G. A. de Kok UWS TIJDSCHRIFT JAARGANG 28 nummer 3 -1978 De Zeeuwse prijs aan De Kok pius een afscheid van zijn Provinciale Zeeuwse Courant pius een belangrijke baan buiten Zeeland gecombineerd met het feit dat hij jarenlang redacteur van het Zeeuws Tijdschrift is geweest, is reden genoeg hem hier in de eerste plaats namens de redactie van harte geluk te wensen met onderscheiding en baan. Iets verder over hem of aan hem zeggen is tegelijk een overgang naar het meer persoonlijke. Voor mij is zijn belangrijkste artikel in dit tijdschrift zijn bijdrage over het Zeeuwse volkslied Het is de combinatie van dit in voortreffelijk nederlands geschreven artikel van de politieke achtergronden van 1918-1919 met zijn kennis van de muziek en het volkslied in het algemeen, die het opstel zo waardevol maken. Wij zullen hem missen, nu ai. Voor mij ligt het Menno ter Braak-nummer van de uitgeverij met de niet uit te spreken naam (BZZTöH) en een gedachtenwisseiing met hem over Ter Braak, Romein en ai de figuren die ons kort na de oorlog zo hebben geboeid, zou zeer waarschijniiik uitgelopen zijn op een oordeel over deze special: weinig nieuws, dat hebben wij allemaal ai doorgemaakt. Vervolgens zou het uitlopen op zijn visie op de nieuwe tijd geruggesteund door de jongste literatuur. Als men dit zo neerschrijft is het net of hij Zeeland voor goed gaat verlaten en dat is niet zo, maar zijn nieuwe baan zal de hele man eisen en wei eens meer dan dat. Maar één ding is te voorspellen: hij zai blijven iezen, hij zai de gedachten van zijn geliefde schrijvers blijven toetsen en zai toch blijven de man van het hier en het nu. Over de historicus Geyi, die met menig collega in de clinch heeft gelegen, heeft de Engelse geschiedschrijver Tayior eens gezegd dat deze het verleden zoveel liefde toedroeg, dat hij niet kon geloven dat de Europese beschaving zou ophouden te bestaan. Tayior was daar niet zo zeker van. „it seems to be possible that men may come soon to live only in the present; and that they will forget their historical inheritance in favour of television sets and washing machines. There will be no classes, no nations, no religions; only a single humanity freed from labour by the electric current of atomicpower stations. European history will then be as dead as the history of ancient Egypt; interesting as a field of study but with nothing to say to usOur last conversation was just after the end of the Suez affair. was jubilantNational independence (of Egypt) had been vindicated; Anglo-French agression had been defeated. Geyi was gloomy; he saw only the passing of European predominance, i think he was wrong. The Geyi of the twenty-first century may be an Indian or a Chinese - even perhaps an Egyptian. But may be our light is going out. What matter? It has burnt with a noble fiame. Dit iezend zijn wij geneigd de kant van Geyi te kiezen en De Kok, denken wij, zai meer het standpunt van Taylor delen. Het is om die reden, zo belangrijk voor zijn werk, dat De Kok altijd „bij de tijd" is. Kortom: ai het goede. M.P.d.B. Geen dierber plek voor ons op aard 6e jrg., 1 956.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1978 | | pagina 1