de vestiging van de eerste medische specialisten in middelburg (II) 158 graaf worden aangeschaft, wel vlug zijn terugverdiend. Elk nieuw specialisme dat zich in het be gin van deze eeuw in Middelburg vestig de, heeft, hoewel de ene specialist er heel wat meer van maakte dan de ande re, zijn eigen stempel gedrukt op het we tenschappelijk leven van de afdeling. Ook op het terrein van kennisoverdracht heeft Martens zijn sporen verdiend. Doormiddel van een groot aantal voor drachten, o.a. over verhoogde bloed druk, over insuline (in 1923 een gloed nieuwe ontdekking), over de diagnostiek van maagziekten door middel van ge- fractioneerd maagonderzoek enz. enz. laat hij de Walcherse artsen kennis ne men van de nieuwe vorderingen op het gebied van de interne geneeskunde. Helaas ontstaat er al gauw onder de Wal cherse artsen een groeiende weerstand tegen Martens. Deze weerstand geldt niet Martens als mens. Martens die op werkdagen al zijn tijd aan zijn patiënten en op Zondagen aan zijn Vlaamse vrien den besteedt, heeft waarschijnlijk niet veel tijd over gehad voor sociaal contact met zijn plaatselijke vakbroeders. Deze weerstand geldt, zoals gezegd ook niet Martens politieke overtuiging. Het geldt evenmin Martens als medicus; op een enkeling na, die hem een kwakzalver zonder goede papieren noemt, trekt nie mand zijn medische capaciteiten in twij fel. De weerstand die hij bij zijn Walcher se collega's oproept komt uitsluitend voort uit zijn (on)collegiaal gedrag. De huisartsen die patiënten naar Mar tens verwijzen merken naar verloop van tijd datze hun eenmaal verwezen patiën ten nooit meer terug zien. Een van de Vlissingse huisartsen, die Martens hier op wijst merkt tot zijn verbazing en er gernis dat Martens opeens Vlissingers die een andere huisarts hebben naar hem doorstuurt met de mededeling: gaat U maar naar dokter X. dat is een goede dokter die U verder zal behande len. Patiënten die buiten hun huisarts om naar Martens toe gaan worden in behandeling genomen zonder dat de huisarts hierover wordt ingelicht. Het gevolg is dat de huisartsen na verloop van tijd steeds minder patiënten naar Martens verwijzen zodat er van zijn, door het bestuur der Godshuizen zo fraai ge formuleerde, functie van: raadsman in moeilijke gevallen de interne genees kunde betreffende, niets terecht komt. Het zijn overigens niet alleen de huisartsen die bezwaren hebben. De chi rurg komt met het bezwaar dat Martens chirurgische patiënten veel te lang in tern blijft door behandelen. De radioloog vindt het onjuist dat Martens ziekenhuis patiënten voor röntgenologisch onder zoek bij hem thuis laat komen, het hoofd van het laboratorium komt met klachten, evenals de neuroloog en de controle rend arts van de ongevallenwet. Omdat het met zoveel klachten wordt geconfronteerd roept het bestuur der Godshuizen, in 1930 een vergadering bijeen waar behalve de drie ambtelijk aan het ziekenhuis verbonden artsen ook de voorzitter van de staf en de voor zitter van de afdeling aanwezig zijn. Deze vergadering komt tot de conclusie dat een vruchtbare samenwerking tussen Martens en de andere medici in het Gast huis onbereikbaar moet worden geacht. Martens, die ook op deze vergadering aanwezig is trekt gelukkig de juiste kon- sekwentie. Met ingang van medio de cember 1930 wordt hij, op eigen verzoek, eervol ontslagen als internist van het Gasthuis. De in Vlissingen gevestigde internist L. J. H. Brongers wordt met ingang van 1 maart 1931 zijn opvolger. Martens be houdt overigens het recht om patiënten in het Gasthuis op te nemen terwijl het bestuur hem ook een eigen werkkamer in het Gasthuis laat houden. Martens' populariteit Martens' populariteit, heeft door een en ander niet in het minst te lijden. In plaats van naar het Gasthuis richt de patiënten- stroom zich nu naar zijn woning op de Londense kaai. Op werkdagen houdt hij hier zijn eindeloos lange spreekuren, op zondagen is het een centrum van cultu reel, politiek en vriendschappelijk ver keer, getuige het grote aantal auto's met Belgische kentekens die elke zondag op de Londense kaai geparkeerd staan. Ge leidelijk begint ondertussen het politieke klimaat in België te veranderen. Als eind 1929 de eerst amnestiewet wordt aange nomen durft Martens, voor het eerst na 11 jaar, weer voet op Vlaamse bodem te zetten. Het duurt nog tot eind 1934 voor dat hij officieel als vrij man naar België terug kan keren. Zijn populariteit in Zee land is zo groot dat hij een petitionne ment krijgt aangeboden, getekend door ruim 1500 personen, waarin hem ver zocht wordt in Middelburg te blijven. Maar 'hart en bloed' winnen het, eind 1933 vestigt Martens zich in Astene, een klein plaatsje vlak bij Deinze, waar hij tussen de Leie, een toen nog niet vervuil de, visrijke, zijrivier van de Schelde en de straatweg van Kortrijk naar Gent een ul tramoderne villa laat bouwen. Recht te genover zijn huis bouwt hij een polikli niek, een eindje verder aan de straatweg een privékliniek. Hoe weinig de politieke hartstochten rond zijn figuur zijn afgekoeld, blijkt, als hij in het voorjaar van 1939 voorgedra gen wordt als lid van de Vlaamse Acade mie voor Wetenschappen. Deze voor dracht veroorzaakt in België zo'n gewel dige deining dat het kabinet Spaak, dat politiek verantwoordelijk is voor deze benoeming, moet aftreden. De weken lange kabinetscrisis - N.B. aan de voor avond van de tweede wereldoorlog - die het gevolg is van 'de zaak Martens' wordt pas opgelost als Martens op het laatste nippertje zelf zijn kandidatuur in trekt. Hierna herhaalt zich de geschiede nis. Opnieuw komt, in het begin van detwee- de wereld oorlog, de leerstoel in de inter ne geneeskunde aan de Gentse Univer siteit vacant. Opnieuw wordt Martens hoogleraar. Opnieuw wordt hij, als de oorlog voorbij is, ontslagen en opnieuw volgt er een internering. De gevangenschap duurt deze keer be trekkelijk kort, al vrij spoedig kan hij naar Astene terug keren. In de nu komende jaren ontwikkelt Martens zich tot een be kend voedingsdeskundige. In 1953 pu bliceert hij een lijvig boek over de alge mene voedingsleer, later gevolgd door een aantal boeken over de voeding bij de diverse orgaanaandoeningen! Als gevolg van Martens belangstelling voor de dieet-behandeling van interne afwijkingen evolueert zijn kliniek in Aste ne tot een landelijk centrum van stofwis selingsziekten. Met het ouder worden laat Martens de dagelijkse leiding van zijn kliniek en po likliniek geleidelijk aan jongere mede werkers over. De tijd die hierdoor vrij komt is grotendeels aan de kunst gewijd. Zijn gastvrije huis aan de Leie groeit, dankzij zijn talrijke relaties met de Vlaamse kunstenaarswereld, geleidelijk uittot een klein museum van contempo raine Vlaamse beeldende kunst. In 1962 wordt zijn gouden ambtsjubi leum op zeer stijlvolle wijze gevierd. Ve le zeer hoog geplaatsten zijn aanwezig om hun, eens ter dood veroordeelde,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1981 | | pagina 20