de encyclopedie van zeeland, deel I
202
Illustratie bij artikel Dreischor.
laatste blijkbaar ook een trefwoord is,
maar uitleg zou niet overbodig zijn ge
weest.
Vermeldde ik al eerder terloops Goes, ik
kom daarop terug, omdat al de topogra
fische trefwoorden in beginsel op de
zelfde manier zijn opgezet en inge
deeld. Die methodische aanpak laat
zich het beste verduidelijken aan de
hand van een wat uitgebreider artikel
zoals dat over de enige van de grootste
vier Zeeuwse steden, die in dit eerste
deel alfabetisch aan de orde is.
Na de gebruikelijke statistische gege
vens en een in algemene termen gehou
den beschrijving van de hedendaagse
functie van de Ganzestad („econo
misch, cultureel en medisch centrum
van Zuid-Beveland") volgt een aantal
afzonderlijke paragrafen van uiteenlo
pende lengte. In volgorde: Wapen;
Vlag; Varia („ieder jaar wordt in Goes,
de tweede volle week van augustus ker
mis gehouden. Elke dinsdag is er
markt"). Monumenten, Geschiedenis
(uitvoerig). Kerkgeschiedenis (nog uit
voeriger). Opvallend is m.i., dat, hier als
elders, de historische accenten nogal
zwaar zijn aangezet.
Het geheel is geïllustreerd met zwart
wit afbeeldingen van Goes vroeger, en
met foto's van de stad van vandaag, met
een kaartje van de 19e eeuwse ge
meente en een van de gemeente na de
herindeling van 1970. Verder met een
afbeelding van het gemeente-wapen en
over een volle pagina een technisch niet
helemaal geslaagde kleurenplaat waar
op twee „Gesigten" uit de „Zelandia II-
lustrata".
Onder het kopje „Literatuur" volgt dan
aan het slot nog een bibliografische
handreiking voor wie zich na de lezing
van het heel leesbare artikel nog verder
zou willen oriënteren.
Zijn de grenzen van wat Zeeuws mag
heten gemakkelijk te trekken wat de to
pografie betreft, elders ligt dat pro
bleem moeilijker, en kunnen, als eerder
gezegd, de meningen verschillen. Dat
kan echter nauwelijks het geval zijn,
waar gesproken wordt over Dialecten,
Zeeuwse en waarde redactie daaronder
ook „de nauw verwante dialecten van
Goeree-Overflakkee" blijkt te ver
staan. Bestuurlijke en taalkundige gren
zen vallen nu eenmaal niet altijd samen,
zeker niet waar het dialecten betreft.
Onder het trefwoord dialecten is hier in
niet minder dan 16 kolom, d.w.z. op
ruim vijf volle bladzijden een uitgebrei
de informatie bijeen gebracht. In hoe
verre dit ook werkelijk een „schat" is,
laat ik ter beoordeling aan deskundigen
over. Op mij als leek maakt het alles te
samen een voortreffelijke indruk, en ik
veronderstel, dat ook menig vakman
met dit overzicht zijn voordeel zal kun
nen doen.
Na de vermelding van enige karakteris
tieke bijzonderheden (de g/h wisse
ling!) volgen afzonderlijke paragrafen
over dialectgeografie, dialectkunde,
dialectonderzoek, (individuele) dialect
onderzoekers en, een wel zéér informa-
tiek sluitstuk „Zeeuwse dialectschrij
vers" heel overzichtelijk eilands- en
streeksgewijs gerangschikt. Een over
zicht, dat ook een aantal publicaties be
vat uit de allerlaatste jaren, tot 1 980
toe.
Een schoonheidsfoutje: na de reeks ge
schriften (en geschriftjes!) uit Oost
Zeeuws-Vlaanderen is kennelijk een
tussenkopje „Goeree en Flakkee" weg
gevallen (p. 326). Om deze „aanmer
king" goed te maken: een compliment
aan het adres van degeen, die kans zag
aan een lang artikel, dat zich niet leent
voor illustraties, er toch één toe te voe
gen: een afbeelding van de jubileum
editie van het „Woordenboek der
Zeeuwse dialecten".
Wie dat woordenboek kent, denkt dan
onmiddellijk aan de vrouw, aan wier
„kundigheid", „volharding" en „door
zettingsvermogen", de tot stand ko
ming ervan bovenal te danken is (E.v.Z.,
p. 323). Het leven en werk van dr. Hen
drika Catharina Maria Ghijsen (1884-
1976) wordt afzonderlijk behandeld.
Iets anders is niet denkbaar. Haarvader
was dan wel een „inwijkeling", maar
een „Zeeuwser" iemand dan dr. Ghijsen
kun je je nauwelijks voorstellen. Op blz.
501 wordt zij, terecht, extra geëerd met
een over een halve pagina afgedrukte
karakteristieke foto: mevrouw Ghijsen
achter haar schrijfmachine met aan
haar linkerhand één van de schoenen
dozen, waarin zij de kaarten met gege-