de vestiging van de eerste medische specialisten in middelburg I
120
De medische staf van het Middelburgse gasthuis op het afscheidsdiner dat door de scheidende voorzitter Schoute
rond 1 januari 1927 aan zijn medeleden werd aangeboden.
Zittend: Mej. C. H. Koers, apothekeres v h Gasthuis (1915), dr H. Reilingh, oogarts (1909), nieuwe voorzitter v d staf,
dr. C. Orbaan, radiotherapeut (1920).
Staand: dr. A. H. A. Martens, internist (1920), dr. D Schoute, chirurg scheidend voorzitter v d staf (1902), dr. C. F. Koch,
chirurg (1922), W. U. Schuurman, zenuwarts (1923), A. J. Hoorweg, tuberculosearts (1922), A Snethlage, huidarts
(1915), dr. J. W. A. F. van Maren Bentz van den Berg, kinderarts (1920), P. de Jong, Keel- neus- en oorarts (1916).
De jaartallen geven het jaar van vestiging in Middelburg aan
spreekt, een in memoriam dat door vele
van de aanwezigen met grote ontroering
werd aangehoord.
De benoeming van Schoute
Als Bolle per 1 april 1909 afscheid neemt
van het Gasthuis heeft Schoute in de 7
jaar dat hij in Middelburg praktiseert een
gevestigde naam gekregen, zowel bij de
bevolking als bij de artsen. Het valt dan
ook niet te verbazen dat het nieuwe be
stuur der Godshuizen hem, met eenpa
righeid van stemmen, uit vijf sollicitan
ten als nummer één op de voordracht
plaatst voor heelkundige in het Gast
huis, een voordracht die door de ge
meenteraad wordt bekrachtigd. Na twee
jaar is Schoute dus weer terug in het
Gasthuis maar nu als hoofd van de heel
kundige afdeling, een functie die ditmaal
geheel in overeenstemming is met zijn
opleiding en bekwaamheden.
De heelkundige afdeling van het Middel-
burse Gasthuis, waar, onder het regime
van Bolle ook in kwantitatief opzicht nog
maar heel weinig omging, komt in de
kortst mogelijk tijd tot grote bloei en
wordt bepalend voor de snel verbeteren
de status die het Gasthuis na 1909 gaat
krijgen.
Het is hier niet de plaats om alle techni
sche wijzigingen en verbeteringen, die
Schoute op de chirurgische afdeling
doorvoert, zoals de aanschaf van nieuwe
grote sterilisatoren, de aanschaf van
electrisch instrumentarium, het vervan
gen van de ouderwetse chloroform-nar-
cose door de, voor de patiënt veel veili
gere, aethernarcose etc. etc., uitvoerig
uit de doeken te doen.
Het onderstaande verhaal wijst er op dat
Schoute er in geslaagd is de sterk verou
derde afdeling in snel tempo geheel op
de hoogte van zijn tijd te brengen. In
1910 opereert Schoute een bekend Ber-
lijns chirurg die, mogelijk, zijn vacantie
in Domburg aan het doorbrengen was.
Domburg was in het begin van onze
eeuw, dank zij de praktijk van de wereld
beroemde arts-masseur Metzger, zeer in
trek bij de Duitse upper-ten. Enkele van
de allerbekendste buitenlandse chirur
gen en hoogleraren, helaas noemt
Schoute geen namen, komen hun Ber-
lijnse collega in het Middelburgse Gast
huis een bezoek brengen.
Al deze beroemdheden, zo merkt Schou
te in zijn jaarverslag met gepaste trots
op, lieten, door hun beleefde verbazing,
duidelijk merken dat zij een dergelijk
goed ingericht ziekenhuis in deze uit
hoek van Europa bepaald niet verwacht
hadden. Kennelijk voldeed het Gasthuis,
althans de chirurgische afdeling, in 1910
aan de eisen van zijn tijd.
Het volgende verhaal wijst er op dat de
plaatselijke upper-ten in deze jaren haar
duidelijke weerstand tegen het Middel
burgse Gasthuis, dat nog gebukt ging
onder haar 19e eeuwse image van ver
pleeghuis voor armlastigen, bepaald
nog niet kwijt was. Op een middag in
1912 begeeft Schoute zich op weg naar
het Kasteel ter Hooge om de eigenaar,
de graaf van Lijnden, in zijn eigen wo
ning te opereren. Hij wordt op zijn tocht
vergezeld door de directrice, die de nar
cose zal geven en door de hoofdzuster
van de chirurgische afdeling, die hem bij
de operatie zal assisteren. Bovendien
neemt hij de instrumenten uit het Gast
huis, die officieel het eigendom zijn van
de Godshuizen, mee. Zowel het feit dat
hij ongevraagd gebruik heeft gemaakt
van de instrumenten als over het feit dat
hij zich liet vergezellen door de directrice
en de hoofdzuster, waardoor het Gast
huis enkele uren lang toevertrouwd is
geweest aan de hoede van een aantal
jonge leerlingverpleegsters,viel bij het
bestuur, dat zich in deze jaren nog inten
sief met alle faits et gestes van de zieken
huisartsen bemoeide, allesbehalve in
goede aarde.
Het 'zeer eigenmachtig optreden' van de
chirurg wordt in de eerst volgende be
stuursvergadering ernstig gelaakt en
beide gecommitteerde bestuursleden
krijgen de opdracht deze zaak met
Schoute te 'bespreken'.
Het bestuur van de Godshuizen heeft
overigens weinig reden om zich over
hun chirurg te beklagen. De meteoor
achtige stijging van het aantal opname's
op de heelkundige afdeling, waaronder
een relatief steeds groter aantal betalen
de klasse patiënten, maakt de bouw van
een klasse afdeling tot een gebiedende
eis. De tijd gelegen tussen de constate
ring van een behoefte en de realisering
ervan was in die jaren nog wat korter dan
nu; al in 1913 kan de nieuwe klasse afde
ling van het Gasthuis met enige feeste
lijkheid geopend worden.