27 RAMPIMPRESSIE Door mijn raam zie ik het water spiegel van leed het blinkt in de verte of grauwt tot een kreet daar is niets te vergeten niets raakt verloren muren van water overspoelen het koren warbeeld van water en puin van modder en hout 'k zie op mijn tuin verdoemd en steenkoud ginds vechten de mensen op de kale dijk met zakken en stenen gezogen in 't slijk eb en vloed 't leven in één wisseltij heeft de vloedgolf verbroken wat bloedwarm ons zij. Dode dieren zijn gevonden dode menschen nog niet God liet ze begraven er is geen ander lied. Marien Geuze, 2 februari 1953 Uit zijn bundel: Onderweg)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1983 | | pagina 27