de vestiging van de eerste medische specialisten in middelburg (II)
157
omgeving gevestigde huisartsen, in de
functie te kunnen treden van raadsman
bij moeilijke gevallen de inwendige ge
neeskunde betreffende?
Uit het antwoord van beide heren blijkt
dat ook hoogleraren moeilijk objectief
kunnen zijn. De zeer Duits gezinde alge
meen patholoog prof. dr. N. Ph. Tende-
loo schrijft een enthousiaste brief terug
waarin hij verklaart dat hij Martens een
uitstekend arts vindt en dat hij hem van
harte voor deze functie kan aanbevelen.
De fransgezinde prof. dr. W. Nolens ant
woordt met één, uiterst kil, zinnetje dat
luidt: dat het hem niet bekend is dat de
heer Martens een bijzondere opleiding
heeft genoten die hem zou veroorloven
zich specialist-internist te noemen.
Toelating als internist
Martens, die onmiddellijk na zijn vesti
ging lid is geworden van de afdeling
Walcheren van de maatschappij der Ge
neeskunst, waardoor hij precies weet
hoe de stand van zaken is, neemt nu zelf
het initiatief en schrijft aan het bestuur
der Godshuizen een brief waarin hij het
bestuur vraagt om als internist tot het
Gasthuis te worden toegelaten. Het be
stuur hakt nu de knoop maar door en
geeft Martens, met ingang van 1 juli
1922, de gevraagde toestemming.
Het is duidelijk dat Kindermann, aan
wiens status als hoofd van de genees
kundige afdeling officieel niets veran
dert, door deze benoeming van Martens
in een onmogelijke positie wordt gema
noeuvreerd. Hoe slecht zijn verhouding
met het bestuur is geworden blijkt uit
zijn jaarverslag van 1922, waarin hij
schrijft:
"Een schaduw in de toekomst werd ge
worpen door een onderhoud met een lid
van Uw bestuur (waarschijnlijk het me
disch bestuurlid Wap) die mij op een
zondagmorgen in oktober (1922) in mijn
werkplaats (in het Gasthuis) kwam be
zoeken en o.a. zei: we zullen je in alles zo
veel mogelijk tegenwerken! Daar deze
woorden sedert op geen enkele wijze
werden herroepen of gecorrigeerd
meen ik goed te doen ze in dit jaarver
slag als een malum omen voor de inter
ne afdeling en haar leider niet onver
meld te laten."
Deze cri de coeur blijft onbeantwoord,
het bestuur doet niets om de onjuiste
verhoudingen op de interne afdeling, die
door de aanstelling van Martens zijn ont
staan, te corrigeren. Het voorspelde
kwaad voor de leider van de interne af
deling laat niet lang op zich wachten.
Eind 1923 komt de opgehoopte conflict
stof tot ontbranding en escaleert tot een
incident dat niet alleen schadelijk is voor
de waardigheid van de artsenstand
maar ook schadelijk voor de verhoudin
gen in het Gasthuis.
Op zekere dag hoort Kindermann de Bel
gische semi-arts Ghekiere, die door Mar
tens als assistent op de interne afdeling
is aangesteld, tegen de hoofdzuster zeg
gen: "zuster ik ga een venapunctie
doen." (Het afnemen van bloed uit een
onderhuidse ader meestal in de elle-
boogsplooi).
Deining
Zonder iemand te raadplegen loopt Kin
dermann regelrecht naar het Hofplein
waar hij bij de Officier van Justitie een
klacht indient over het feit dat een nog
niet afgestudeerd arts, die bovendien
een buitenlander is, in het Gasthuis de
geneeskunde onbevoegd uitoefent! Be
grijpelijk veroorzaakt dit optreden van
Kindermann, in het kleine Middelburgse
medische wereldje, de allergrootste dei
ning.
Het bestuur der Godshuizen, dat woe
dend is dat Kindermann, notabene zon
der hen te raadplegen, op deze manier
het Gasthuis in opspraak brengt, geeft
hem een stevige reprimande. Destaf van
de medische specialisten van het Gast
huis is over deze uiterst oncollegiale
daad van een medestaflid zo gebelgd dat
Kindermann het staflidmaatschap wordt
ontnomen. (Door de Officier van Justitie
wordt de klacht, wegens haar onbedui
dendheid al vlug geseponeerd). Kinder
mann dient tegen zijn collega's in het
ziekenhuis op zijn beurt een klacht in bij
de afdelingsraad, wat hij, ook in hoger
beroep, verliest.
Uit rancune zegt Kindermann zijn lid
maatschap van de Maatschappij der Ge
neeskunst op waardoor hij zich zelf vrij
willig buiten de medische gemeenschap
plaatst. Door dit betreurenswaardige in
cident, met zijn nare nasleep wordt de
principieel foute verhouding in het Gast
huis uiteraard niet opgelost. Een aantal
jaren blijft Kindermann nog belast met
de behandeling van de, steeds kleiner
wordende, groep van armlastige Mid
delburgers die voor kosten van het Bur-
gelijk Armbestuur op de interne afdeling
worden opgenomen. Eind 1926 vraagt
Kindermann als gemeentegeneeskundi-
ge ontslag wat hem, per 1 januari 1927,
eervol wordt verleend. Hij blijft het recht
houden om oogheelkundige patiënten
in het Gasthuis op te nemen en te behan
delen.
Het moet gezegd worden dat Martens,
toen hij zich in november 1920 in Middel
burg vestigde door de kring van de Wal-
cherse artsen op de meest correcte wijze
is ontvangen De enige uitzondering is de
Vlissingse huisarts de Koning, die het
bestuur van de afdeling een brief schrijft
met de mededeling dat hij niet meer op
de afdelingsvergaderingen zal komen
omdat hij niet het risico wil lopen daar
Martens tegen het lijf te lopen, een reac
tie die door het overgrote deel van de
afdelingsleden met verontwaardiging
wordt afgewezen.
Als in 1924, een Vlaams aktivist, die een
persoonlijke vriend van Martens is ge
weest, in het Gasthuis overlijdt, ontstaat
er een politiek incident, omdat het be
stuurder Godshuizen weigert de pers tot
de rouwdienst toe te laten.
Behalve de geruchtmakende zaaktussen
Martens en Kindermann, die naast een
persoonlijke ook een sterk politieke kant
had, zijn dit de enige strubbelingen met
een politiek karakter. De groeiende
weerstand die er bij de Walcherse artsen
geleidelijk tegen hun Vlaamse collega
ontstaat berust dan ook niet op politieke
overwegingen maar uitsluitend op zijn
medisch-ethische opvattingen en zijn
daaruit resulterend collegiaal gedrag.
Aanvankelijk loopt alles nog op rolletjes.
De sprongsgewijze toename van het
aantal betalende interne patiënten, met
hun relatief korte opname duur, hun
groot aantal laboratoriumonderzoekin
gen, hun groot aantal foto's en hun groot
aantal intercollegiale verwijzingen is
voor de economisch exploitatie van het
Gasthuis zeer voordelig.
Winst voor het ziekenhuis
Ook indirekt betekent de komst van Mar
tens, die er wezenlijk toe heeft bijgedra
gen: "de goede roep van het Middel
burgse Gasthuis tot ver buiten de pro
vinciegrenzen te laten doorklinken",
winst voor het ziekenhuis. Hoewel zijn
installatiekosten belangrijk groter zijn
dan de 22 gulden die de komst van Van
Berlekom in 1888 het bestuur heeft ge
kost, zal het bedrag van ruim 7000,-
waarvoor o.a. een pneumothoraxtoe-
stel, een rectoscoop, een gastroscoop,
een spirometer, en een electrocardio-