de zeeuwse gemeenschappen van espirito santo 1858-1980
15
stelling tot vroeger droegen ze de op
brengst niet meer af aan de heren, maar
verkochten ze hun produkten zelf. Ze
raakten zodoende vervlochten in een
economisch netwerk waardoor ze meer
dan voorheen waren aangewezen op
andere bevolkingsgroepen. Uit de ge
gevens blijkt dat in deze periode een
toenadering optrad tussen de Lutherse
Pommeranen en de Hervormde Zeeu
wen. De economische moeilijkheden
dwongen beide groepen hoogstwaar
schijnlijk tot het oplossen van de minie
me religieuze verschillen.
2.4. De zelfstandige boeren 1900-
1930
De bestuurders van de staten Sao Pau
lo, Rio de Janeiro en Minas Gerais be
paalden in 1 906 dat de export van infe
rieure koffiekwaliteiten moest worden
tegengegaan. Het exportverbod leidde
tot een verdere uitholling van de positie
van de koffieplanters op regionaal en
nationaal niveau. De politieke beslis
sing van de nabuurstaten had uiteraard
ernstige gevolgen voor de zelfstandige
boeren van Espirito Santo (Banck
1977: 40). Deze restrictie betekende
een grote klap voor de overgebleven
koffieplanters en zelfstandige boeren
van Espirito Santo. Gaandeweg werden
ze gedwongen zich steeds meer op in
terne markten te richten. Voor de boe
ren van Holanda was de dichtstbijzijnde
markt Porto de Cachorica. Deze plaats
was te bereiken na een bergrit van twee
dagen met een ezel. De handel op deze
markt geschiedde op ruilbasis. Van har
de valuta was in deze periode geen
sprake.
Ondanks een hoog sterftecijfer, gele
koorts roeide zo nu en dan hele gezin
nen uit, was de bevolking ondertussen
sterk toegenomen. De groeiende bevol
king bracht een fragmentatie van de be
staande boerderijen met zich mee. De
inwoners moesten van steeds kleinere
percelen grond leven. Een zekere Abra
ham Lauret, afkomstig uit Retranche-
ment, verdeelde zijn bezit onder zijn
achttien kinderen. Door voortdurende
bebouwing van de velden, het gebruik
van kunstmest was nog onbekend,
raakten de gronden bovendien uitge
put. De opbrengst verminderde snel.
Deze factoren tezamen brachten een
migratiestroom onder de Zeeuwen op
gang. Het dorp Garrafao, ongeveer
40 km van Holanda gelegen is waar
schijnlijk door een dergelijke migratie
ontstaan. In deze plaats herhaalden de
Zeeuwse migranten de „slash and
burn"-cyclus van hun voorouders. Op
dezelfde wijze werd rond de eeuwwis
seling Pau Amarelo gesticht. Deze ne
derzetting ligt op ongeveer drie uur lo
pen van Holanda. De emigratiestroom
uit Holanda verminderde de druk op de
bestaansmiddelen, waardoor de boeren
een redelijk welvaartsniveau konden
bereiken.
In de jaren twintig van deze eeuw werd
van hogerhand een decreet uitgevaar
digd waarin werd bevolen, dat alle kof-
fiestruiken in Espirito Santo moesten
worden verbrand. De boeren verloren
zodoende hun belangrijkste inkom
stenbron. Om in hun levensonderhoud
te voorzien waren velen nu genood
zaakt de teelt van andere produkten uit
te breiden. Velen kwamen in deze over
gangsperiode in een penibele situatie
en zagen zich gedwongen waardevolle
goederen, zoals meubelen, te verkopen.
Het koffieteeltverbod leidde tot een
verarming van de boeren en een toene
mende politieke en economische af
hankelijkheid van de vendistas, de Bra
ziliaanse opkopers.
De belangrijkste gebeurtenis op reli
gieus gebied was de bouw van een
kerkje in Holanda in 1 903. Voor die tijd
waren de Zeeuwen aangewezen op een
kerk die drie uur lopen van Holanda lag.
In juni 1 924 is de gemeente lid van de
Lutherse Kerk geworden, waardoor ze
in religieus opzicht nu ook formeel op
dezelfde lijn als de Pommeranen kwa
men te zitten. Sinds die tijd maakte ze
deel uit van de Evangelisch-Lutherse
Synode van Espirito Santo en Saö Pau
lo. In die organisatie werd de gemeente
Holanda toen door een zekere Anthonie
Lauret vertegenwoordigd. Lauret heeft
ook nog een tijdje als geestelijk leider
van de Zeeuwse leefgemeenschap ge
fungeerd.
2.5. Van zelfstandige boer tot dee/bou
wer 1930-1980
Op het einde van de jaren twintig waren
de koffiestruiken van Espirito Santo
vrijwel uitgeroeid. Maniok dat al lange
tijd een bron van neveninkomsten voor
de boeren vormde, was naast hoofd
middel van bestaan, waaronder verder
maïs en bonen behoorden, ook het be
langrijkste handelsgewas geworden.
Het bleek evenwel een erg wisselvallige
inkomstenbron te zijn, onder andere
vanwege de lange groeitijd, de vele
misoogsten en de lage verkoopprijzen.
De boeren probeerden meer geld van
dit produkt te maken door het te ver
werken tot meel. Eén van de boeren had
daartoe een molen gebouwd. In de
praktijk is het echter moeilijk concurre
ren tegen de fabrieken die met lagere
kosten werken. Daar komt bij dat de
boeren in veel gevallen, vanwege een
schuldrelatie, onder de kostprijs aan de
vendistas moeten leveren.
De vendistas vormen in het gebied een
belangrijke handelsgroepering die een
gedeelte van hun handelsactiviteiten in
de winkeltjes, gelegen op strategische
kruispunten van wegen, voeren.2) Ze
beheersen de handel en de boeren heb
ben dikwijls geen andere keus dan zich
naar hun wil te schikken. Deze afhanke
lijkheidspositie van de boeren hangt
onder meer samen met hun gemis aan
vervoersmiddelen, die noodzakelijk
zijn, om handelsgewassen naar de ver
weggelegen markten te transporteren.
De vendistas schromen niet om van dit
relatieve isolement te profiteren. In de
handelstransacties - die over het alge
meen op ruilbasis geschieden - reke
nen de vendistas lage prijzen voor van
de boeren ontvangen produkten, terwijl
ze op de markten voor dezelfde goede
ren grote winsten maken. De vendistas
kopen op die markten gebruiksgoede
ren die de boeren niet produceren. Voor
dergelijke artikelen rekenen ze hoge
prijzen. Deze handelswijze betekent
voor veel boeren dat ze bij de vendista
in het krijt komen staan. De boeren van
wie de schuld te hoog wordt, worden
door de vendistas gedwongen om hun
rekeningen met grondbezittingen te
vereffenen. Door dergelijke schuldaf
lossingen ontstaan grondbezittende
vendistas. De boeren mogen wel als
deelbouwer op hun oude akkers blijven
werken, maar ze moeten éénderde, de
helft of zelfs tweederde van de oogst
aan de vendista afdragen.
Voor veel gezinnen vormde de toene
mende afhankelijkheid van de vendis
tas de aanzet om uit Holanda weg te