zeeuws bestuur boven water
2
cie, omdat ze de bestuurlijke afstand tot
het rijk te groot achten. Functionarissen
van rijksorganen zijn zich van dit ver
storingencomplex niet bewust.
Het tweede verstoringencomplex zit in
de relaties tussen provincie en grote ge
meenten, waarbij de verstoringen voor
al liggen op het terrein van de bestuurs-
verhoudingen (rivaliteit, samenwer
kingsverbanden, enz.). Dit spannings
veld wordt wél wederzijds ervaren.
Een derde complex van verstoringen
doet zich voor rond vraagstukken van
organisatie/beleid van bestuurlijke or
ganisaties in de provincie. Daarbij gaat
het om aspecten als lange termijn be
leid, planning, taakverdeling, onbenut
te deskundigheid, enz. Dit complex
wijst bovendien in de richting van een
gebrekkig gebruik maken van organisa
torische hulpmiddelen.
De wijze, waarop verstoringen worden
ervaren, varieert nogal met de diverse
groepen van respondenten, dat zijn de
inzenders van de vragenlijsten; deze va
riatie betreft zowel het aantal verstorin
gen als de ernst ervan. Dit verschil in er
varing van verstoringen hangt voor een
belangrijk deel samen met de achter
grond van de betreffende responden
ten, waarbij de aard van de functie een
rol kan spelen, of de leeftijd dan wel de
organisatie of de overheidsinstelling,
waarvan men deel uitmaakt, en tenslot
te de regio, waar de respondent woon
achtig en werkzaam is.
Uit de verkregen informatie hebben de
rapporteurs het werkelijke probleem
van de bestuurlijke reorganisatie als
volgt onder woorden gebracht:
het probleem van de bestuurlijke reor
ganisatie is niet alleen een vraagstuk
van herschikking van taken over de
bestaande bestuurlijke organen (een
kwestie van structuur), doch is even
zeer een vraagstuk van het scheppen
van voorwaarden waarbinnen de nieu
we structuur zich optimaal kan ontwik
kelen, met andere woorden een kwestie
van klimaat en sfeer. In het Ontwerp van
Wet krijgen vooral de structurele vraag
stukken het accent zoals die van schaal,
competentie en mate van centralisa
tie/decentralisatie, terwijl de vraag
stukken van klimaat en sfeer nauwelijks
aan de orde komen zoals die van rivali
teit, belangenstrijd en communicatie
patronen.
Conclusies en aanbevelingen van de
rapporteurs
In het rapport komt men tot enkele
conclusies en aanbevelingen, die in een
eindconclusie zijn samen te vatten, en
wel „dat de voorgestelde structurele
wijzigingen in de bestuurlijke organisa
tie te weinig tot stand zijn gekomen in
samenspraak met de betrokken orga
nen in de provincie en dat bovendien tot
nu toe onvoldoende aandacht is be
steed aan het scheppen van een juist
klimaat en sfeer. Daaraan moet voldaan
zijn, wil het proces van de bestuurlijke
reorganisatie kunnen slagen. Het gaat
om de wijze waarop en de gezindheid
waarmee de diverse organen met elkaar
omgaan en men tot gezamenlijke
oplossingen poogt te komen."
Ook wordt er gewezen op de ontoerei
kendheid van de middelen, zoals een
doelmatig communicatiepatroon, een
beleidsmatige aanpak, een doordacht
organisatiebeleid en een verantwoor
delijke inschakeling van deskundigen
en financiële middelen, om een be
stuurlijke reorganisatie te doen slagen.
Tenslotte komt uit het onderzoek in
grote trekken naar voren dat er aan de
wijze waarop organen binnen de pro
vincie met elkaar omgaan, veel schort
en dat de betrekkingen tussen organi
saties in de provincie aan een grote
beurt toe zijn. Er wordt dan ook aanbe
volen een nauwkeuriger onderzoek
daarnaar in te stellen. De resultaten van
de gehouden enquête bieden daartoe
een aantal aanknopingspunten.
De lezer zal zich afvragen wat er met dit
rapport is gedaan en of er inderdaad
een nader onderzoek is ingesteld. Het
antwoord moet in wezen ontkennend
luiden. Er is vorig jaar door het College
van Gedeputeerde Staten van Zeeland
een werkgroep „Zeeuws bestuur boven
water" ingesteld. Deze werkgroep be
staat uit provinciale statenleden en be
stuursleden van de Zeeuwse afdeling
van de Vereniging van Nederlandse Ge
meenten (V.N.G.). Zij zal een nader on
derzoek instellen naar de verstoringen
in de bestuursrelatie tussen de provin
cie en de gemeenten. Men zal een en
quête houden onder de Zeeuwse pro
vinciale en gemeentelijke bestuurscol
leges over de door hen ervaren knel
punten en de daaraan naar hun oordeel
ten grondslag liggende (structurele)
oorzaken. De werkgroep zal dan de ont
vangen reacties doorlichten en trachten
daaruit de structurele elementen te ha
len, waarna wellicht oplossingen kun
nen worden voorgesteld.
Na zes jaar zijn we nog even ver als toen
we begonnen, wat klimaat en sfeer aan
gaat. Een deel van de regeringsvoor
stellen van 1976 is achterhaald. Wat
dat betreft is het rapport niet actueel
meer. Voor de geïnteresseerde Zeeuw
se lezer zou echter het meest interes
sant zijn geweest, wanneer in het rap
port voorbeelden uit de praktijk waren
vermeld, waarmee de gesignaleerde
verstoringen konden worden verduide
lijkt. Klimaat en sfeer konden zich dan
voor de lezer beter aftekenen. Het rap
port zou daardoor meer aandacht heb
ben gekregen, die het eigenlijk verdien
de. De inhoud ervan is nu te veel in de
schaduw gebleven.
Klimaat en sfeer
Het rapport „Zeeuws bestuur boven
water" verdient alleen al waardering om
het feit, dat het de grote betekenis van
klimaat en sfeer voor de bestuurlijke
reorganisatie binnen Zeeland „boven
water" heeft gebracht. Klimaat en sfeer
zouden inderdaad stukken beter moe
ten zijn. Is dat echter mogelijk bij de
huidige bestuursstructuur in Zeeland,
het sterke regionale karakter van Zee
land en het zwak levend provinciaal be
sef? In Zeeuws-Vlaanderen voelt men
zich immers eerst Zeeuwsvlaming en
dan pas Zeeuw! En zo geldt dat mutatis
mutandis ook voor de bewoners van de
andere Zeeuwse regio's!
Hoe zijn wij niet gewend aan een twee
deling van Zeeland dank zij de Wester-
schelde: Zeeuws-Vlaanderen en de
overkant. Vandaar de twee Kamers van
Koophandel, twee vleeskeuringsdien
sten, twee centrale posten voor de am
bulances en ga zo maar door. Wij den
ken in bevolkingsgroepen van 225.000
Zeeuwen en 125.000 Zeeuwsvlamin
gen, wanneer wij onze totale Zeeuwse
bevolking van 350.000 zielen bedoe
len. Het is een goede gewoonte om in
besturen van Zeeuwse provinciale or
ganisaties uit elke regio een vertegen
woordiger te benoemen. Elders in den
lande zal men zo iets niet in die mate
aantreffen.