JAARGANG 29 ZEEUWS TIJDSCHRIFT ZEEUWEN BUITEN ZEELAND DR. IR. F. P. MESU nummer 5 - 1979 De twee eerste afleveringen in deze serie hadden betrekking op levenden onder ons; dit is thans niet het geval. Het was wel het voornemen, maar Ferdinand Pieter Mesu overleed 19 september 1978 op 89-jarige leeftijd, twee maanden nadat hij mij met een brief de eerste helft van zijn herinneringen had toege stuurd. Verhalen die hij zijn kinderen "uitzijn leven" placht te doen en die hij op hun verzoek op schrift had gesteld. Ik mocht er mee doen wat ik wilde. Hij hoopte a.s. winter 1978/79) de tweede helft neer te schrijven. Ik telefoneerde met hem, ik had hem gemist op een vergadering met opvolgende (Biesbos) excursie, waar hij anders nooit ontbrak, die van de Vereniging Water, Land en Ruimte (vroeger Ver.v.Landaanwinning, thans - voor de derde maal - omge doopt tot Ver. v. Land-inrichting en Waterstaat). Ik vroeg hem de reden en die waren tweeërlei zei de hij, arthritis en zijn moestuin. Ik vroeg daarop hoe hij het werk in de moestuin nog kon rijmen met die arthritis en ik kon geen Zeeuwser antwoord gekregen hebben: "Leunen op de schrabber, Geuze, leunen op de schrabber". Zij die Mesu niet gekend hebben, weten daarmee meteen wat voor vlees ze in de kuip vinden, een man op hoge leeftijd, tot dat moment bewon derenswaardig aktief, met verworven ironische distantie. Helemaal een figuur die positief in het leven heeft gestaan, om toch maar die veel belaagde karak teristiek te gebruiken. Want het is zo waar in dit geval, ik herhaal, zo positief. Wie was nu deze grote kleine man? Hoe werd hij, Walcherens boerenjongetje, tot wat hij werd: Direkteur van de Cultuur technische Dienst in een toptijd voor die discipline en Doctor Honoris Causa aan de Landbouwhogeschool te Wagenin- gen? Het meeste van de benadering die nu volgt, mocht ik ontlenen aan zijn eigen pen. Uiteraard is het een subjektieve se- lektie en misschien ligt zelfs de nadruk wat eenzijdig op enkele anekdotische punten, want Mesu had een open oog voor de humoristische zijde van de sa menleving, ook onder beroerde omstan digheden. Het zal hem geholpen hebben te midden van de stortvloed werk waarin hij placht te verkeren. Nieuw en St. Joosland Fernand, zo werd hij genoemd, werd ge boren in Nieuw en St. Joosland, de 14e april 1889 op een middelgrote boerderij, gemengd bedrijf, 2/3 bouwland, 1/3 grasland, 5 a 6 paarden, 8 a 10 melk koeien, plm. 20 stuks jongvee, enkele var kens, ca. 100 kippen, voorts eenden, kal koenen, parelhoenders, ganzen en pau wen. Een oud huis met bedsteden, grote schuur met drie dwarsdelen, bijgebou wen, zeer mooi beplant erf, grote tuin en boomgaard. Ziedaar zijn eigen beschrij ven in de korte zakelijke stijl die hem heel zijn leven is blijven kenmerken. De Mesu's zullen wel als Hugenoot de 2e helft van de 17e eeuw uit Noord-West Frankrijk gekomen zijn. Zijn vader veron gelukte 40 jaar oud, toen deze, na het be zoek van Koningin Emma en het prinsesje Wilhelmina aan Vlissingen in 1894, op de terugweg door een niet vastgezette leu ning van het zgn. ferrybootje viel en ver dronk. Moeder bleef achter met 8 jonge kinde ren. Een zeer vertrouwde arbeider op perknecht dreef het bedrijf onder toezicht van een oom die eenmaal per week kwam om werkzaamheden en financiële zaken te regelen. Deze oom, F. Polderdijk, was boer op Nieuwlandsrust, zeer ontwikkeld en gezien, bekleedde tal van funkties; de dijkgraaf van de hoogwaterkerende buitenpolder, en hij was - wat in die tijd een zeer grote uitzondering was lid van het Zeeuwsch Genootschap der Weten schappen. Polderdijk was een kenner van de waterstaat en schreef een aantal his torische monografieën, o.a. samen met de dokter van Nieuwland de geschiedenis van Nieuw en St. Joosland. Boeren in Zeeland moesten vaak betrok ken zijn bij waterstaatszaken; de zorg voor waterkering en waterbeheersing waren immers voor de bewoners van ge bied beneden A.P. existentieel. Zowel van vaders- als moederszijde treft men dan ook in eerdere generaties Mesu pol derbestuurders aan. Een overgrootvader was een der eerste landmeters onder Na poleon bij de invoering van het kadaster. Ir. M. A. Geuze Genoeg redenen om de grote belangstel ling voor cultuur-technische aangele genheden bij Fernand Mesu daarop terug te voeren. Over overgrootvader die op het Holland Hof onder Kleverskerke woonde, vertelt Mesu dat ten tijde dat de Engelsen in 1809 op Walcheren landden, matrozen van een Engels oorlogsschip dat te Veere lag 's nachts in de bakkeet braken en ham uit de schoorsteen stalen. Overgrootvader ging de volgende dag naar Veere en beklaagde zich bij de commandant van het schip. Deze laatste liet de bemanning aantreden en overgrootvader moest de daders aan wijzen. Natuurlijk kon hij dat niet, omdat het aardedonker was geweest, waarop de commandant verklaarde dat hij de Engel se vlag en zijn bemanning had belasterd en de rechtzoekende met stokslagen van het schip liet jagen. Ferdinand Mesu was 5 jaar oud, toen zijn vader verongelukte. Hij groeide op de Nieuwlandse boerderij op, zoals ieder Walchers boerenkind in zijn lagere schooljaren. Hij was vrijwel onafscheidlijk van zijn één jaar oudere broertje Jan. Met nog een makker speel den ze vóór schooltijd op het dorp, na schooltijd gingen ze rechtstreeks naar huis, bleven dan op de boerderij of gin gen naar het schor. Ze hoepelden, hinkel den, knikkerden, vliegerden, liepen ring, sprongen bok, speelden "ketter kule" en "boer", haasje over enz. Een geliefkoosd spel was ook het glijden op een klomp door een geultje van de steile kant van een dijk. Op het dorp was slechts één school, openbaar, zesjarig, drie lokalen met elk 2 jaarklassen. Later kwam er een bijzondere school. Het onderwijs onder meester van Houte mocht er zijn. Meester v. Houte kwam uit Zeeuwsch Vlaanderen, het is dezelfde meester, waarover Helma Wolf- Catz in haar Zeeuwse herinneringen, oor spronkelijk gepubliceerd in dit tijdschrift, schrijft. Mesu herinnnerde zich veel uit zijn jeugd. In de keuken at het gele gezin met per soneel (moeder, acht kinderen, twee a drie knechts, twee meiden), allen om een grote rechthoekige tafel. Moeder gaf ieder vlees en saus. Aardappelen en

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1979 | | pagina 1