jannes van de luyster 56
ven, vooral aan goede behuizing was ge
brek maar ook wel toegemaakte en pas
sende spijzen ontbraken. De toestand
was hartbrekend en ontmoedigend en
vorderde tegenover het gevoelige van 's
mensen natuur een pijnlijk geweld. Nim-
mers was ik nader bij het zinken, dan
toen ik bij die opeengepakte loodsen tus
sen een mengeling van huiselijke bezig
heden, ziek zijn, sterven en doden toe-
schikken zag. Geen wonder dat men in
dat hete uur van beproeving sporen van
wanhopige onverschilligheid zag veld
winnen. Maar God gaf verandering. De
zieken werden gezond, het najaar was
allerliefst en de winter buitengewoon
zacht en zo konden de herstelden weer
aan de arbeid."
Ds van der Meulen begroef twee van zijn
kinderen tegelijk in een hevige sneeuw
storm. Van hem wordt verteld dat toen
de doodgraver het grafje nog wat wilde
ophogen, de oude dominee hem toe
voegde: "Laat maar begaan, Wisseker-
ke, God zal ze wel vinden."
Met vallen en opstaan is de kolonie tot
ontwikkeling gekomen en van de Luys
ter heeft hierbij gedaan wat in zijn ver
mogen lag. Zijn fortuin is hierbij geheel
weggeslonken. Ook op moreel en
geestelijk terrein heeft hij gedaan naar
zijn vermogen en hij gaf leiding zolang
hij daartoe in staat was.
STAMREEKS VAN DE LUYSTER
generatie:
I
Oorsprong en relatie tot St. Philipsland
Daar ik van Flipland geen veldboeken
heb kunnen vinden heb ik me terzake
gebaseerd op een kaart van Hattinga uit
1744 en gevonden verpachtingen van
dijkettingen, ook uit vroeger jaren. Zelf
heb ik vijf kavels ingetekend, waarvan de
eerste A toebedeeld zou zijn aan Jacob
Jacobsen met anderen tesamen met de
Vrouwe van Maasdam en familie. De
laatsten zullen de boerderij genummerd
één aan de Luyster gebouwd hebben.
Deze kreeg de naam Gemene Hoeve wat
op gemeenschappelijk bezit wijst. Van
dit bezit is een kaartje uit 1653 en hierop
staan elf eigenaren vermeld met een ge
zamenlijk bezit van 175 gemet. Later
kreeg deze boerderij de naam Hollands-
Hoeve, wat dan weer terug wijst naar de
Hollandse familie.
De andere boerderij in deze kavel zal
door Jacobs gebouwd zijn. Het Oude Ba
ken genoemd.
Kavel B was van Jacob van Baarlant,
Heer van Dirksland.
Kavel C was toebedeeld aan Gerart van
der Nisse.
Kavel D werd een gemeenschappelijk
bezit van Joncker Dirck van de Werve,
Heer van Westkerke (bij het oude Scher-
penisse) met dijkgraaf Johan Liens en
Marcus van Dijcke. Beide laatsten ook uit
Westkerke.
Tenslotte kavel E. Hierin verkreeg Com
mandeur Aert van Serooskerke 130 ge-
met waarop de boerderij nummer twee
aan de Luyster werd gebouwd. Deze ver
kreeg later de naam Hoge Bomen. Voor
de rest kwam deze kavel aan President
Johan de Knuyt tesamen met de rent
meester van de geestelijke goederen te
Tholen.
Volgens de huwelijksregisters trouwde
in 1665 een Marinus Knuyt uit Biezelinge
met Maatje Jans. Dit bracht mij op de
gedachte dat dit een familielid van Jo
han de Knuyt zou zijn die misschien op
dit Fliplandse bezit geboerd heeft.
NOTEN:
1)Zie: Henry S. Lucas: Dutch Immigrant Memoirs and
Related Writings II (Assen, 1955) naast een persoonlijk
bezoek aan Zeeland bron voor deze publicatie.
2)Over van Raalte dichtte Bernhard ter Haar:
God sprak toen in Van Raalte's ziel
Het grootsche bevruchtend denkbeeld viel
Een' nederzetting werd geboren.
Lambrecht Jans (Eggebeen)
wonende te Biezelinge
t Biezelinge 1635
x© Grietje Huijbrechts
x© Jannetje Jans
Aalbrecht Lambrechts Eggebeen x Emmertje Marinisse
(Van de Luyster)
Biezelinge
t St. Philipsland 28 augustus 1680
Secretaris van St. Philipsland 1667-1668
Schout van St. Philipsland 1 676-1 680
A Oud-Vossemeer 3 april 1 683
III Johannes Aalbrecht van de Luyster x Wilhelmina Reyniers Harthoorn
t vóór 1713 (Zij hertrouwt 1 71 3 met Laurens Kok, van Oud-Vossemeer)
Secretaris van St. Philipsland 1 687-1 688
Schout van St. Philipsland 1 695
IV Willem van de Luyster (8e kind)
St. Philipsland 20 maart 1695
t Schoondijke 18 februari 1744
A/x St. Philipsland 24 maart/10 april 1719
X© Engeltje Molenberg
t St. Philipsland 23 april 1732
dr. van schout Ary Molenberg en
Pieternella Ketelaars
x© Susanna van der Meulen