over boeken
103
heeft: het dacapo van het deuntje der on
gezondheid, noemen ze dat. Jammer, dat
er tot nu toe nooit een verantwoorde
historische beschouwing over de (on)ge-
zondheid in Zeeland is geschreven. Wel
zijn er deelstudies, o.a. over de beruchte
Zeeuwse koortsen en de expeditie der
Engelsen in 1809, maar een algemeen
overzicht is er niet.
Het werk van De Kanter en Dresselhuis, in
nieuw gewaad, is de moeite van bestu
dering overwaard. Men kan opnieuw op
reis, maar dan per boot en koets.
Uitgave Bikker Boeken V/issingen - Inter-
book International Schiedam, f 95,
M. P. d. B.
Hendrika Catharina Maria Ghijsen,
Herinneringen", 1884-1976.
Autobiografische aantekeningen, van in
leiding en aantekeningen voorzien door
M. P. de Bruin.
Uitg. Fanoy Boeken, Middelburg 1978.
Prijs f 16,90.
In een tijd, dat onvrede met het heden
nostalgische verlangens kan oproepen
naar een soms vrij recent verleden, spelen
memoires een niet te onderschatten rol.
Ze geven door hun petite histoire" dik
wijls reliëf aan wat door de grande his
toire" reeds breedvoerig werd beschreven
en werpen door een ogenschijnlijk onbe
langrijke opmerking nieuw licht op een
persoonlijkheid, een sociale structuur, een
samenleving enz.
Een fraai voorbeeld van dergelijke memoi
res bieden de herinneringen van Frederik
Nagtglas, die onder de titel MIJN LEVEN
in 1977, begeleid door een uitstekende do
cumentatie, werden gepubliceerd in het
ARCHIEF van het Zeeuwsch Genoot
schap. M. P. de Bruin had in deze publi
catie een belangrijk aandeel en hij is het
ook die nu het boekje van Rika Ghijsen
heeft verzorgd. Zijn taak was hier moeilij
ker. Rika Ghijsen was kennelijk niet een
figuur die zichzelf belangrijk genoeg vond
om door dikke dagboeken en schriften vol
herinneringen het nageslacht gelegenheid
te geven zich nader te verdiepen in haar
persoonlijkheid, haar leven en haar tijd. Ze
uitte haar creativiteit liever op een andere
wijze en werkte tot het einde van haar
lange leven stug door aan het monument
dat zij daarbij (onbedoeld) voor zichzelf
oprichtte: het Woordenboek der Zeeuwse
Dialecten, en aan studie van de twee
figuren die haar sinds haar studententijd
hebben geboeid. Betje Wolff en Aagje
Deken. Wat je begint moet je afmaken,
was de haar van huis uit meegegeven
opdracht en op die weg vond zij zoveel te
doen dat er voor omkijken nauwelijks tijd
overbleef. De herinneringen, die hier voor
ons liggen zijn dan ook niet meer dan een
luchtige, wat afstandelijk geschreven pla
quette en het feit dat ze ze, in strijd met
haar motto, nooit heeft afgemaakt (ze ein
digen in 1953, terwijl ze daarna nog ruim
twintig jaar heeft geleefd), is eigenlijk ge
heel in overeenstemming met de toon, die
uit deze herinneringen naar voren komt,
een relativerend ,,ach, het is toch allemaal
niet zo belangrijk...". Deze herinneringen
voegen daarom, afgezien van enkele per
soonlijke elementen, weinig toe aan wat
uit anderen hoofde reeds bekend was.
Terecht heeft M. P. de Bruin het boekje
derhalve voorzien van een uitvoerige inlei
ding, waarin hij alles nog eens op een rijtje
zet en de lacunes opvult. Samen met de
bibliografie en het katern foto's maken
deze het boekje tot een waardevol geheel,
zeker voor de mensen die Rika Ghijsen
hebben gekend en het Walcheren waar
zij heeft geleefd maar toch ook voor
hen, voor wie ze niet meer is dan een
naam en graag willen weten wie er achter
deze naam schuil ging. Vooral de tweede
groep zal het waarderen dat aan het einde
van het boek een herdruk wordt gebracht
van een reeds lang uitverkocht opstel uit
dit tijdschrift een van de beste die er
ooit in het Zeeuws Tijdschrift zijn ver
schenen, meent De Bruin over de
Zeeuwen en hun Taal, waarin we niet al
leen Rika Ghijsen leren kennen met haar
eigen gevoel voor humor maar ook met
haar rake typering van het Zeeuwse volks
karakter. Wie tegen de achtergrond van
dit artikel het Woordenboek nog eens
doorbladert, zal nog meer verrassende
ontdekkingen doen. Als samenvatting dus
een waardevol boekje dat op elke
,,Zelandica"-plank een plaats verdient
naast het Woordenboek.
A. Teunis
Zeeuws zilver
Het is al meer dan zeventig jaar geleden,
dat de kunstgeschiedenis van het Zeeuw
se zilver begon. De pionierster bij uitstek
was de onvolprezen Marie G. A. de Man.
Met name haar artikel: Een en ander over
het goud- en zi/versmidsgi/de te Middel
burg, in 1914 verschenen in het Jaarboek
van het Koninklijk Nederlandsch Genoot
schap voor Munt- en Penningkunde, is en
blijft van groot historisch belang. Andere
publikaties van haar hand volgden. Haar
werk vormde een basis waarop verder ge
werkt kon worden. Ogenschijnlijk gebeur
de er daarna niet veel meer. Een voort
zetting van het onderzoek werd zelfs bijna
onmogelijk door de ramp die Middelburg
in mei 1940 trof. Niet alleen ging daarbij
een groot aantal zilveren voorwerpen
voorgoed verloren. Ook het Stedelijk Ar
chief werd door geweld en vuur vernie
tigd. Allerlei gegevens over het edele am
bacht bestonden sindsdien niet meer. Het
leek onbegonnen werk om het door Marie
de Man begonnen onderzoek te comple
teren en de nog steeds vrij duistere ge
schiedenis van het Middelburgse zilver uit
te diepen en glans te geven.
Dat dit nochtans nodig was stond vast.
Iedere historicus, iedere kunsthistoricus,
iedere liefhebber van zilver, iedere verza
melaar op dit gebied, was er van overtuigd
dat Middelburg een uiterst belangrijke
stad is geweest als centrum van edel
smeedkunst. Maar de concrete gegevens
om dat te bewijzen ontbraken vrijwel ge
heel.
In alle stilte en met de hem kenmerkende
bescheidenheid en vasthoudendheid blijkt
nu dat J. de Bree zich aan dat nood
zakelijke onderzoek niet heeft willen ont
trekken. Slechts ingewijden waren er van
op de hoogte, dat hij zijn schouders onder
deze bijna onmogelijke (hij zelf noemt het
hachelijke) taak had gezet.
Tijdens een feestelijke bijeenkomst op 17
februari 1978 werd in Middelburg het eer
ste exemplaar van J. de Bree, Zeeuws
Zilver overhandigd aan de Commissaris
van de Koningin in Zeeland Dr. C. Boer-
tien. Het was een niet alleen voor Zeeland
historische gebeurtenis. Zeeuws Zilver is
een erg mooi boek geworden, is fraai van
vormgeving, is rijk geïllustreerd en is op
prachtig papier gedrukt.
De belangstellende in de geschiedenis van
Zeeland zal een genoegen beleven aan de
schat van gegevens over bijvoorbeeld: het
gildewezen, de opvragingen van zilver
voor oorlogsdoeleinden door steeds weer
wisselende autoriteiten en bezetters, de
officiële geschenken door de overheid aan
binnenlandse en buitenlandse politieke en
economische machthebbers enz. enz.