de positie van de protestanten in Vlaanderen
55
zijn tegen de protestanten die er nog in
de zuidelijke gewesten waren overge
bleven.
Pirenne schrijft ook dat het Calvinisme
een godsdienst is geweest vooral van
de steden en geen wortel heeft gescho
ten op het platteland. In het algemeen
zal dit waar zijn, maar wie het onlangs
heruitgegeven boek van L. Robyn: His
torie van de Ketterij te Oudenaarde,
leest en vooral ook het uitvoerige voor
woord van L. Dhondt, komt tot de ont
dekking dat de stelling van prof. Piren
ne niet geldt voor de streek die er ligt
tussen Oudenaarde en Aalst. En dat is
nu juist het gebied waar de zeven of
acht gemeenten lagen die gewoonlijk
worden samengevoegd onder de naam
van de Vlaamse Olijfberg. Het is een van
de schuilnamen uit de 1 6e eeuw waar
mee de gemeenten werden aangeduid,
bijvoorbeeld in de acta van hun syno
den. Van deze gemeenten is die van
Maria Horebeke de enige die tot in onze
dagen in stand is gebleven.
Eer we verder ingaan op de brief van de
commandant van Sas van Gent, moeten
we nog wel iets zeggen over Zeeuws-
Vlaanderen. Politiek heeft hettot 1815,
geen deel uitgemaakt van Zeeland. Het
behoorde met Brabant en Limburg tot
de zogenaamde generaliteitslanden,
die rechtstreeks stonden onder de Sta
ten Generaal. Kerkelijk hoorde Zeeuws-
Vlaanderen weer wèl tot Zeeland. Het
land van Axel en het Vrije van Sluis be
hoorden kerkelijk tot de classis Wal
cheren. Na de herovering van de stad,
werd het land van Hulst later gevoegd
bij de classis Zuid-Beveland.
De commandant van Sas van Gent,
evenals die van de andere grensvestin
gen in Zeeuws-Vlaanderen, had dus di
rect te maken met het landelijk bestuur,
de Staten Generaal. Maar het sturen
van een predikant naar de Vlaamse
Olijfberg, was een zaak van de vier
Zeeuwse Classes, Walcheren, Schou
wen, Zuid-Beveland en Tholen, bij wel
ke laatste classis ook behoorde wat er
over was van Reimerswaal, Bergen op
Zoom en de plaatsen rondom deze stad.
Reeds zeer vroeg in de negentiger jaren
van de 16e eeuw hebben deze classes
zich verantwoordelijk geweten voor
hun geloofsgenoten die in Vlaanderen
waren achtergebleven en die gewoon
lijk worden aangeduid in de acta van de
classes en van de prov. synoden als de
Olijfberg. In het begin was er een wes
telijke en een oostelijke. Met de weste
lijke duidde men aan de schuilgemeen-
ten in West-Vlaanderen. De predikant
van St. Laurens, Bauduinus Hunnius
(1654-1719) heeft geschreven: Een
kort Historisch Verhaal van den Olijf
berg of de Kerken onder het Kruis in
West-Vlaanderen. Helaas schijnt dit
geschrift verloren te zijn gegaan, an
ders zouden we beter ingelicht zijn over
de gereformeerde gemeenten of pro
testantse groepen die er in West-Vlaan
deren waren overgebleven.
Wanneer de commandant van Sas van
Gent Pieter Brant als gereformeerd pre
dikant noemt die naar de Vlaamse Olijf
berg is gezonden, is dit dus geschied
door één van de Zeeuwse classes, die
om de beurt, naar de volgorde boven
genoemd, daarvoor was bestemd.
Waarschijnlijk vanaf 1591 hebben de
Staten van Zeeland een tractement uit
getrokken uit de kas voor geestelijke
bestemming, waaruit alle predikants-
tractementen in de provincie werden
betaald. Dit bijzondere tractement was
bestemd voor degene die op zich nam
de geloofsgenoten in Vlaanderen bij te
staan. D it is zo doorgegaan tot het eind
van de 18e eeuw. Maar er is, wat die
geestelijke verzorging betreft, een goe
de samenwerking geweest tussen de
Staten Generaal en de Staten en classes
van Zeeland. Dat blijkt ook reeds uit het
eerste stuk (we kunnen niet schrijven:
eerste zin, want heel de lange brief is
één zin, wat men in die tijd mooi vond)
van de voornoemde brief.
„Het heeft de Regeeringhe deser tanden
behaeght aan die van de gereformeerde
Religie, woonende rontom Audenaer-
den, ende spetiaeiyk tot Maryorenbeek,
Materen, en andere parochiën, te secon
deeren, en aan haar gesaemtiyck toe te
voegen den persoon genaemt Pieter
Brant, Predicant in de gereformeerde
Religie, omme de seifde gereformeerde
gemeinte in de oefeninge van haar ge
loof, by continuatie op te wecken, te iee-
ren en te vermaenen, de sacramenten
uyt te deelen ende verder op te volgen al
les wat tot waarnemen van haar geloof
vereyst word, ende dat soo veei mooge-
iyck is, op een stil en zedige wijze son der
eenigh schandaal van haar cant toe te
brengen aen de ingeseetenen van de pu-
biyke Roomsche Catolycke kercke al
daar—
Hier zullen we het eerste stuk van de
brief maar beëindigen om nog enige
opmerkingen te maken. Uit het feit dat
de commandant van Sas van Gent zo
openlijk schrijft dat er een predikant
van de gereformeerde religie voor de
Vlaamse Olijfberg op komst is, blijkt dat
er toch wel iets veranderd is in de Zui
delijke Nederlanden.
De kwestie van de godsdienst is bij de
onderhandelingen over de vrede van
Munster een zeer moeilijk punt ge
weest. Van Spaanse zijde hield men
vast aan de overheersende positie van
de R.K. Kerk, wat voor de onderhande
laars van de Staten Generaal niette ver
teren was. Tenslotte, omdat er toch
eens een eind moest komen aan de on
derhandelingen, heeft men zich neer
gelegd bij twee weinig zeggende arti
kelen. De koning zal zorgen voor eerba
re plaatsen voor de begrafenis „van hen
die van de zijde der gezegde Heeren
Staten" zijn en zullen sterven" onder het
gezag der gezegde Heer Koning". Hier
van is niets terecht gekomen. Op de
Vlaamse Olijfberg heeft men tot koning
Willem I moeten wachten eer men een
eigen kerkhof had. Een ingemetselde
steen in de muur van dit kerkhof houdt
dit feit nog altijd in herinnering. Voor
dien begroeven zij die van de gerefor
meerde religie waren hun doden in ei
gen hof.
Het andere artikel houdt in dat de inwo
ners van de landen van de Heer Koning,
wanneer zij komen in de landen en ge
bieden der gezegde Heeren Staten, bij
de publieke uitoefening van de religie
zich moeten gedragen in alle beschei
denheid, zonder enig schandaal te ge
ven in woord en daad. En dit moet we
derkerig zijn. Dit artikel is een oorzaak
geweest van eindeloos getwist en
moeilijkheden. Maar, wanneer wij de
brief lezen van de commandant van Sas
van Gent, sluit hij zich in de woorden die
hij kiest, nauw aan bij dit laatst ge
noemde artikel van de vrede van Mun
ster. Zo behoort de gereformeerde pre
dikant Pieter Brant zich te gedragen.
Maar, zoals gezegd, er was toen de brief
aan de pastoor van St Maria Horebeke
geschreven werd, wel iets veranderd.
Onder de laatste koning van het Spaan
se Huis Habsburg, Karei 11(1661-1 700)