oosterschelde: van open of dicht naar open en dicht 147 7. Compartimenteringswerken Waarom wordt door de aanleg van twee compartimenteringsdammen toch een deel van de Oosterschelde van de getij- werking afgesloten? Met België is in een tractaat overeengeko men dat het Schelde-Rijnkanaal getijde- vrij zal worden. Bij een afgesloten Ooster schelde is dit geen probleem, wèl wan neer deze zeearm open blijft. Voorts kan door compartimentering het bekken ach ter de kering - en daarmee de afmetingen van het kunstwerk zelf - worden ver kleind. Tenslotte is de aanleg van de dam men van belang voor de waterhuishou ding: het oostelijk deel van het bekken kan hierdoor verzoeten, terwijl geen on aanvaardbare zoetwaterbelasting van de Oosterschelde plaatsvindt. De commissie-Klaasesz en de Raad van de waterstaat zochten het in de aanleg van een Keetendam en een Oesterdam, terwijl de Rijksplanologische commissie de voorkeur gaf aan model C3 (een Phi lips- en een Oesterdam) met een scheep vaart- en spuikanaal door de staart van Zuid-Beveland in de richting van Waarde. Dit laatste werd overigens al direct door de Zeeuwse staten afgewezen. Daarop werd (opnieuw) een commissie ingesteld, en wel de Commissie compar timentering Oosterschelde (CCO), die in april 1975 rapporteerde. Deze commissie onderzocht twee modellen. Het belang rijkste model was het al eerder genoemde model C3 (Philips-en Oesterdam), dit maal met kanalen bij resp. Krabbendijke en Rilland-Bath of een verbreed kanaal door Zuid-Beveland. Provinciale staten kozen voor deze laatste variant met als belangrijkste overweging dat dit de ge ringste ingreep in de bestaande situatie met zich mee zal brengen. De regering slootzich hierbij aan. In dit model blijft ca. 80% van de Oosterschelde onder de in vloed van het getij. Het oostelijk deel van het bekkenhet Volkerak, de Eendracht en het Markiezaat van Bergen op Zoom (die Enkele van de onderzochte compartimenteringsmodellen. Gekozen werd uiteindelijk voor model C 3-spuikanaal Bath met verbetering van het kanaal door Zuid-Beveland.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1981 | | pagina 9