wat is hier al te verbeteren! het gantsche schoolwezen!
"Maar", zei ik, "hebt gij in uw geheele
loopbaan, geene aanmoediging, geen
eerbewijzen ontvangen, om uwe ver
diensten te beloonen?"
"Ja, mijnheer," hernam Uncle Tom: "de
schoolopziener heeft, toen ik mijn vijftig-
jarigen diensttijd vierde, een schoon
rapport over mij ingeleverd aan het mi
nisterie, en ik heb van den minister eeni-
ge boekdeelen "ter verdere aanmoedi
ging" ontvangen; ook heeft men mij tot
secretaris van het Nut gemaakt, en
"En wat hebt gij overgelegd voor, - voor
uw ouden dag?" vroeg ik.
"Niets, mijnheer! Daartoe ben ik nooit in
de gelegenheid geweest. Ik heb niets
over, dan eene vrouw en elf kinderen."
"En hoeveel pensioen krijgt gij?" vroeg
ik verder.
"In het geheel niets, mijnheer," zei de
oude man, "maar als ik nog leef tot de
nieuwe wet op het onderwijs in werking
komt, zal ik wellicht iets krijgen."
"Misschien," zei ik.
"Misschien," herhaalde de oude man
met eene buiging de kamer verlatende.
"Wij willen het hopen!" riep ik hem in de
gang achterna.
"Als het u belieft, mijnheer!" was het
antwoord, terwijl hij de huisdeur zacht
jes achter zich toe trok.
Zalig zijn de schoolmeesters die met
pensioen gaan.
BIBLIOGRAFISCHE AANTEKENINGEN
Brieven en Uitboezemingen door den Ouden Heer
Smits, Schiedam z.j. 6e druk, p 188-197, De onderwij
zer der jeugd.
Gedenkboek Maatschappij tot Nut van 't algemeen
1784-1934.
"De Menschenvriend", 1e dl. Amssterdam 1788, blz
97 t/m 104.
R. Turksma; De geschiedenis van de opleiding tot
onderwijzer in Nederland aan de openbare, protes
tants-christelijke en bijzonder neutrale instellingen,
Groningen 1961.
J. Versluys; Geschiedenis van de opvoeding en het
onderwijs, vooral in Nederland, 4 delen, Groningen
1879.
H. J. de Vos; Moedertaalonderwijs in de Nederlanden.
Een historisch-kritisch overzicht van de methode bij
de studie van de moedertaal in het middelbaar onder
wijs sedert het begin van de 19e eeuw. 2 delenTTurn
hout 1939.
.O n N n
.1 Wr/tiad is u«' YiulcrlmidVeilig ivoouL ge 'er in.
Als gy groot zvt.hebt daar ook uw kuixo-cKin
liet Fercenigdt Nederland is myn Vaderland (inost hst Kind
leeren) cn niet flechts de eene of andere Provinc.'s. Alle de
zeven Provinciën met de aangrenzende Landen, die daartoe be-
l ooren moeten begreepen worden onder het woord Vaderland
alle maaken zy immers te Cimcn één aanaicn.'yk Gcuiccncbest uit.
con zal 'er ons veilig in laaten woooenzo lang wy behoor-
lyk zorg dragen voor de Dykcn en Duinen; zo lang wy eene
vereis.;,te Zec-en Landmagt hebben cn in goeden ftaat houden;
zo lang wy door een nyverfpaarzaamof, met één woord,
deugdzaam leven al het geen daartoe noodig is.blyvcnbezitten.
in eik Nederlandsch Kind moet de Vaderlands-lüf.1 e zodaa-
jiig aangekweekt worden dat het altydzyn Vaderland boven alle
andere Landen verkicze, en vroeg den heilzanmen wenscli kers
vormen van 'er ook eens gclyk zyn Vader en Moedereen
huisgezin te hebbenen dus van 'er te trouwen en een ecrlyk
beroep waartenecmen.
De Vil. Provinsienzyn Gelderland holland c: z. in 't; iaatje.