franse kloostergemeenschappen in sluis 115 kerk. In het laatst van de 18e eeuw (Aufklarung) ging men daarover in Frankrijk steeds meer nadenken. Men wilde het onderwijs aan de kerk ont trekken. De kerk zou de vrije ontwikke ling van de menselijke rede in de weg staan en daarom moest zij bestreden worden. Waarom hebben de Hugenoten geen recht om aan hun kinderen het onder wijs te geven dat zij begeren? Is dat ook voor hen geen onvervreemdbaar recht? leder die iets weet van de geschiedenis van Frankrijk weet dat het tot een uit barsting is gekomen in de Revolutie, waarbij de anarchie ging overheersen, die zich steeds meer keerde tegen de kerk van Rome, die men vereenzelvigde (en dit terecht) met het oude koninklijk regiem waartegen men hartgrondig in verzet was gekomen. De jeugd moest worden opgevoed in de revolutionaire ideeën en daartoe waren de geestelij ken niet geschikt, noch ook het toezicht van de bisschop. Voor het onderwijs werd het een ramp. Er bleven in Parijs bijvoorbeeld slechts twee scholen over. Napoleon wilde de kerk weer niet uit bannen, maar ook voor hem moest het onderwijs een staatszaakzijn en blijven. Bij de Restauratie onder de koningen Lodewijk XVIII en Karei X kreeg de vrije school van de clericalen weer alle kans om de kinderen weer allereerst op te voeden tot goede christenen zoals zij dat zagen. Na de revolutie van 1 830 werd de posi tie van de kerk weer afgebroken en daarmee ook het vrije onderwijs. De li beralen, bij wie de idealen van de revo lutie toch enigszins waren blijven leven, wilden alle kerkelijk onderwijs onmoge lijk maken. Zelfs wilden zij aan alle or den en congregaties het onderwijs ver bieden, wat niet doorging. Onder Napoleon III kwam er weer eens een nieuwe wet op het onderwijs. De clericalen kregen weer hun kansen, wat vanzelfsprekend verzet opriep. Na de nederlaag en afzetting van Napo leon III kwam het in de Derde Republiek tot een radicale breuk met het verleden. Een groep revolutionairen vormde een Commune, welke in Parijs een terreur uitoefende, die zich ook weer keerde te gen de kerk. Menig priester en zelfs de aartsbisschop van Parijs is ten offer ge vallen. DezeCommune werd neergesla gen, maar langzamerhand kregen de Republikeinen, zowel in de Kamer als in de Senaat de meerderheid en daarmee was de nationale opvoeding, zoals men het noemde, weer volop aan bod. Zij wilden leerplicht en kosteloos lager on derwijs en een werkelijk openbare, neu trale school. De kerk verzette zich tegen alle drie. Het ging ook haar om de ziel van het volk en daarin had zij gelijk. De staatsschool moest de leerlingen op voeden tot goede republikeinen, in so cialistische geest. De kerk, die vroeger doof was gebleven voor godsdienstige minderheden, kreeg nu de rekening ten volle gepresenteerd. In Frankrijk kreeg de schoolstrijd steeds meer het fanatie ke van een geloofstegenstelling. Men beschouwde die strijd rond de school wetgeving eerst als af toen Combes de schoolwetten bekroonde door de zoge naamde scheidingswetten (1901- 1905). De kerk had de strijd verloren. De schoolwetten van Combes Combes (Justin Louis Emile 1835- 1 921was bestemd om priester te wor den, maar op het grootseminarie haakte hij af en ging medicijnen studeren. Hij ontwikkelde zich tot een fervente anti- clericaal. Toen hij in de politiek ging, behoorde hij tot de Radicalen. In 1 895 werd Combes voor een half jaar minis ter van onderwijs. De strijd tegen de kerk en het kerkelijk onderwijs kwam mede door hem in haar laatste fase en hij kreeg daartoe alle kans toen hij be noemd werd tot voorzitter van een com missie van rapporteurs over het wet sontwerp op het recht van vereniging. In 1 902 vormde Combes een eigen mi nisterie dat steunde op alle radicale partijen, de socialisten inbegrepen. Hij begon toen rigoreus de wet op de vere nigingen uit te voeren. Deze wet schiep vrijheid voor vrijwel alle verenigingen, maar beperkte die van kloosters, orden en congregaties die geen autorisatie van de regering bezaten en deze ook niet wilden aanvragen. De wet bepaalde dat zelfs voor seminaria regeringsauto risatie vereist was. Een nieuwe wet in 1 904 kwam tenslotte neerop vrijwel al gehele opheffing van het kerkelijk on derwijs, dat van orden en congregaties. Dit alles leidde tot een conflict met de paus en tot opheffing van het gezant schap bij de H. Stoel en tot een wet van volledige scheiding van kerk en staat. Door de wetten van Combes werd bijna

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1982 | | pagina 5