de opgelegde reformatie van zuid-beveland in de 1 6e eeuw
51
W. te Water in zijn Kort Verhaal van de
Reformatie in Zeeland. Is dat voor ons een
niet wat al te vrome taal?
Wij leven niet in de woelige jaren van de
16e eeuw, maar in de jaren van de 20e
eeuw, die ook wel woelig zijn, maar toch
op een andere wijze. Ik vermoed dat men
tegenwoordig in Iran er meer begrip voor
zou kunnen opbrengen, zo men er zich
mee bezig zou houden, dan dat dit nu met
ons het geval is.
Zoals gezegd rust die Satisfactie van
Goes op de Pacificatie van Gent, waar de
godsdienst het lastige punt is geweest,
dat tenslotte werd overgelaten aan de
Staten Generaal te Brussel. Holland en
Zeeland, de opgestane gewesten, hadden
zich daar een uitzonderingspositie in de
zen weten te verwerven. Bij de Pacificatie
was de prins van Oranje weer erkend als
stadhouder van Holland, Zeeland en
Utrecht. Bepaald was dat de steden die
koningsgetrouw waren gebleven en daar
om vielen buiten de zeggenschap van de
prins, zich bij satisfactie onderzijn regiem
konden scharen. Zoals bekend heeft de
prins gestreden voor religievrede, wat
men in die tijd moeilijk heeft kunnen be
grijpen, zowel aan de ene als aan de ande
re kant. Die Satisfactie was dus een over
eenkomst tussen Goes en het land rond
om, en de prins. Ze werd gesloten buiten
de Staten van Zeeland om.
We hebben reeds iets gezegd over de
Unie die, terwille van de oorlogvoering, is
gesloten tussen Holland en Zeeland, waar
in het begin de religie in het midden is
gelaten. Het doel van die Unie was "tot
wederstaen van den algemeenen viandt
des Vaderlands". Maar wanneer de verte
genwoordigers van de beide provincies
op 25 april 1576 weer bijeen zijn, wordt in
art. 15 van de lastbrief aan de prins vast
gesteld: "Zyne Excellentie zal toelaten en
handheereden de oefeninge van de Gere
formeerde Evangelische Religie, doende
ophouden de uitvoeringe van alle andere
Religien, strydig met het Evangelie, zon
der dat zyne Excellentie zal toelaten, dat
men op iemands geloof of geweten zal
onderzoeken, of dat iemand ter oorzake
van dien eenige moeite, ongelyk of letzel
aangedaan zal worden, doende verder de
oefeninge der voorzegde Religie (nl. de
geref.) aangaande zulke goede ordre stel
len, als naar gelegenheid der zaaken, en
de omstandigheden van de Steden tot
meeste gerustigheid, en gemak van de
Gemeente en zonder verminderinge van
Gods eer zal bevonden worden te dienen
en te behooren, ook met advis van de
Staaten." Dit artikel moet de prins tegen
de borst hebben gestuit, gezien heel zijn
houding in deze tijd.
In dit zelfde jaar begonnen nu de onder
handelingen over de Satisfactie van
Goes, op grond van de Pacificatie van
Gent. Men onderhandelde met de prins
als een belangrijke figuur bij de Staten
Generaal te Brussel, waar nader over de
godsdienst beslist zou worden. In die Sa
tisfactie distancieerde men zich nu van de
Unietussen Holland en Zeeland gesloten.
Men maakte uitzonderingsbepalingen die
voor Goes en Zuid-Beveland zouden gel
den en daarbij behoorde allereerst de
godsdienst. Het aangehaalde artikel van
de Unie besluit "met advis van de Staa
ten", namelijk van Holland en Zeeland. De
Staten van deze gewesten legden steeds
meer nadruk op de gereformeerde religie.
Vooral de Staten van Zeeland hebben tel
kens weer bijzondere besluiten genomen
tot handhaving van de Reformatie. Zij be
schouwden Zuid-Beveland (en later ook
Tholen) door de Satisfactie weer als een
deel van het oude graafschap Zeeland.
Het hield op dat er twee Staten van Zee
land waren, één in opstand en één ko
ningsgetrouw. Doorde Satisfactie viel het
Goese land niet meer allereerst onder de
Staten Generaal, maar onder de Staten
van Zeeland. Daarheen stuurde ook Goes
voortaan zijn afgevaardigden.
Hebben de onderhandelaars over de Sa
tisfactie deze gang van zaken kunnen
voorzien? Hebben zij gedacht voortdu
rend in een uitzonderingspositie te kun
nen leven? Moeilijk is het op zulk een
vraag een antwoord te geven. De notulen
welke uit die jaren zijn overgebleven, zo
wel van burgerlijke als van kerkelijke zij
de, geven alleen de genomen besluiten
weer en geen discussies daarover. Dit in
tegenstelling tot wat wij tegenwoordig
kennen, althans van kerkelijke zijde, dat er
brede discussies worden genotuleerd,
zonder dat er soms een besluit wordt ge
nomen. Maar de vraag blijft: wat hebben
de onderhandelaars over de Satisfactie
voorzien?
Bij dit alles hebben we ook nog te beden
ken dat er tussen 22 maart 1577, toen de
Satisfactie werd getekend, en October
1578, toen de "alteratie" te Goes haar be
slag kreeg, er politiek het een en ander
was veranderd. In de strijd tegen Don
Juan bleek steeds meer dat herstel van
het Spaanse gezag zou samengaan met
het herstel van het gezag van de kerk van
Rome. De elect-bisschop van Middel
burg, Joh. van Stryen, heeft in deze tijd
openlijk de Spaanse partij gekozen, wat
de rooms-katholieken in Zeeland gemak
kelijk tot verdachten maakte. Daarom wil
de men ook van hem af en vroeg aan de
aartsbisschop van Utrecht of hij zijn ge
zag wederom over Zeeland wilde uitbrei
den, wat deze weigerde. Er bleef voor
Zuid-Beveland en Tholen niet veel meer
over dan dat zij zich schikten onder de
Unie van Holland en Zeeland. Na het ge
beurde op de laatste dag van september
doen Adriaen Blancx, die zijn vader als lid
van de Staten was opgevolgd, samen met
Couwerve, de afgevaardigde van Tholen
hun beklag over het gebeurde in hun bei
der steden. Op 4 October vinden we daar
van in de notulen van de Staten: "De
clachte by die van der Goes ende Tholen,
van de beeltbrake aldaer, alzoo zy ver-
sochten assistentie van de Staten ter on
derhoudt van hunne satisfactiën". Daar
op is gezegd dat zij hun doleantiën en
verzoek schriftelijk moesten overgeven
tegen de komende woensdag, twee da
gen later. Op 6 October lezen we: "Opt te
kennen geven van Blancx ende Couwer-
ven, nopende die beeltbrake ter Goes en
de Tholen, om die materialen van de kerc-
ken alomme te conserveren ten behoeve
van de GemeynZake, isgediscoureertom
daertoe te committeren die wetten (magi
straten) van de plaetsen". Op 10 October
rapporteert Blancx dat in Goes alles is
gestild "ende datter gedeputeerde ge-
sonden zijn aan Zyne Exc. om de resteren
de poincten van hunne satisfactiën te
houden". Nicolaas Blancx was zelf toen
voorzitter van de Raad van Zeeland en,
evenals Couwerven nog rooms-katholiek.
Alles met elkaar maakt dit niet de indruk
dat het een vlammend protest is geweest.
De beide heren hebben zich nog al spoe
dig neergelegd bij de nieuw geschapen
toestand. Wel maken zij zich zorgen over
de andere punten van de Satisfactie en
dat er daarom een deputatie naar de prins
is gezonden omte vernemen of deandere
voorwaarden van de overgang kunnen
blijven.
Hoe heeft de prins zelf tegenover die "al
teratie" in Goes en daarmee op Zuid-Be
veland gestaan? Hij was immers de strij
dervoor de religievrede? Nu was de prins
een man die niet spoedig het achterste
van zijn tong liet zien. Maar in ieder geval
kennen we van hem geen woord van pro
test tegen de gang van zaken in Goes en
Tholen.