetrokken en de
geestelijke personen wisten daaraan
telkens weer te herinneren, ook in de
1 8e eeuw en ze wisten ook, zoals uit be
waard gebleven documenten blijkt, dat
de Vrede van Utrecht en de Barrière
tractaten geen vrijheid van religie ga
randeerden.
soo heb ik de eer van U: Ed: Eerweer-
de te versoecken dat UEd. serie use en
goetaerdige conduite (gedrag) daer toe
magh strecken, dat UEd. deesen predi
cant Pieter Brant in UEd. protectie gelieft
te nemen nevens syne gemeynten, ten
eynde syn Ed. desselfs functie naar be-
hooren op eene discreete en stille wyse
magh exerceren
Op een handige wijze wil de comman
dant van Sas van Gent de pastoor aan
wie hij zijn brief richt, verantwoordelijk
stellen voor hetgeen er in de toekomst
gebeuren zal. Met vreugde zal hij de
hem op deze wijze toegeschoven ver
antwoordelijkheid in geen geval op zich
hebben genomen. Hij zal op z'n hoogst
met deze brief verlegen zijn geweest en
is er, terecht, mee gegaan naar zijn
aartsbisdom Mechelen. In de stukken
die direct daarop volgen, lezen we niet
dat de pastoor zich tegen de protestan
ten binnen zijn parochie geroerd heeft,
tenminste niet openlijk. We lezen ook
niet dat hij Pieter Brant en zijn gemeen
te in bescherming genomen heeft. Dat
is ook wat al te veel van hem gevraagd.
ingevolge het tractaat door Syne
Keyserlycke en Conincklycke Majesteyt
met de Heeren HaarHooghmoogende de
heeren Staten Generaalgetracteert ende
geslooten, spetiaal dicteerende dat de
gereformeerde Religie sal toegelaeten
worden in de keiserlycke Oostryksche
Nederlanden, te moogen exerceeren,
evengelyck en op dien voet, a/s de selve
voormsels voormalig) ten tyde van Co-
ninck Carel den tweede glorieuser ge
dachtenis in de hiervooren genoemde
landen is geexcerceert geworden;
De commandant schrijft dit wel en het
zal ook wel zijn wens zijn, maar zoals we
reeds hebben gezien is dit bij de Vrede
van Utrecht niet overeengekomen,
noch ook geeft het eerstgenoemde Bar
rièretractaat aanleiding dit te veronder
stellen. Deze vrijheid van godsdienst is
er ook niet gekomen bij de aanvullin
gen van 1 71 8. Toch is er wel iets veran
derd. Niet alleen in de Barrièresteden
was aan de garnizoenen vrije uitoefe
ning van de gereformeerde religie toe
gestaan, waaraan ook protestanten in
en rond die steden gingen deelnemen,
ook in Brussel, waar aan de legatie van
de Republiek der Zeven Verenigde Pro
vincies een predikant verbonden was,
en waar in deze tijd menig Brusselaar
die diensten bijwoonde, was men meer
vrijheid gewend dan er was direct na de
Vrede van Munster. En die gezant in