„met mate" 25 jaar inzet, inspiratie en integriteit 82 Tolerantie Toen het werk in Zeeland begon, was er duidelijk sprake van een ontkenning van het probleem en was de tolerantie voor het gebruik van alcohol groot. In zoverre is er zeker niets nieuws onder de zon. Ook niet wanneer het gaat om goedpraten en verontschuldigen van bepaalde drinkgewoonten. Het met mate drinken heeft kenmerken van ge meenschappelijkheid en genot bij bij zondere feestelijke gelegenheden. De overgang echter naar gewenning en verslaving gaat altijd geruisloos en slui pend. Als een bepaald gebruik - op wel ke gronden dan ook ooit ingevoerd - in een samenleving geïntegreerd is ge raakt, leert men ermee leven. Sterker, in het geval van alcohol, men kan er niet meer zonder. Het hoort erbij. Dit geldt met name voor alcohol en vooral de ge bruikers ervan vonden en vinden dat het hoort bij het sociale leven. Een ieder, die het tegendeel beweert en wijst op de gevolgen van verslaving en afhankelijk heid bij alcoholisme, wordt als een be dreiging gezien. Men wil er niets van weten en ontkent de aanwezigheid, de omvang en de ernst van het probleem. De aanwezigheid van alcohol in onze wereld is minstens terug te voeren tot het oude Egypte. Op meer dan 4.000 jaar oude graftomben zijn wijnpersen en drankfestijnen afgebeeld. Toch zijn wij er kennelijk niet in grote getale in geslaagd de juiste manier van omgaan met alcohol te vinden. Voor velen blijft de ruime verkrijgbaarheid ervan een bedreigende situatie (café's, kantines van sportverenigingen, schoolfeestjes, slijters, levensmiddelenwinkels al dan niet zelf bediend, rijdende winkel voor de deur), die nog eens versterkt wordt door de reclame via massamedia, waar in de geneugten van alcohol worden aangeprezen. De gevolgen zijn te zien in de cijfers over het alcoholgebruik, dat in de afgelopen kwart eeuw verdrievou digde, omgerekend per hoofd van de bevolking. Is er in zoverre veel veranderd sinds 1957? Ja! Er heerst verontrusting omtrent het toe nemende gebruik van alcohol, mede onder invloed van een verschuiving van de geaccepteerde grens van toelaat baar sociaal gebruik naar ruimere drinkgewoonten. In het Zeeland van vandaag zijn in ieder geval de beleids makers ervan overtuigd, dat alcoholis me en andere verslavingsziekten be handeld moeten worden. Hoe en waar? Daar wil nog wel eens verschillend over gedacht worden. In de loop der jaren is in onze provincie veel veranderd. Zeeland werd van een redelijk gezapige provincie in een uit hoek van Nederland in 1957 tot een midden in de stroom van alle processen en activiteiten staand gebied. De pro vincie werd ontsloten. Zeeland werd ontdekt als recreatiebestemming, met als gevolg jaarlijks een grote stroom va kantiegangers. De vestiging van nieuwe industrieën, verbeterde vervoersmoge lijkheden, de Deltawerken, de Zeeland- brug brachten een ontwikkeling op gang, waarbij aantallen (blijvende of tijdelijke) bewoners zich van buiten de provincie vestigen. Het inwonertal steeg van rond 240.000 tot omstreeks 350.000 in 25 jaar. Het al vanouds geïntegreerde en aan vaarde alcoholgebruik kreeg door dit alles nieuwe impulsen en er kwam een dimensie bij in de vorm van drugsaf hankelijkheid. Naast directe omgevingsfactoren kun nen er andere, veelomvattender drijf veren voor het gebruik van roesverwek kende middelen zijn. Is een dergelijk gebruik onze moderne manier om de problemen van deze tijd te hanteren of is het juist een hulpmiddel om dergelij ke problemen te ontvluchten? Te den ken valt aan de voor het huidige tijds gewricht typische problemen als eco nomische recessie, werkloosheid, uit zichtloosheid en ontbrekend toekomst perspectief, nucleaire escalatie, oor logsdreiging en ontheemding, die het bestaan voor sommigen, zowel jonge ren als ouderen onhoudbaar maken. Gewijzigd profiel Het aanzien, het profiel van de gebrui ker is daardoor in de achter ons liggen de 25 jaar gewijzigd. In een verande rende wereld, waarin de mens een on derdeel is van zijn omgeving kan dat ook niet anders. Een voorbeeld hiervan is, dat naast het alcoholgebruik in café's een belangrijk deel van het gebruik zich afgeschermd in huis is gaan afspelen. Andere voorbeelden komen naar voren bij het overzien van ons cliëntenbe stand, waarin een scala van uiteenlo pende veranderingen blijkt te zijn opge treden. Toen het bureau in 1 957 startte, kwa men de cliënten voor het merendeel uit de laagste inkomensgroepen. Dit laat ste wil niet zeggen, dat er bij de gegoe de burgerij niet of minder gedronken werd. Vaak was het tegendeel waar maar de rijken hebben altijd hun kwaal beter en langer kunnen verheimelijken. Alcohol stopt niet voor rang of stand en het is ook manifest, dat in de loop der tijden het aantal cliënten uit de hogere kringen is toegenomen door een betere bekendheid met de mogelijkheden van ons bureau en in het licht van verande rende inzichten omtrent het alcoholis me, dat in toenemende mate als een ziekte of gezondheidsstoornis werd be schouwd. Een andere opvallende ontwikkeling is te bespeuren in de veranderingen van de leeftijd, waarop het alcoholgebruik problemen geeft. Lag de leeftijd vroe ger voornamelijk tussen 30 en 60 jaar, nu is er zowel in de lagere als in de ho gere leeftijdscategorieën een toename te zien: aanzienlijke aantallen jongeren en jonge volwassenen zijn bij ons bu reau in behandeling in verband met verslavingsproblemen maar ook bij de 60- tot 65-jarigen en ouder is er sprake van een stijging van de hulpvraag. Dat alcohol nu een grote rol speelt bij jongeren, is vooral toe te schrijven aan veranderende (drink-)gewoonten (tie ner-champagne, kinder-pilsje), waar door het kind al jong kennis maakt met alcohol. Je wilt erbij horen. Je wilt bij de tijd zijn. En als er dan nog sprake is van enige aarzeling, dan helpt de reclame met zijn vertekende beeldvorming van een ideale situatie je wel over de drem pel. De alcohol is niet meer weg te den ken uit club- en buurthuizen. Datouderen van 60è 65 jaarmeergaan drinken kan misschien zijn verklaring vinden in de manier waarop zij door de samenleving worden gewaardeerd. Het verwerken van de ouderdom gaat niet

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1982 | | pagina 4