A.A.N°SKE
abraham anthony noske (1873-1945), zeeuws muziekuitgever
7
den HeerArie Kuipers
Uitgave en eigendom van
MIDDELBURG.
Alle rechten voorbehouden.
A.A.N.23. (l?<jrfr)
c/hj/. ffsr/fiZypiü.
Drie door Noske te Middelburg uitgegeven werken.
in 1921 bleef Cleuver in Middelburg
werkzaam. Het eerste jaar heeft de uit
geverij A. A. Noske zich geheel gericht
op Zeeland. Al in maart 1898 liet Noske
in zijn korrespondentie doorschemeren
dat hij zich wellicht geheel op de uitge
verij zou gaan toeleggen. Enige maan
den later, in september 1 898, werd de
zaak in Arnhem inderdaad gesloten.
De uitgeverij A. A. Noske te Middel
burg.
Nadat de zaak in Arnhem was afge
bouwd ging Noske terug naar Middel
burg om zich volledig te weiden aan de
uitgeverij, gevestigd aan de Rouaan-
sche Kade, no 130. Van hieruit trok
Noske - niet gehinderd dooreen winkel
of door buitenlandse uitgaven - ten
strijde, want zo mag zijn streven wel ge
noemd worden. Als muziekuitgever
nam Noske in Nederland een unieke
plaats in; hij was nu de enige uitgever
zonder muziekwinkel, zonder vertegen
woordigingen en zonder bindingen met
- of verplichtingen aan andere „mu
ziekhuizen". Dit maakte hem onafhan
kelijk en gaf hem daardoor volledige
vrijheid van handelen. Deze vrijheidszin
weerspiegelde zich o.a. in zijn stelling-
name met betrekking tot de Boeren in
Zuid-Afrika (wier strijd de zijne was en
waarvoor hij een lied schreef). In het
proces tegen Dreyfus in 1 899 schreef
Noske brieven aan zijn Franse collegae,
waarin hij het in krachtige bewoordin
gen opnam voor Dreyfus, terwijl hij zijn
aktie kracht bijzette door de uitgave van
de „Dreyfus-Marsch" van Kor Kuiler.
Zijn aktie vond weerklank; in vier weken
tijd bleek een tweede druk nodig. Het
meest opvallende echter was Noske's
strijd tegen de discriminatie van de
vrouw in de muziek. Zijn daadwerkelijke
inzet voor de komponiste vinden we
duidelijk aangetoond in de catalogus
van Noske's uitgaven; deze catalogus
uit 1 924 vermeldt werken van 40 kom-
ponisten, 7 hiervan zijn vrouwen. Dat is
17'/2%, een percentage dat uniek is in
de gehele wereld, niet alleen in 1 924
maar ook nu nog.
Noske gaf alleen werken uit als hij in de
kwaliteit er van geloofde. Hij bleek
daarbij een vooruitziende blik te heb
ben. In de loop der jaren wist hij grote
namen - waarvan toen nog vele onbe
kend waren - aan zijn fonds te binden.
Vóór 1910 waren dat Peter van Anrooy
(1879-1954), Willem Landré (1874-
1948), Julius Röntgen (1855-1932),
Sem Dresden (1881-1957), Alphons
Diepenbrock (1862-1921), Bernard
Zweers (1854-1924), Dirk Schafer
(1873-1931), Jan van Gilse (1881-
1 944) en vele anderen. Wat ook als een
bijzonderheid mag gelden, was de uit
gave van grote werken die enorme in
vesteringen vergden. Investeringen die
alleen uit Noske's idealisme verklaard
kunnen worden. Een werk als de 3de
symfonie „Aan mijn Vaderland" van
Bernard Zweers, met een speelduur van
1 uur en 20 minuten, werd in 1908 in
zijn geheel gedrukt, de volledige parti
tuur met alle orkeststemmen. Van Jan
Ingenhoven (1876-1951) werden o.a.
drie grote symfonische werken uitge
geven, eveneens met partituur en or
keststemmen. De afzetmogelijkheden
voor dergelijke omvangrijke uitgaven
waren zo beperkt, dat Noske geweten
moet hebben aan dit soort projekten