SCHEPPING ÈN EVOLUTIE Het Fossielenmuseum te OostkapeUe C. F. H. van Tuyll van Serooskerken Ongeveer 4.500 miljoen jaar geleden voltrok zich een onachterhaalbaar wonder: kosmische krachten braken los en een gloeiend brokstuk scheurde los van de zon. In het Heelal wentelde de brandende en afkoelende aarde, waarmee „de eerste dagbegon. Op „de tweede dag" van de Schepping werden de dampkring en de zeeën gevormd: ,,Met de zon en de sterren spande de hemel zich om de aarde heen en de maan stond daar voor de vaste tijden van maanden en jaren". Op „de derde en de vierde dag" (begon ca 3.000 miljoen jaar geleden) kwam op de toen afgekoelde aarde de eerste prille ontwikkeling op gang van het leven in de vorm van alg-achtige organismen. Uit deze zogenoemde Pre-Cambrische periode (ca 9/10 deel van de hele aardgeschiedenis) zijn maar heel weinig fossielen overgebleven. Het tijdperk dat „de vijfde en zesde dag" omvat wordt verdeeld in drie grote tijdperken: het Palaeozoïcum (600-225 miljoen jaar), het Mesozoïcum (225-69 miljoen jaar), het Kaenozoïcum (69 miljoen jaar-heden). Tijdperk Ouderdom KAENO ZOICUM Tertiair Plioceen 13- 3,3 miljoen jaar Mioceen 25-13 miljoen laar Oliaoceen 36-25 milioen iaar Eoceen 58-36 milioen jaar Halaeoceen 63-58 milioen iaar MESOZOÏCUM Krijt Boven-Kri jt 100- 63 miljoen jaar Onder-Krijt 135-100 miljoen jaar Jura Malm Dogger Lias 195-135 miljoen jaar Trias fóusOiielKalk buntsanostein 225-195 miljoen jaar PALAEOZOICUM Perm Zechstein U Roti legendes L. Rotlieqendes 280-225 miljoen jaar Carboon Boven-Carboon 320/280 miljoen jaar Onder-Carboon 345-320 miljoen jaar Devoon Boven-Devoon Midden-Devoon Onder-Devoon 405-345 miljoen jaar Siluur 440-405 miljoen jaar Ordovicium Boven-Ordovicium 450-440 miljoen jaar Onder-Ordovicium 500-450 miljoen jaar Cambrium Boven-Cambrium Midden-Cambrium Onder-Cambrium 570-500 miljoen jaar PRE-CAMBRIUM: 4.500 - 600 miljoen jaar Fossielen. De fossielen (plantaardige-, dierlijke- of menselijke resten die ouder zijn dan 10.000 jaar) die men in het kleine museum aan de Molenweg te OostkapeUe kan aan treffen, zijn mede door leden van de Werkgroep Geologie van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap pen bijeen vergaard, geschonken of in bruikleen afgestaan. Om een zo breed mogelijke indruk te ge ven van de ontwikkeling van het leven op aarde, werd de keuze der fossielen niet beperkt tot de Nederlandse Palaeontolo- gie. Men kan er b.v. afdrukken zien van Trilobieten die meer dan 560 miljoen jaar geleden de toenmalige Oceanen hebben bevolkt. Planten-afdrukken uit steenkoollagen (tot op 1/15 van de oorspronkelijke dikte sa mengeperst) die op ca 900 meter diepte werden gevonden, geven enig idee van de gigantische flora uit het Carboon (345-280 miljoen jaar). De eveneens in ons land ge vonden (bij Winterswijk) botten van een krokodilachtig dier (Nothosaurus) zijn stil le getuigen van de opkomst der steeds groter wordende reptielen, die ca 200 mil joen jaar geleden in onze streken hebben geleefd, terwijl tussen de fossielen uit het maastrichtse Krijt wervels liggen van de 15 meter lange Maas-hagedis (Mosasaurus) en een kaak-fragment van een 2% meter lange zeeschildpad (Allopleuron Hofman- nie). De dierlijke restanten uit het Kaenozoïcum (Tertiair en Quartair) hebben grotere af metingen omdat de zoogdieren uit deze periode (die ongeveer 63 miljoen jaar gele den begon) steeds groter werden. De spanwijdte bijvoorbeeld van de zoge noemde hoorn-pitten van een steppen- wisent bedraagt 104 cm, terwijl het ge raamte van een holenbeer 240 cm lang is. Tot de vele fossielen die voor de Zeeuwse kust en in de Zeeuwse wateren werden opgevist (van vissers gekregen door be middeling van de heer K. van de Ketterij te Arnemuiden) behoren o.a. de tanden en de kiezen van de mammoet. Het was het grootste- en ontzagwekkendste dier dat over de steppen en toendra's van West- Europa in grote getale heeft rondgezwor ven. Een bijna 2 meter lang fragment van een stoottand en een bijbeen van 1 meter lengte geven een idee van de reusachtige afmetingen van deze kolossen. Al deze fossielen mèt de reproducties van schilderijen van de Tsjechische schilder Zdenék Burian geven een kleine indruk van dat gigantische- en geniale Schep pingswerk van God, dat vele eeuwen ge leden onder woorden werd gebracht door de auteurs van het Boek Genesis. Evolutie. Wie het heden wil verstaan en er met visie in wil leven, moet het verleden kennen. M.a.w.: wie in de toekomst wil zien, moet ook achterom hebben gekeken. Velen mogen dit hebben vergeten, zo niet het Joodse volk. Het is dan ook niet voor niets dat de Thora begint met de magi strale inzet van een Scheppingsverhaal waarin God door korte machtswoorden hemel en aarde met ,,al wat daarin is" schiep. Want aan de oorsprong van het leven hebben zij een persoonlijke-, den- kende- en zedelijke Macht herkend, die ook hun leven heeft gedragen en geleid door alle diepten van nood en ellende heen. De betekenis van het Scheppings verhaal is dan ook gelegen in deze her kenning en niét in de vraag naar het

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1978 | | pagina 15