koning lodewijk napoleon bezocht zeeland in mei 1809 52 enboven een voorstel te doen wegens een klein gedenkteken hetwelk men in de kerk zoude oprichten om het aan denken aan die oudheden te bewaren. Van Deinse heeft hieraan een aparte publicatie gewijd37). Het was de bedoeling dat de beelden in het Koninklijk Museum te Amsterdam, voorloper van het Rijksmuseum, ge plaatst zouden worden. Deze bepaling vloeit voort uit het streven van de ko ning om smaak en kunde op het gebied van de kunsten op een hoger niveau te brengen dan in de tweede helft der 1 8e eeuw het geval was. Hij maakte dit tot een voorwerp van rijkszorg38). Het gehele decreet staat in het teken van de goede bedoelingen van de ko ning. Het was zeker niet zijn wil om de Zeeuwen aan hun lot over te laten. Zo veel mogelijk als in zijn macht lag wilde hij helpen. Schorer zegt in zijn dagboek: „Hij meende het, naar mijn inzien, wel met ons en verdiende beter lot"39). Hoe het ook zij, aan de uitvoering van het decreet is men niet toegekomen door de berichten van een lang voorziene aanval der Engelsen op het eiland Wal cheren in het begin van juli 1809. 1Henricus van Royen, in 1 760 geboren als zoon van de predikant Abraham van Royen, leek voorbestemd zich te wijden aan studiën in de letteren. Na de Latijnse school te Leiden en een voltooide studie aan de universiteit aldaar volgde een benoeming als (laatste) rector van de Latijnse school te Vlissingen. In 1 795 gaf hij de voorkeur aan een staatkundige loopbaan. Toen werd hij benoemd tot substituut-Fiscaal bij het departement der Marine te Vlissingen; in 1798 werd hij lid van het Vertegenwoordi gend Lichaam in Den Haag en op 14 december 1801 volgde zijn benoeming tot lid van de Raad van Marine van de Bataafse Republiek. In 1805 lid van de Staatsraad in de tijd van de Raadpensionaris Schimmelpenninck, daarna in de periode van Lodewijk Napoleon. 2. Voorditartikel isgebruikgemaaktonderande- re van het boek dat de eerste koning van Hol land in 1 820 geschreven heeft over zijn rege ringsperiode: Bonaparte, Louis. „Documens historiques et réflexions sur Ie gouvernement de la Hollande", 3 delen. Gent, Brugge, Am sterdam, 1 820 en van de correspondentie van mr. Abraham van Doorn aan zijn zoon Hendrik Jacob 1 799-1 81 2 in R.A.Z., Verzameling Van Doorn 1 595-1 91 6, no. 5, maar vooral is ge bruik gemaakt van een veelheid van gegevens aanwezig en opgespoord in de notulen van het Departementaal Bestuur van Zeeland. 3. Mr. Abraham van Doorn (1760-1814) vóór 1 787 schepen en raad te Vlissingen, in 1802 lid van het Departementaal Bestuur van Zee land, in 1 806 lid van het Wetgevend Lichaam, is de vader van H. J. Baron van Doorn van Westkapelle 1 786-1 853, de bekende minister van Binnenlandse Zaken onder koning Wil lem I. Van Doorn Sr. werd 8 mei 1807 be noemd als landdrost in Zeeland. Zie ook R.A.Z., Verzameling Van Doorn 1 595-1 91 6, inleiding van de inventaris door M. P. de Bruin 1 952. 4. Naamwyzer.derstad Middelburg, november 1 808 tot november 1 809. 5. Paspoort, Z.: „Beschrijving van Zeeland", Middelburg 1820, blz. 68. 6. Gogel vroeg op 14-4-1 809 en 1 8-4-1 809 zijn ontslag als minister van Financiën, dat hij op 22-5-1 809 kreeg; Appelius volgde hem „pro visorisch" op. Op 25-4-1 809 schrijft Lodewijk Napoleon uit Geertruidenberg een brief aan Gogel. Zie voor een en ander J. A. Sillem „De politieke en staathuishoudkundige werkzaam heid van Isaac Alexander Gogel", dissertatie, Amsterdam 1864, blz. 68 e.v. en J. van der Poel „Ter ere van Mr. Jean Henri Appelius 1767-1828", Deventer 1955, blz. 35. 7. Mr. H. J. van Doorn zal daarna de hoogste ambten in Zeeland en daarna in den lande gaan bekleden. Nederlands Adelsboek 1941, blz. 244. Zie ook R.A.Z., Verzameling Van Doorn, 1595-1916, inleiding van de inventaris door M. P. de Bruin 1952 en no. 5: „Het levensbe richt van Royaards". 8. Van de hand van Andries Schraver verschenen twee „antwoorden" in 1807, gepubliceerd in de Nieuwe Verhandelingen, deel I, uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap der Weten schappen. Hij stond ook in hoog aanzien en werd later door Napoleon naar Parijs ontbo den. Voor bijzonderheden over Schraver: Zeeuwsche Volksalmanak 1 840: „Enige merk waardigheden uit het leven van AndriesSchra- ver" door E. B. Swalue. Portret van hem tege nover blz. 97. 9. Gemeentearchief Tholen, v. inv. no. 154. 10. Het gebouw werd in 1790 van een nieuwe voorgevel voorzien. Het is in deze eeuw ver schillende malen verbouwd. In 1917 werd het behang verkocht en voor de laatste wereldoor log zijn de plafonds verwijderd. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg beschikt over foto's van deze plafonds. Deze foto's zijn hier ook aanwezig. Vriendelijke mededeling van de ge meentearchivaris van Tholen J. P. B.Zuurdeeg. 11Thans Hoogstraat 13-15; het gebouw staat op de gemeentelijke monumentenlijst. 12. „Aangaande het plan van de keersluis kan ik mededelen, dat Tholen in 1808, evenals in 1825 is overstroomd door het overlopen van de haven. Het plan van de keersluis in het gat van de haven is niet doorgegaan; in 1 826 heeft men de oude haven naar de zoute vest verlegd en op de toen gedempte oude haven een dijk aangelegd." Vriendelijke mededeling van de gemeentearchivaris van Tholen J. P. B. Zuur deeg. De tekening is niet aanwezig in het ge meentearchief van Tholen. 13. In 1821 eigendom van W.Cannenburg, lid van de Raad der stad Zierikzee (Groeneyk, O.: „Kronyk van Zierikzee", 1821, blz. 138). 14. Aa, A. J. van der: „Biografisch Woordenboek der Nederlanden", Amsterdam 1969 (deel I Haarlem 1852), blz. 233. 15. Groeneyk, blz. 136. 16. Idem, blz. 138. 1 7. Gemeentearchief Zierikzee, Archief P. Mogge, rek. 1810. Vriendelijke mededeling van de ge meentearchivaris W. H. Keikes. 18. Atlas Van Stolk, no. 6143. 19. Lotgevallen van de Kleine Kerk: R. A. S. Pic- cardt: „Bijzonderheden uit de geschiedenis van de stad Goes", Goes 1 865, blz. 28, 29 en 200; R. C. H. Römer: „De kloosters te Goes", uitgave 1 9e eeuw, blz. 24-30; Rel. Not. 21 juli 1828, no. 160. 20. Vriendelijke mededeling van de gemeente archivaris L. J. Abelmann. 21. Paspoort, blz. 68-70. 22. A.R.A., Minister van Binnenlandse Zaken 1806-1810, no. 589, 24 november 1807. 23. Idem, no. 593. 24. „Dagboek van Jacob Hendrik Schorer, 28 juli 1809-6 december 1810" in Archief van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1963, blz. 121. 25. R.A.Z.,Unger,W.S.: „Dearchieven derGewes- telijke Besturen van Zeeland 1 799-1 810", no. 522. 26. R.A.Z., Collectie Van Doorn, no. 5, brief van 24 april 1809. 27. Zie ook fragment mei 1809, P. W. Sijnke: „Hendrik Brouwer of het leven van een Middel burgs regent rond 1 800", Zeeuws Tijdschrift 1979, no. 5, blz. 181. 28. Cecilia Maria van Doorn (1764-1816), doch ter van mr. Johan Steengracht en Jacoba Mag- dalena Ockerse (Vrouwe van Oosterlant, 's Heer Jansland en Oosterstein), was sedert 1 797 weduwe van Joan Pieter Lantsheer. Zij hertrouwt mr. Abraham van Doorn, sinds 1802 weduwnaar van Pieternella Wilhelmina van Dishoeck. Nederland's Patriciaat 1913, blz. 221, Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, VII, Leiden 1927, blz. 1175. Nederland's Adelsboek 1941 (39e jaargang), blz. 245. 29. Na de totale oorlogsverwoesting in 1 940 her bouwd naar het vroegere model waarop de open gaanderij naar de hofzijde weer is ge opend. 30. R.A.Z., Unger, W. S.: „De archieven etc.", no. 407, extract Res. Dept. Best. 23 juni 1803. 31Zie noot 26. 32. R.A.Z., Unger, W. S.: „De archieven etc.", no. 539, blz. 287 en Idem no. 576, 13 grasmaand 1809. 33. Beide aantekeningen bevinden zich in een oude index, die bewaard bleef. R.A.Z., hs. 847b, respectievelijk no. 2968 en no. 3029. 34. A.R.A., Kroondomein 1806-1810, no. 54. 35. Kesteloo, H. M.: „De stadsrekeningen van Mid delburg IX, 1700-1810", blz. 189 in Archief van het Zeeuwsch Genootschap der Weten schappen 1902, 5e stuk. 36. Van HolthetotEchten,G.S.: „Zeeland en Lode wijk Napoleon" in Archief van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1980. 37. Deinse, A. B. van: „De aanbieding derNehalen- niabeelden van Domburg aan het Rijk in 1809" in Archief Zeeuwsch Genootschap der Weten schappen 1 934. 38. Van Holthe tot Echten, G. S.: „Lodewijk Napo leon en het onderwijs in de bouwkunst". Bulle tin K.N.O.B., jaargang 79, maart 1980. 39. Dagboek van Jacob Hendrik Schorer, blz. 142. Hoewel naar volledigheid is gestreefd, blijven in de reisroute hiaten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1983 | | pagina 12